Profieldeel assistent dienstverlening en zorg - Strux 2: ruimtes gebruiksklaar maken

1 / 19
suivant
Slide 1: Diapositive
VerzorgingMBOStudiejaar 1

Cette leçon contient 19 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 20 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Doelen
Je maakt ruimtes schoon: 
- Je legt de juiste schoonmaakmiddelen en - materialen klaar
Je  begrijpt etiketten en veiligheidsvoorschriften

Slide 2 - Diapositive

Vandaag:
  • 10.45 Lasagne maken (40 min in de oven) + Opruimen
  • 11.30 korte instructie hoofdstuk 1, boekje 2
  • 11.45 Maak opdrachten: 1, 2, 4, 5, 6, 7, 8, 9, 10 (op papier, zonder plaatjes), 11, 12, 13, 16, 17
  • 12.15 Lasagne in oven (12.15 - 13.00 PAUZE)
  • 13.00 Lasagne uit oven + rondbrengen
  • 13.30 Quiz klassikaal, opdr 10
  • 13.50 Opdrachten nabespreken
  • 14.10 Vegen/dweilen: ALLES OPRUIMEN EN SCHOON ACHTERLATEN

Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Diapositive

Slide 5 - Vidéo

Waar denk jij aan bij
schoonmaken?

Slide 6 - Carte mentale

Soorten vuil
  • Zichtbaar of onzichtbaar
  • Loszittend of vastgekleefd
  • Levend of niet-levend? 

Slide 7 - Diapositive

Tot welk soort vuil behoort zand?
A
Sterk gehecht vuil
B
Droog vuil
C
Nat vuil
D
Licht gehecht vuil

Slide 8 - Quiz

Jessie maakt schoon. Bij welke situatie hanteert ze de juiste volgorde?
A
Ze maakt eerst de toiletten schoon, daarna maakt ze het aanrecht schoon.
B
Ze dweilt eerst de vloer, daarna stofzuigt ze de vloer.
C
Ze stoft eerst de kast af, daarna stofzuigt ze de vloer
D
Ze dweilt eerst de vloer, daarna stoft ze de plankjes af.

Slide 9 - Quiz

Wat betekent het symbool op de afbeelding?
A
Bijtend
B
Oxiderend
C
Ontvlambaar
D
Giftig

Slide 10 - Quiz

Wat voor vuil
zie je hier?
A
onzichtbaar vuil
B
zichtbaar vuil

Slide 11 - Quiz

op welke foto zie je de kruimeldief?
A
B
C
D

Slide 12 - Quiz

Noem 1 eigenschap van soda.
A
niet milieuvriendelijk
B
duur schoonmaakmiddel
C
milieuvriendelijk
D
brandbaar

Slide 13 - Quiz

Welk schoonmaakmiddel gebruik je voor het ontvetten?
A
spiritus
B
amoniak

Slide 14 - Quiz


A
brandbare stof
B
milieugevaarlijk
C
oxiderende stof
D
schadelijk

Slide 15 - Quiz


A
explosieve stof
B
bijtende stof
C
schadelijk
D
giftige stof

Slide 16 - Quiz

Welk schoonmaakmiddel gebruik je om ramen streeploos
schoon te maken?
A
spiritus
B
chloor

Slide 17 - Quiz

Wat hoort bij de dagelijkse
schoonmaak ?
A
afwassen
B
ramen lappen

Slide 18 - Quiz

Wat hoort bij de
periodieke schoonmaak?
A
stofzuigen
B
koelkast schoonmaken

Slide 19 - Quiz