Unité 2 Dilemmes

• Frans
• Voortgezet speciaal onderwijs
• Leerroute 4

Unité 2

Leerdoelen

Lisez texte page 33

faites exercice 1,2. 

Regardez le court métrage

faites 3, 4

Vocabulaire

Faites ex. 6 et 7

Lire

Lisez page 37

faites 8 et 9, 10

On va corrigez les exercices à 12.10

Les devoirs

Regardez ce vidéo https://thiememeulenhoff.bbvms.com/p/basic_720_400_ap/c/2875015.html

Exercice 10

Donnez votre opinion, et donnez au moins deux arguments. 

Vos arguments

Bijwoorden

Adverbe - bijwoord

On va faire un petit quiz :) 

1. Welk bijwoord bestaat niet?

1. bien
2. sportivement
3. gentiment
4. heureuxment

2. Les enfants courent rapidement.
het bijwoord zegt iets over...

1. een zin
2. een werkwoord
3. een bijvoeglijk naamwoord
4. een ander bijwoord.

3. Maak van "doux" een bijwoord.

1. douce
2. douxement
3. doucement
4. douxment

4. Waar zegt een bijwoord iets over:

1. hele zin, werkwoord en zelfstandig naamwoord
2. hele zin, werkwoord, ander bijwoord en bijvoeglijk naamwoord.
3. lidwoord, onderwerp en ander bijwoord.
4. persoonlijk voornaamwoord en werkwoord

5. Wat is het bijwoord van bon?

1. bien
2. bonnement
3. bonment
4. bienment

6. J'ai une chaise confortable
(confortable)
Is dat een.... of een .....

1. bijwoord
2. bijvoeglijk naamwoord

7. J'ai bien compris cet exercice
(bien)
Is dat een .... of een ......

1. bijwoord
2. bijvoeglijk naamwoord

8. Naturellement, il se lave tous les jours
Het bijwoord zegt iets over.....

1. een zin
2. een werkwoord
3. een bijvoeglijk naamwoord
4. een ander bijwoord

9. Ces chaussures sont extrémements chères
Het bijwoord zegt iets over .....

1. een zin
2. een werkwoord
3. een bijvoeglijk naamwoord
4. een ander bijwoord

10. Elle parle lentement
Vul aan: een bijwoord zegt iets over een :

1. werkwoord
2. persoon

11. maak van dit bijvoeglijke naamwoord een bijwoord: facile -->

12. maak van dit bijvoeglijke naamwoord een bijwoord: exact

13. maak van dit bijvoeglijke naamwoord een bijwoord: définitif

14. Maak van dit bijvoeglijke naamwoord een bijwoord: bon

Faites exercice 11 a t/m 11 d

In duo's

Maak een presentatie (google) waarin jullie het bijwoord en bijvoeglijk naamwoord uitleggen. 

Dit moet in ongeveer 5 minuten, vergeet geen info. 

Un objet trouvé

Je hebt op straat in Parijs een Apple Watch gevonden. Je kunt niet zien van wie het is, maar je denkt er goed aan te doen om het af te geven op het politiebureau. 

Je zoekt op de site van de politie wat je moet doen. Je werkt in een tweetal, 

https://www.prefecturedepolice.interieur.gouv.fr

Jullie posten over 10 min jullie verhaal over wat je moet doen en hoe in het Nederlands Dit doe je op de padlet: https://padlet.com/nar1/aecs7d03e1gnnyvh

Wat neem je mee van deze opdracht?

Au travail

maken 12, 13, 14, 15