Vervoer/transport




Welkom bij deze les over

Transport
1 / 34
suivant
Slide 1: Diapositive
AardrijkskundeBasisschoolGroep 5

Cette leçon contient 34 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 35 min

Éléments de cette leçon




Welkom bij deze les over

Transport

Slide 1 - Diapositive

Wat is volgens jou transport?

Slide 2 - Question ouverte

Welk soorten vervoersmiddelen
ken je?

Slide 3 - Carte mentale

Wat gaan we leren
  1. Waarom we producten vervoeren/transporteren.
  2. Dat er speciale treinen zijn voor het transporteren van goederen.
  3. We kunnen voor- en nadelen benoemen van de trein.

Voorgelezen

Slide 4 - Diapositive

Begrippen die we deze les gaan behandelen
*Grondstof

*Goederentrein
*Spoorwegnet
* Betuweroute
*Transportmiddel

Slide 5 - Diapositive

De ontdekvraag van deze les is:
 hoe en waarom worden goederen vervoerd?
Een ander woord voor vervoer is transport. Vervoer/transport is het verplaatsen van personen en/of goederen. 
Bij vervoer wordt er gebruik gemaakt van vervoersmiddelen. Deze hebben jullie benoemd het woordweb aan het begin van deze les. Voorbeelden vervoersmiddelen zijn de auto, het vliegtuig, trein, bus, motor en boot. 
Voorgelezen

Slide 6 - Diapositive

Bekijk de video

 

Slide 7 - Diapositive

Bekijk de video op de volgende dia

Let goed op je krijgt tussendoor vragen

Slide 8 - Diapositive

15

Slide 9 - Vidéo

00:16
Denk jij dat dat nu nog kan?

Slide 10 - Question ouverte

00:48
Wat is de Tres Hombres (de drie mannen)?
A
Een vliegtuig
B
Een zeilbootje
C
Een boot met moter
D
Een zeilvrachtschip

Slide 11 - Quiz

01:43
Wat betekent DUURZAAM?
A
Iets dat veel geld kost
B
Gaat lang mee
C
Iets dat weinig geld kost
D
Geen/weinig belasting op het milieu

Slide 12 - Quiz

02:31
Wat denk jij dat bedoeld wordt met:
'je kunt de geschiedenis soms best herhalen'?

Slide 13 - Question ouverte

02:44
Noem minimaal 3 voorbeelden van grondstoffen

Slide 14 - Question ouverte

02:45
Van welke grondstof (de woorden) wordt het gemaakt.
Sleep de woorden naar de juiste afbeelding.
De woorden de grondstoffen en de afbeeldingen de eindproducten
Klei
Wol
Hout
Katoen

Slide 15 - Question de remorquage

03:32
Wat is een nadeel van de trein?
A
Kost meer energie
B
Vervuilend
C
Kan niet overal komen
D
Zorgt dat auto's moeten wachten

Slide 16 - Quiz

04:05
Wat is de Betuweroute
A
Een fietsroute door de natuur
B
Een treinspoor voor zowel personen als goederen
C
Een treinspoor voor alleen personen
D
Een treinspoor voor alleen goederen

Slide 17 - Quiz

04:05
De trein op de Betuweroute rijdt?
A
Alleen overdag
B
Alleen s' nachts
C
Vooral s' nachts
D
Altijd

Slide 18 - Quiz

04:05
Bekijk de afbeelding
Zet de plaatsen in de goede volgorde
1

2

3
4
Rotterdam
Zevenaar
Gorinchem
Tiel

Slide 19 - Question de remorquage

04:05
Waar hoort de Betuweroute bij
A
Het wegennet
B
Het spoorwegnet
C
Het vliegnetwerk
D
Het vaarnetwerk

Slide 20 - Quiz

04:05
Wat was een nadeel van de Betuweroute?
A
Kost veel geld
B
Vervuilend
C
Duurt lang
D
Natuur moest verdwijnen

Slide 21 - Quiz

04:39
Sleep
1
2

3
4
5
6
7
8

Slide 22 - Question de remorquage

03:32
Wat is een voordeel van de trein?
A
Sneller
B
Kan overal makkelijk komen
C
Minder vervuiling
D
Kan verder

Slide 23 - Quiz

02:44
Wat is een grondstof?
A
Een product dat in de natuur gevonden kan worden, dat gebruikt word om iets van te maken
B
De belangrijkste bouwmaterialen
C
Iets dat je uit de grond haalt
D
De belangrijkste voedingsmiddelen

Slide 24 - Quiz

Evaluatie
Hebben we de doelen behaald, en weten we nu wat de begrippen betekenen?



Slide 25 - Diapositive

Waarom transporteren we producten?

Slide 26 - Question ouverte

Noem een treinspoor die speciaal is voor de goederentrein

Slide 27 - Question ouverte

Noem een voordeel van de goederen trein

Slide 28 - Question ouverte

Noem een nadeel van de goederentrein

Slide 29 - Question ouverte

Sleep de begrippen naar de vakken
Ik weet niet wat het is
Ik weet wat het is maar ik kan het niet uitleggen
Ik weet wat het is, en ik kan het uitleggen
Grondstof



Goederentrein

Spoorwegnet

Betuweroute

Transportmiddel

Slide 30 - Question de remorquage

Wat vond je van de les?
A
Heel leuk
B
Leuk
C
Normaal
D
Niet leuk

Slide 31 - Quiz

Als je online les hebt, wil je dan vaker zo les?
A
Ja altijd
B
Ja soms
C
Nee

Slide 32 - Quiz

Wat heb je geleerd deze les?

Slide 33 - Question ouverte

Heb je nog wat te zeggen?
Dit kan over de les maar mag ook over iets anders gaan

Slide 34 - Question ouverte