Les klas 1 - woordenboek

1 / 20
suivant
Slide 1: Diapositive
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

Cette leçon contient 20 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Alfabet en woordenboek

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

In deze les 

1. Het alfabet
2. Een woordenboek gebruiken

Slide 3 - Diapositive

Deze les hoort bij stap 3: precies lezen.
Wat doe je wanneer je een woord niet kent?
In de volgende les bespreken we nog meer manieren om precies te lezen:
- Woordbetekenis raden
- De betekenis van een uitdrukking vinden

1 Het alfabet 

Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Zet de volgende letters in alfabetische volgorde
A
VUW
B
UVW
C
UWV
D
WUV

Slide 5 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat zijn na K de drie volgende letters in het alfabet?
A
H- I -J
B
L-M-O
C
P-Q-S
D
L-M-N

Slide 6 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Waar staan de woorden in alfabetische volgorde?
A
tijdschrift, boek, krant
B
boek, krant ,tijdschrift
C
boek, tijdschrift, krant
D
krant, boek, tijdschrift

Slide 7 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Comment utiliser un dictionnaire?

Slide 8 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions


2 Een woordenboek gebruiken

Slide 9 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoe gebruik je een woordenboek?
1 De woorden staan op alfabetische volgorde. 

2 Je vindt in een woordenboek:
  • wat een woord betekent
  • hoe je het woord schrijft 
  • of het een le- of la- woord is
  • wat een uitdrukking betekent
  • soms ook hoe je het woord uitspreekt

Slide 10 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

pak je woordenboek erbij
en zoek op: 

Slide 11 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

dictionnaire

Slide 12 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

utiliser

Slide 13 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoe gebruik je een woordenboek?
  1. De woorden staan op alfabetische volgorde.
  2. Sommige woordenboeken hebben het alfabet aan de zijkant.
  3. Gebruik de gidswoorden boven aan. Deze geven het 1e woord en het laatste woord van die pagina aan en helpen je beter zoeken naar het trefwoord
  4. Bij een trefwoord vind je soms meerdere betekenissen. 
  5. Op de plek van het teken   ~   staat steeds dat trefwoord . 
  6. Lees het hele stukje en kies welke vertaling passend is. 

Slide 14 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

werkwoorden
Ik ben op vakantie in Frankrijk.

ben = persoonsvorm


persoonsvormen en vervoegde werkwoorden staan niet in het woordenboek!

Slide 15 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

hele werkwoord herkennen

Il fait du cheval                                             >   hele ww = ?
Elle aime son nouveau portable             >   hele ww = ?
Nous sommes très fatiguée.                    >   hele ww  = ?
Vous prenez le métro?                               >  hele ww  = ?

Slide 16 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

hele werkwoord herkennen

Il fait du cheval                                             >   hele ww = faire
Elle aime son nouveau portable             >   hele ww = aimer
Nous sommes très fatiguée.                    >   hele ww  = être
Vous prenez le métro?                               >  hele ww = prendre

Slide 17 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Betekenis raden 
Het raden van een woord is ook een vaardigheid die je kunt ontwikkelen. Zo hoef je niet elke keer het woordenboek erbij te pakken.  
Je kan de betekenis soms uit een zin halen, het woord kan op het Nederlands lijken of misschien herken je al een deel van het woord. 

Slide 18 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Woordenboek

  • Bekijk eerst of je de betekenis kunt raden door de andere woorden in de zin

  • Bekijk of het woord op een ander woord lijkt
  • Zoek het basiswoord op (en niet een vervoeging of vrouwelijke spelling)
  • Let op! Er staan vaak meerdere betekenissen: Je herkent elke nieuwe betekenis vaak aan een vetgedrukt nummer erbij (met daarachter een omschrijving)

Slide 19 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

moqueur
tiédasse
bras
pauvre
toutou
ahuri
plantigrade
joufflu
arm (niet rijk)
arm (lichaaamsdeel)
bolwangig
lauwwarm
woef hond
verbluft
spotvogel
zoolganger

Slide 20 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions