Quiz oefenen kennistoets

• Geschiedenis
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 4

Wanneer begon de industriële revolutie in Engeland?

1. vanaf 1700
2. vanaf 1750
3. vanaf 1800
4. vanaf 1850

Wat was niet van de oorzaken voor modern imperialisme?

1. Christelijke geloof verspreiden
2. afzetmarkt voor producten
3. vergroten militair aanzien
4. soldaten rekruteren

Wanneer werd Napoleon definitief verslagen?

1. 1814
2. 1815
3. 1816
4. 1817

Het congres van Wenen werd georganiseerd door liberalen

1. waar
2. niet waar

Uitbouw van Europese overheersing, met name in de vorm van ..1.. en de daarmee verbonden ..2.. en de opkomst van ..3..

1. 1. trans-Atlantische slavenhandel 2. abolitionisme 3. plantagekoloniën
2. 1. abolitionisme 2. trans-Atlantische slavenhandel 3. plantagekoloniën
3. 1. plantagekoloniën 2. trans-Atlantische slavenhandel 3. abolitionisme
4. 1. plantagekoloniën 2. abolitionisme 3. trans-Atlantische slavenhandel

Wat is een plantage- economie?

1. Een economie die afhankelijk is van de opbrengsten van plantages.
2. Een economie die afhankelijk is van de opbrengsten van koloniën.
3. Een economie die afhankelijk is van de opbrengsten van slaven.
4. Een economie die afhankelijk is van de opbrengsten van landbouw.

Welk begrip heeft niks te maken met de trans-Atlantische slavenhandel

1. VOC
2. Handelskapitalisme
3. Driehoekshandel
4. WIC

Wat was een oorzaak voor het uitbreken van de Amerikaanse burgeroorlog?

1. Onenigheid over de oorlog met Frankrijk
2. Onenigheid over slavernij
3. Onenigheid over de te produceren producten
4. Onenigheid over de rol van GB in het dagelijks bestuur

Wat is een klassensamenleving? Een samenleving:

1. Met sociale lagen
2. Zonder verschillende standen
3. Zonder sociale lagen.
4. Met verschillende standen.

Het denken van de schotse filosoof Adam Smith met zijn vrije markteconomie is een voorbeeld van;

1. Communisme
2. Mercantilisme
3. Liberalisme
4. Socialisme

Wat is GÉÉN kenmerk van het absolutisme onder Lodewijk XIV?

1. Economische politiek van het mercantilisme
2. Bevorderen van de machtspositie van de adel
3. De hofcultuur van Versailles
4. Centralisatie van het landsbestuur

Welke twee manieren van onderzoek leidden tot de wetenschappelijke revolutie?

1. empirisme en renaissance
2. empirisme en rationalisme
3. positivisme en deïsme
4. positivisme en rationalisme

Wanneer splitste België zich af van Nederland?

1. 1830
2. 1840
3. 1850
4. 1860

De moderne vorm van ... die verband hield met de industrialisatie

1. imperialisme
2. nationalisme
3. rationalisme
4. absolutisme

Wie staat bekend om de trias politica?

1. Rousseau
2. Locke
3. Montesquieu
4. Voltaire

De democratische revoluties in westerse landen met als gevolg discussies over grondwetten, grondrechten en ...

1. staatsburgerschap
2. natuurrecht
3. sociaal contract
4. abolitionisme

Feministen in de 1e feministische golf kwamen voornamelijk uit de welgestelde burgerij

1. waar
2. niet waar

Liberalen vonden het verbeteren van arbeidsomstandigheden geen taak voor de overheid

1. waar
2. niet waar

Het communisme en de sociaaldemocraten stammen af van de ideeën van Karl Marx

1. waar
2. niet waar

Welk KA hoort niet in Tijdvak 5 (tijd van ontdekkers en hervormers)?

1. Het begin van de overzeese expansie
2. De wetenschappelijke revolutie
3. De hernieuwde oriëntatie op het erfgoed van de klassieke oudheid
4. De protestantse reformatie die splitsing van de christelijke kerk in west-Europa tot gevolg heeft

Het gevoel van nationalisme werd verminderd door de overwinningen van Napoleon

1. waar
2. niet waar

Veel vrouwen waren abolitionisten

1. waar
2. niet waar

Sociaaldemocraten willen via de politiek een sociale wetgeving invoeren

1. waar
2. niet waar

emancipatiebewegingen streven naar gelijkberechtiging voor achtergestelde groepen

1. waar
2. niet waar