ABCDE methode

ABCDE methode 
1 / 48
suivant
Slide 1: Diapositive
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 4

Cette leçon contient 48 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

ABCDE methode 

Slide 1 - Diapositive

Lesprogramma
- Uitleg Primary survey, ABCDE methode
- Meerwaarde ABCDE methode in de ouderenzorg
- Uitleg letters volgens Kijken – Luisteren – Voelen principe
- Opdracht: Collage ABCDE methode 

Slide 2 - Diapositive

Primary Survery
- analyseren en ondervangen van levensbedreigende zaken
- hierna de secondary survey ( = uitgebreide top – teen onderzoek met bijbehorende diagnostiek) 
- in secondary survey worden niet levensbedreigende oorzaken behandeld 

Slide 3 - Diapositive

ABCDE methode
- levensbedreigende aandoeningen identificeren en direct behandelen
- vanuit principe Threat first what kills first
- geeft het belang aan van de juiste volgorde van onderzoek en behandeling van een vitaal bedreigde patiënt
Problemen in de A zullen sneller tot de dood leiden dan problemen in de B, C en etc.

Slide 4 - Diapositive

Slide 5 - Diapositive

Wat zou de meerwaarde van het gebruik van de ABCDE methode in de ouderenzorg kunnen zijn?

Slide 6 - Question ouverte

A = airway 
- luchtweg beoordelen 
- luchtweg vrij maken/ vrij houden 
- CWK stabiliseren 

Slide 7 - Diapositive

Wat zijn signalen van een bedreigde luchtweg?

Slide 8 - Question ouverte

Slide 9 - Diapositive

Welke geluiden kunnen hoorbaar zijn bij een gedeeltelijke obstructie?

Slide 10 - Question ouverte

Slide 11 - Diapositive

Wat zijn mogelijke oorzaken van een luchtwegobstructie?

Slide 12 - Question ouverte

Wervelkolom van een patiënt moet worden beschermd totdat letsel van het CWK definitief is uitgesloten middels een CT scan
A
Juist
B
Niet juist

Slide 13 - Quiz

De JAW thrust manoeuvre is toepasbaar binnen CWK immobilisatie
A
Juist
B
Niet juist

Slide 14 - Quiz

Slide 15 - Diapositive

Bij verslikking pas je eerst de Heimlich greep toe alvorens je tussen de schouderbladen van het slachtoffer klopt om het stukje vrij te krijgen
A
Juist
B
Niet juist

Slide 16 - Quiz

B = breathing 
- beoordeling effectiviteit ademhaling op zowel ventilatie (luchtverversing in de longen) als oxygenatie (opname van zuurstof vanuit de longen in het bloed)
- geen reservecapaciteit aan zuurstof (behalve in de longen).
- zuurstofniveau daalt snel in het lichaam. Velen belangrijke processen in het lichaam kunnen niet langer plaatsvinden. 



Slide 17 - Diapositive

Wat zijn voorwaarden voor een goed functionerende ademhaling?

Slide 18 - Question ouverte

Wat zijn alarmerende parameters bij de B?

Slide 19 - Question ouverte

Slide 20 - Diapositive

Problemen in de zuurstofvoorziening 
1. Verminderde zuurstofspanning in de buitenlucht (bijv. in de bergen)
2. Onvoldoende ademhaling ten opzichte van de vraag van het lichaam (hypoventilatie)
3. Stoornissen in de gaswisseling (diffusie)
4. Verandering van het longweefsel (longaandoening)
5. Problemen met rode bloedcellen die onvoldoende zuurstof kunnen verwerken (anemie, koolstofmonoxide)

Slide 21 - Diapositive

Bij Kussmaul ademhaling is er sprake van hyperpnoe en tachypnoe
A
Juist
B
Niet juist

Slide 22 - Quiz

Patiënten met anemie kunnen ook cyanose laten zien
A
Juist
B
Niet juist

Slide 23 - Quiz

Bij perifere cyanose is er sprake van een blauwe verkleuring van de vingers en tenen (acra)
A
Juist
B
Niet juist

Slide 24 - Quiz

Slide 25 - Diapositive

C = circulation
- Wat is de hemodynamische toestand van de patiënt?
- Tekenen van een shock? 
- Zijn er in- of uitwendige bloedingen?

Slide 26 - Diapositive

Wat zijn voorwaarden voor een goede circulatie?

Slide 27 - Question ouverte

Slide 28 - Diapositive

Cardiogene shock
Hypovolemische shock
Distributieve shock
Obstructieve shock
Myocardinfarct
Overmatig verlies van bloed/vocht
Sepsis, allergie 
Spanningspneumothorax, longembolie

Slide 29 - Question de remorquage

Een MAP (Mean Arterial Pressure) van < 60 geeft aan dat er sprake is van een verstoorde orgaanperfusie
A
Juist
B
Niet juist

Slide 30 - Quiz

Slide 31 - Diapositive

Ouderen hebben een beperkte mogelijkheid om de hartfrequentie te verhogen in reactie op bloedverlies
A
Juist
B
Niet juist

Slide 32 - Quiz

Een normale capillairy refill tijd moet minimaal < 5 sec zijn.
A
Juist
B
Niet juist

Slide 33 - Quiz

D = disability 
- Er wordt gezocht naar tekenen van acute neurologie
- Hypoxie en een shock kunnen een oorzaak zijn van een verlaagd bewustzijn.
- Er zijn geen neurologische problemen die prioriteit hebben boven de ABC.
Daarom ABC zekeren voordat ondersteld wordt dat een verlaagd bewustzijn door een primair neurologisch probleem is veroorzaakt.

Slide 34 - Diapositive

Wat zijn benodigdheden voor goed functionerende hersenen?

Slide 35 - Question ouverte

Slide 36 - Diapositive

Oorzaken fysiologische verstoringen
• Intracraniële afwijkingen: CVA – hersenbloeding
• Infectie hersenen/ hersenvliezen
• Vergiftigingen van medicatie, drugs of alcohol
• Hypoglykemie
• Trauma
• Insult

Slide 37 - Diapositive

Slide 38 - Diapositive

De FAST test is een snelle test om een CVA te herkennen
A
Juist
B
Niet Juist

Slide 39 - Quiz

Slide 40 - Diapositive

Slechts een CT scan kan uitsluitsel geven over het onderscheid tussen een bloeding en een infarct
A
Juist
B
Niet Juist

Slide 41 - Quiz

Minimale score van de Glascow Coma Score = 5
A
Juist
B
Niet juist

Slide 42 - Quiz

Slide 43 - Diapositive

E = exposure/enviroment
- Wordt gekeken naar de huid, verschillende lichaamsdelen en de temperatuur
- Patiënt wordt ontbloot helemaal bekeken

Slide 44 - Diapositive

Bij onderkoeling gebruik je een reddingsdeken met de gouden kant naar binnen
A
Juist
B
Niet Juist

Slide 45 - Quiz

Een ernstig onderkoelde patient mag je niet actief verwarmen
A
Juist
B
Niet Juist

Slide 46 - Quiz

Patiënten die als gevolg van een hypothermie een hartstilstand hebben gekregen, mogen niet dood worden verklaard tot dat zij een temperatuur van 32 graden hebben bereikt.
A
Juist
B
Niet Juist

Slide 47 - Quiz

Opdracht
Maak met je leerteam een collage van interventies/ hulpmiddelen (zoveel mogelijk!) die je per letter gebruikt. Wees creatief (wetende dat je in de VVT niet alle hulpmiddelen direct bij de hand hebt). 

Slide 48 - Diapositive