Livestream leerdoel 3 H7 HV1

H7  Woordformules
Dit hoofdstuk is super belangrijk! 
Zorg dat je dit hoofdstuk goed begrijpt.
Vraag als je iets niet helemaal snapt tijdens de livestream 
of later via de chat in teams.
HV1
Welkom!
1 / 36
suivant
Slide 1: Diapositive
WiskundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

Cette leçon contient 36 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

H7  Woordformules
Dit hoofdstuk is super belangrijk! 
Zorg dat je dit hoofdstuk goed begrijpt.
Vraag als je iets niet helemaal snapt tijdens de livestream 
of later via de chat in teams.
HV1
Welkom!

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Diapositive

Absentiecontrole




Ben je afwezig zonder een afmelding vooraf, 
dan noteer ik je in magister als afwezig.

Slide 3 - Diapositive

Werkwijze
Je hebt je iPad en evt. telefoon nodig tijdens deze livestream.
Af en toe krijg je een opdracht die je moet invullen en/of uploaden.

Zorg dat aan het begin van de livestream je schrift en boek open voor je liggen.



HV1

Slide 4 - Diapositive

Lesindeling
Verplicht
Voorkennis:        leerdoelen 1 en 2 nog even snel door. 
Uitleg:               leerdoel 3 
Afsluiting:          afsluitende check

Vrijblijvend
Voor vragen en extra uitleg.


HV1

Slide 5 - Diapositive

Leerdoel 1
Ik kan een formule maken bij een beschrijving.

Slide 6 - Diapositive

Woordformule
In een woordformule staat op een korte en handige manier hoe je iets berekent. 
Ofwel een regel in woorden met wiskundige symbolen opgeschreven.

Voorbeeld notatie
5 + 2 x aantal uren = huurprijs fiets
huurprijs fiets = 5 + 2 x aantal uren
                    

Let op je uitwerking en de notatie!
Een formule heeft twee onbekenden.

Slide 7 - Diapositive

Notatie formule gebruiken 
Stap 1  Noteer de formule                    

Statiegeld = 1,50 + 0,10 x aantal flesjes


Slide 8 - Diapositive

Notatie formule gebruiken 
Stap 1  Noteer de formule                    
Stap 2  Noteer wat je gaat invullen.

Statiegeld = 1,50 + 0,10 x aantal flesjes
aantal flesjes = 12


Slide 9 - Diapositive

Notatie formule gebruiken 
Stap 1  Noteer de formule                    
Stap 2  Noteer wat je gaat invullen.
Stap 3  Bereken 

Statiegeld = 1,50 + 0,10 x aantal flesjes
aantal flesjes = 12

Statiegeld = 1,50 + 0,10 x 12 
              = 1,50 +     1,20    = 2,70
.

Slide 10 - Diapositive

Notatie formule gebruiken 
Stap 1  Noteer de formule                    
Stap 2  Noteer wat je gaat invullen.
Stap 3  Bereken 
Stap 4  Geef antwoord op de vraag.
Statiegeld = 1,50 + 0,10 x aantal flesjes
aantal flesjes = 12

Statiegeld = 1,50 + 0,10 x 12 
              = 1,50 +     1,20    = 2,70

Dus ze krijgt € 2,70 statigeld.

Slide 11 - Diapositive


Ik kan een formule bij een beschrijving maken.
😒🙁😐🙂😃

Slide 12 - Sondage

Leerdoel 2
Ik kan een grafiek maken bij een formule.

Slide 13 - Diapositive

Tabel bij een formule tekenen 
Stap 1   Noteer de formule in je schrift.
Stap 2  Teken een tabel met potlood en geodriehoek.

Stap 3  Zet bij de bovenste rij de hetgeen die je invult in de formule.
Stap 4  Zet bij de onderste rij hetgeen je wilt berekenen met de formule.

Stap 5  Noteer in de bovenste rij de getallen die je wilt invullen in de formule.
Stap 6  Vul de getallen in de formule in en bereken. 
           Noteer de uitkomst in de onderste rij van je tabel.
hetgeen
Dit is de grootheid met de bijbehorende eenheden.

Slide 14 - Diapositive

Grafiek bij een formule tekenen
Stap 1   Noteer de formule in je schrift.
Stap 2  Teken een tabel bij de formule (zie stappenplan tabel tekenen).

Stap 3   Stapgrootte assen bepalen, gebruik eventueel een zaagtand.
Stap 4   Assen benoemen (Waar gaat het over? grootheden/eenheden).

Stap 5   Punten uit de tabel in het assenstelsel tekenen.
Stap 6   Verbind de punten met elkaar. Je tekent nu de grafiek.

Slide 15 - Diapositive



Upload een foto van je uitwerkingen van de opgaven 14.

Slide 16 - Question ouverte


Ik kan een grafiek maken bij een formule.
😒🙁😐🙂😃

Slide 17 - Sondage

Leerdoel 3
Ik weet hoe ik een lineaire formule kan herkennen.

Slide 18 - Diapositive

Lineaire formule
Een grafiek is een tekening in een assenstelsel.


Slide 19 - Diapositive

Lineaire formule
Een grafiek is een tekening in een assenstelsel.

Een rechte lijn als grafiek heet een lineaire grafiek


Slide 20 - Diapositive

Lineaire formule
Een grafiek is een tekening in een assenstelsel.

Een rechte lijn als grafiek heet een lineaire grafiek

De formule bij zo'n grafiek heet een lineaire formule.

Slide 21 - Diapositive

Je hebt al geleerd ... 



.. hoe je een formule bij een beschrijving maakt. 
Yara doet mee aan de sponsoractie van EDUKANS.
Haar ouders betalen Yara 5 euro en 0,10 euro per goed antwoord.




Slide 22 - Diapositive



Yara doet mee aan de sponsoractie van EDUKANS.
Haar ouders betalen Yara 5 euro en 0,10 euro per goed antwoord.
Maak de formule.

Slide 23 - Question ouverte

Je hebt al geleerd ... 



.. hoe je een formule bij een beschrijving maakt. 
Yara doet mee aan de sponsoractie van EDUKANS.
Haar ouders betalen Yara 5 euro en 0,10 euro per goed antwoord.

Bedrag ouders = 5 + 0,10 x aantal juiste antwoorden


Slide 24 - Diapositive

Je hebt al geleerd ... 



.. hoe je een formule bij een beschrijving maakt. 


Yara doet mee aan de sponsoractie van EDUKANS.
Haar ouders betalen Yara 5 euro en 0,10 euro per goed antwoord.

Bedrag ouders = 5 + 0,10 x aantal juiste antwoorden

5 -> beginwaarde 


Slide 25 - Diapositive

Je hebt al geleerd ... 



.. hoe je een formule bij een beschrijving maakt. 
Yara doet mee aan de sponsoractie van EDUKANS.
Haar ouders betalen Yara 5 euro en 0,10 euro per goed antwoord.

Bedrag ouders = 5 + 0,10 x aantal juiste antwoorden

 5 -> beginwaarde (vast bedrag)

0,10 -> stapgrootte (bedrag per goed antwoord)


Slide 26 - Diapositive

Je hebt al geleerd ... 



.. hoe je een formule bij een beschrijving maakt. 
Yara doet mee aan de sponsoractie van EDUKANS.
Haar ouders betalen Yara 5 euro en 0,10 euro per goed antwoord.

Bedrag ouders = 5 + 0,10 x aantal juiste antwoorden

 5 -> beginwaarde (vast bedrag)

0,10 -> stapgrootte (bedrag per goed antwoord)

bedrag ouders -> uitkomst
aantal juiste antwoorden -> invoer

Slide 27 - Diapositive

Je hebt al geleerd ... 



.. hoe je een formule bij een beschrijving maakt. 
Yara doet mee aan de sponsoractie van EDUKANS.
Haar ouders betalen Yara 5 euro en 0,10 euro per goed antwoord.

Bedrag ouders = 5 + 0,10 x aantal juiste antwoorden

 5 -> beginwaarde (vast bedrag)

0,10 -> stapgrootte (bedrag per goed antwoord)

bedrag ouders -> uitkomst
aantal juiste antwoorden -> invoer
Lineaire formule

Uitkomst = beginwaarde +/- stapgrootte x invoer 

Slide 28 - Diapositive


Ik weet hoe ik een lineaire formule kan herkennen.
😒🙁😐🙂😃

Slide 29 - Sondage

Maak nu eerst opgave 22.
Lever deze in bij leerdoel 3.

Opgave 22d mag ook op de manier zoals hiervoor uitgelegd is.


Klaar? 
Ga lekker aan de slag met de weektaak.
Voor vragen ben ik nog aanwezig in deze livestream.





Slide 30 - Diapositive

Moment voor vragen
voortgang
opgaven
 onderwerpen

Slide 31 - Diapositive


Ik wil nog graag uitleg over .....

Slide 32 - Question ouverte

Je hebt geleerd dat .. 

.. woorden vervangen kunnen worden door letters.
.. het keer-teken weggelaten kan worden
.. een getal voor de letter moet komen te staan
  • als er een 1 staat voor de letter, we de 1 weglaten
bedrag = 7 + aantal x 1

b= 7 + a x 1

b = 7 + a1

b = 7 + 1a

b = 7 + a

Slide 33 - Diapositive

Je hebt geleerd dat .. 

.. woorden vervangen kunnen worden door letters.
.. het keer-teken weggelaten kan worden.
.. een getal voor de letter moet komen te staan
  • als er een 1 staat voor de letter, we de 1 weglaten
bedrag = 7 + aantal x 1

b= 7 + a x 1

b = 7 + a1

b = 7 + 1a

b = 7 + a

Slide 34 - Diapositive

Je hebt geleerd dat .. 

.. woorden vervangen kunnen worden door letters.
.. het keer-teken weggelaten kan worden.
.. een getal altijd voor de letter moet komen te staan.
  • als er een 1 staat voor de letter, we de 1 weglaten
bedrag = 7 + aantal x 1

b= 7 + a x 1

b = 7 + a1

b = 7 + 1a

b = 7 + a

Slide 35 - Diapositive

Je hebt geleerd dat .. 

.. woorden vervangen kunnen worden door letters.
.. het keer-teken weggelaten kan worden.
.. een getal altijd voor de letter moet komen te staan.
.. als er een 1 staat voor de letter, we de 1 weglaten.
bedrag = 7 + aantal x 1

b= 7 + a x 1

b = 7 + a1

b = 7 + 1a

b = 7 + a

Slide 36 - Diapositive