Energie en verbranding

Groepen Stoffen
1. Organische stoffen -> energierijk +
              gemaakt door organismen.

2. Anorganische stoffen -> komen in de levenloze natuur en in organismen voor. Weinig energie.
1 / 20
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

Cette leçon contient 20 diapositives, avec diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Groepen Stoffen
1. Organische stoffen -> energierijk +
              gemaakt door organismen.

2. Anorganische stoffen -> komen in de levenloze natuur en in organismen voor. Weinig energie.

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Diapositive

Slide 3 - Diapositive

Stoffen zijn opgebouwd uit moleculen en atomen
Een atoom  is het kleinste bouwsteentje van een stof. 
Voorbeeld: ijzer, koolstof, zuurstof, zilver, water. 
Ander woord is element.

Meerdere atomen bij elkaar is een molecuul
1 ijzeratoom + 1 ijzeratoom= 1 ijzermolecuul
1 waterstofatoom + 2 zuurstofatomen = 1 watermolecuul


Slide 4 - Diapositive

molecuul
Bouwsteen van stoffen 
bv. DNA

Slide 5 - Diapositive

molecuul en atoom

Slide 6 - Diapositive

Moleculen
Moleculen bestaan uit atomen. 

Hiernaast zie je een molecuul Glucose, die uit 6 koolstofatomen, 12 waterstofatomen en 6 zuurstofatomen bestaan.

Slide 7 - Diapositive

moleculen
  • Moleculen zijn de kleinste deeltjes van een stof
  • Die bestaan op hun beurt uit atomen
  • Een watermolecuul - H O (2 atomen waterstof en 1 atoom zuurstof)
2

Slide 8 - Diapositive

Energie
In moleculen is chemische energie vastgelegd door de binding tussen atomen.
Verbreek je die binding, dan komt de energie vrij, soms als beweging van een molecuul, soms als warmte, soms als licht. 

Slide 9 - Diapositive

Chemische Energie
Chemische energie zit in de brandstof die je verbrandt. Denk bijvoorbeeld aan een steenkool of hout. 

Deze energie zit opgeslagen in de brandstof, zodra je de brandstof verbrandt komt deze vrij. 

Slide 10 - Diapositive

Stralingsenergie
Doormiddel van straling wordt energie omgezet in een andere vorm.
Een voorbeeld hiervan is het licht dat uit de gloeilamp (stralingsenergie)  komt, dit wordt door elektrische energie opgewekt. 

Een ander voorbeeld is de verwarming.Als je deze aanzet wordt het water in de verwarming opgewarmt en vervolgens warmt de hele kamer op (stralingsenergie).

Maar ook zonlicht (stralingsenergie)  dat wordt opgevangen door zonnecollectoren,  kan het worden omgezet in elektrische energie. 

Zonne-energie is dus ook stralingsenergie. 

Slide 11 - Diapositive

Fotosynthese
Een voorbeeld van stralingsenergie is de zon
(fossiel gebruik)

Slide 12 - Diapositive

Vrije energie
* Licht
* Geluid
* Warmte

Voorbeeld: Wanneer je een lucifer aansteekt verbrand het chemische kopje. De chemische energie van het hout en kopje wordt omgezet in warmte en licht. Warmte en licht zijn vormen van vrije energie

Slide 13 - Diapositive

Verbranding in de cellen
In alle cellen van ons lichaam vindt verbranding plaats. 
Voor verbranding in de cellen is zuurstof en brandstof nodig.  
Glucose is de brandstof.  Zuurstof adem je in.

Bij verbranding komen de verbrandingsproducten water,  koolstofdioxide en energie vrij. 
Energie komt vrij in de vorm van warmte en beweging. 

Het reactieschema:
glucose + zuurstof  --> koolstofdioxide + water + energie

Slide 14 - Diapositive

Voorbeeld Endotherme reactie
Voorbeeld exotherme reactie


Het proces waarbij de cel voedingsstoffen opneemt en opbouwt tot cel onderdelen, dit kost energie.​

 ​
Bijvoorbeeld:
fotosynthese

(maar ook wanneer water verdampt of ijs smelt)


Het proces waarbij chemische verbindingen worden afgebroken en energie vrijkomt.​​ 




Bijvoorbeeld:
verbranding

(denk aan verbranden olie, hout, maar ook
wanneer mensen voedingsstoffen verbranden)

Slide 15 - Diapositive

brandstof



Een brandstof is een energiedrager. Bij verbranding komt deze energie vrij.

Slide 16 - Diapositive

verbrandingsdriehoek

Slide 17 - Diapositive

Zuurstof
Waarom zo belangrijk?

Verbrandingsdriehoek!
Iedere cel in je lichaam heeft zuurstof nodig!
Zuurstof
Warmte                                                   Brandstof
                                                                   (glucose) 
Verbranding
(warmte)

Slide 18 - Diapositive

Wat is nodig voor Verbranding?
Bij verbranding van brandstoffen hebt je 3 dingen nodig:
- Brandstof
- Zuurstof (voldoende)
- Ontbrandingstemperatuur

*hoger dan de ontbrandingstemp
van de stof

Slide 19 - Diapositive

Verbranding in je lichaam
In je lichaam zijn diezelfde 3 voorwaarden nodig om verbranding te laten plaatsvinden. 

De brandstof die gebruikt wordt is je voedsel, de ontbrandingstemperatuur is je lichaamstemperatuur en de zuurstof adem je in. 

Slide 20 - Diapositive