Spelling les 5 meervoudsvormen

Uitleg door leerling
Wanneer gebruik je GEEN liggend streepje?
Wanneer gebruik je WEL een liggend streepje?  
Wanneer gebruik je meer dan één liggend streepje bij samenstellingen? 

1 / 11
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

Cette leçon contient 11 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Uitleg door leerling
Wanneer gebruik je GEEN liggend streepje?
Wanneer gebruik je WEL een liggend streepje?  
Wanneer gebruik je meer dan één liggend streepje bij samenstellingen? 

Slide 1 - Diapositive

Meervoudsvormen
De meervoudsuitgangen van de meeste zelfstandige naamwoorden zijn: -(e)n, -s en -eren. Meestal levert het meervoud geen enkel probleem op: je schrijft op wat je hoort.
Voorbeelden:  gewonde - gewonden
schrift - schriften
installatie - installaties
rund - runderen
Maar er zijn ook lastigere meervoudsvormen. Doornemen blz. 28 uit reader! 

Slide 2 - Diapositive

Noem een voorbeeld van een woord met een meervoud op -n en -s zoals gedachten/gedachtes

Slide 3 - Question ouverte

Noem een voorbeeld van een woord met een meervoud op -ie zoals poriën.

Slide 4 - Question ouverte

Noem een voorbeeld van een woord met aan het einde een klinker en 'y' zoals sprays.

Slide 5 - Question ouverte

Wat is de juiste meervoudsvorm?
A
programma's
B
programmas

Slide 6 - Quiz

Wat is de meervoudsvorm van
bacterie
A
bacterieën
B
bacteriën
C
bacterien
D
bacterieen

Slide 7 - Quiz

Meervoudsvorming
A
stouterikken
B
stouteriken

Slide 8 - Quiz

Wat is de meervoudsvorm van reserve
A
reserve's
B
reserves
C
reserven
D
reservés

Slide 9 - Quiz

Wat is de meervoudsvorm van fantasie?
A
fantasies
B
fantasieën
C
fantasiën
D
fantasietjes

Slide 10 - Quiz

Wat zijn de juiste meervoudsvormen?
A
garage's, lolly's en cowboy's
B
garages, lollys en cowboys
C
garages, lolly's en cowboys
D
garages, lollies en cowboys

Slide 11 - Quiz