Blok 2 SPELLING PV in de TT

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo b
• Leerjaar 1

De persoonsvorm schrijven in de tt

Pak blz 69 Persoonsvorm in de tegenwoordige tijd

Bekijk het schema in het gele vak

Wat valt je op bij de ik vorm van rennen, kletsen, sprinten?

En wat bij: jij/je/u/hij/zij/het?

Samen maken opdracht 22 blz 69

	kloppen	mengen	koken
enkelvoud	klop		kook
ik
jij / u
hij / zij / het

Persoonsvorm in de tegenwoordige tijd.

Regels:

1. Bij ik schrijf je de ik-vorm.
2. Bij jij, u, hij, zij, het schrijf je de ik-vorm + t
3. Bij wij, jullie en zij (meervoud) schrijf je het hele werkwoord.

stappenplan:

stap 1

zoek de stam van het werkwoord ....... schrijf het hele werkwoord op en haal EN eraf. 

stap 2

Kijk goed naar de stam .... denk er ik voor. Misschien moet je de stam aanpassen.

(voorbeeld; geven .... stam = gev    MAAR het is ik geef

stap 3

Bij je / jij / u / hij / zij / het ...

zet je een T achter de ik-vorm.

ik verander ..... jij verandert

wij / jullie / zij

Bij wij / jullie / zij gebruik je weer het hele werkwoord.

Wij lopen

Jullie fietsen

Zij luisteren naar de leraar

learningapps.org

Noteer de pv in tegenwoordige tijd.

Mijn zus (surfen) de hele avond rond op internet.

1. surf
2. surft
3. surfd
4. surfen

Noteer de pv in tegenwoordige tijd.

Een gazelle (grazen) gemiddeld achttien uren per dag.

1. graasd
2. graazd
3. graast
4. graazt

Zie jij de fout?

Noteer de pv in tegenwoordige tijd.

Joop (verbazen) zich over de onverschillige houding van zijn vriend.

1. verbaasd
2. verbaast
3. verbaazd

Noteer de pv in tegenwoordige tijd.

De renovatie van
de school (gebeuren) eind volgend jaar.

1. gebeur
2. gebeuren
3. gebeurt
4. gebeurd

John (beantwoorden) alle vragen die hij krijgt.

Ik hoop dat jij je antwoorden nog (verbeteren).

Wat weet je nu over hoe je de persoonsvorm in de tt schrijft bij de ik-vorm?

Wat weet je nu over hoe je de persoonsvorm in de tt schrijft bij de:
jij /u /hij /zij /het?

Schrijf nauwkeurig over in je schrift

1 De bananen zijn morgen in de aanbieding.

2 Hebben we nog een paprika voor de tomatensoep?

3 Ik lust graag ananas in de lente.

4 Jelmer eet graag mango en bloemkool.

5 Wil je voortaan je rommel opruimen?

binnenkort krijg je ook een dictee....... 

6 Juli en augustus zijn de leukste maanden, vindt Else.

7 Heb je zin in salade of wil je zuurkool?

8 De kamerplanten moeten nodig water hebben.

9 Remi kan prachtige tekeningen maken.

10 Wanneer heb je de opdracht af, denk je?

Huiswerk

M opdracht 23 en 24 blz 70