Cette leçon contient 16 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
Éléments de cette leçon
Verhaalsommen
Slide 1 - Diapositive
Vraag 1
Jort gaat met 200 kg appels naar de markt. Op vrijdag verkoopt hij 1/5 deel van de appels en op zaterdag 2 keer zoveel als op vrijdag. Hoeveel kilogram appels heeft hij daarna nog over?
Slide 2 - Diapositive
Vraag 2
Pietje koopt een nieuwe fiets. Zonder korting kost de fiets €400,-. Hij krijgt 25% korting. Hoeveel euro kost de fiets met korting?
Slide 3 - Diapositive
Vraag 3
Voor 8 personen heb je 4 dl melk nodig. Debby gaat koekjes bakken voor 20 personen. Hoeveel deciliter melk heeft ze nodig voor het maken van de koekjes?
Slide 4 - Diapositive
Les doel
Ik kan verschillende inhoudsmaten op volgorde van klein naar groot zetten.
Slide 5 - Diapositive
Noem een aantal inhoudsmaten.
Slide 6 - Question ouverte
Les doel
Ik kan verschillende inhoudsmaten op volgorde van klein naar groot zetten.
Slide 7 - Diapositive
Inhoudsmaten
Slide 8 - Diapositive
Inhoudsmaten
1 L = 10 dl = 100 cl = 1000 ml
Soms kom je ook kommagetallen tegen.
0,1 L = 1 dl = 10 cl = 100 ml
0,45 L = 4,5 dl = 45 cl = 450 l
Slide 9 - Diapositive
Hoeveel milliliter is een flesje water van 0,8 L?
A
8 ml
B
80 ml
C
800 ml
D
8000 ml
Slide 10 - Quiz
Hoeveel liter is een flesje van 375 ml?
A
3,75 L
B
37,5 L
C
0,375 L
D
0,037 L
Slide 11 - Quiz
In welke verpakking zit het meest?
A
0,1 L
B
100 dl
C
10 cl
D
1000 ml
Slide 12 - Quiz
Maak de maten eerst allemaal gelijk en vergelijk ze daarna.
0,1 L
100 dl = 10 L
10 cl = 1 dl = 0,1 L
1000 ml = 100 cl = 10 dl = 1 L
100 dl is hier dus het grootst.
Slide 13 - Diapositive
Maak de maten eerst allemaal gelijk en vergelijk ze daarna.
Hoe vergelijk je ongelijke inhoudsmaten?
1. Kijk in welke maat je ze gelijk gaat maken.
2. Maak ze allemaal gelijk.
3. Beantwoord de vraag.
VOORBEELD:
Zet de volgende inhouden van klein naar groot:
0,015 L - 375 ml - 0,8 L - 8 ml
Slide 14 - Diapositive
Kleinste -------------------------------------- Grootste
A
B
C
D
3 ml
0,3 L
450 ml
0,055 L
Slide 15 - Question de remorquage
Kleinste -------------------------------------- Grootste