Dag 9 (vr)

Ruzie
1 / 12
suivant
Slide 1: Diapositive
NT2ISK

Cette leçon contient 12 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Ruzie

Slide 1 - Diapositive

via
  • 1) langs
  • zin: We zijn via Haarlem naar Amsterdam gegaan.
  • 2) door, met
  • zin: Via dit telefoonnummer kunt u ons bereiken. 
44

Slide 2 - Diapositive

voelen
  • 1) aanraken met je vingers of een ander deel van je lichaam.
  • zin: Hij voelt met zijn hand.
  • werkwoord
  • ik voel, jij voelt, hij voelt, wij voelen
  • 2) pijn voelen
  • zin: Ik voel me ziek. Ik voel me niet lekker. 
45

Slide 3 - Diapositive

vroeger
  • 1) voor deze dag (langer of korter geleden)
  • zin: Vroeger reden er nog niet zo veel auto's op straat.
  • 2) eerder (tijd)
  • zin: Ik moet morgen vroeger op school zijn, want we gaan op schoolreisje. 
46

Slide 4 - Diapositive

wel
  • ja !
  • het is waar !
  • wel <--> niet
  • zin: Ik hou niet van koffie, maar mijn vriend wel.
47

Slide 5 - Diapositive

zoeken
  • kijken waar iets of iemand is
  • zoeken < --- > kwijt zijn
  • werkwoord: ik zoek, jij zoekt, hij zoekt - wij zoeken
  • zin: Kunt u me helpen? Ik zoek het station. 
48

Slide 6 - Diapositive

Ik ben .......... Ter Apel naar Den Helder verhuisd.
44
A
in
B
via
C
eerst
D
tussen

Slide 7 - Quiz

Ik ............. me ziek. Ik heb buikpijn.
Ik ................. me blij want ik ben jarig.
Zij ............. met haar hand mijn voorhoofd. Ik heb koorts.
Wij .................... in de tas. Er zit geen sleutel in.
45
A
voelen, voelen, voelt, voel
B
voel, voel, voelen, voelen
C
voel, voel, voelt, voelen
D
voel, voelt, voelt, voelen

Slide 8 - Quiz

46
vroeger
nu

Slide 9 - Question de remorquage

47-1
Wat vind je wél leuk?

Slide 10 - Carte mentale

47-2
Wat vind je níet leuk?

Slide 11 - Carte mentale

Waar zoek jij als je je sleutels kwijt bent? Noem 3 plaatsen.

Slide 12 - Carte mentale