Klas 3_regeling_reflexboog

Centrale zenuwstelsel
1 / 20
suivant
Slide 1: Carte mentale
BiologieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

Cette leçon contient 20 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

Éléments de cette leçon

Centrale zenuwstelsel

Slide 1 - Carte mentale

Cellichaam ligt langs het centrale zenuwstelsel
Impulsen gaan van het centrale zenuwstelsel weg
Gevoelszenuwcel 
Bewegingszenuwcel 
Cellichaam ligt in centrale zenuwstelsel
Impulsen gaan naar centrale zenuwstelsel toe

Slide 2 - Question de remorquage

Slide 3 - Vidéo

Grote hersenen
Hersenstam
Kleine hersenen 
Ruggenmerg
Zet de juiste namen bij de onderdelen van het centraal zenuwstelsel

Slide 4 - Question de remorquage

Wat wordt vooral door de grote hersenen geregeld?

Slide 5 - Question ouverte

Lesdoel
Je kan na vandaag...
-verschil tussen ene bewuste reactie en reflex uitleggen 
-De reflexboog uitleggen

Slide 6 - Diapositive

Zet de volgende woorden in juiste volgorde. Schrijf dit op in je schrift. 
Centrale zenuwstelsel 
Gevoelszenuw
Prikkel
Impuls (2x) 
Reactie
Bewegingszenuw
Waarneming

Slide 7 - Diapositive

Slide 8 - Diapositive

Bij bewuste reactie gaat impuls via ruggenmerg naar hersenen. Je neemt waar en reageert dan met een nieuw impuls

Slide 9 - Diapositive

Slide 10 - Diapositive

Slide 11 - Diapositive

Bij een onbewuste reactie (reflex) gaat het impuls via ruggenmerg meteen terug baar bewegingszenuw om meteen te reageren. (beschermingsmechanisme)
Daarna gaat impuls naar hersenen en voel je pas de pijn. 
Je reageert VOORDAT je voelt. 

Slide 12 - Diapositive

Slide 13 - Vidéo

Het knipperen met de ogen wordt de ooglidreflex genoemd. Deze reflex kan bijvoorbeeld optreden als iemand een slaande beweging naar je ogen maakt.Wat is in dit geval de functie van de ooglidreflex?

Slide 14 - Question ouverte

De ooglidreflex kan ook optreden als de buitenste laag van de ogen te droog wordt. De zenuwuiteinden in de buitenste laag van het oog worden dan geprikkeld.

Van welk type zenuwcellen maken deze zenuwuiteinden deel uit?
A
Schakelcel
B
Gevoelszenuwcel
C
Bewegingszenuwcel

Slide 15 - Quiz

De impulsen die de ooglidreflex laten optreden, worden door een bepaald deel van het centrale zenuwstelsel geleid.

3 Welk deel van het centrale zenuwstelsel is dit?
A
Grote hersenen
B
Hersenstam
C
Ruggenmerg
D
Kleine hersenen

Slide 16 - Quiz

Slide 17 - Diapositive

De ooglidreflex treedt ook op wanneer je voor het eerst contactlenzen in doet. Na enig oefenen treedt de reflex niet meer op.

4Leg uit hoe dit komt.

Slide 18 - Question ouverte

Aan de slag
1. exit ticket invullen 
2. t/m B5 maken. 
--> B4 woensdag af
--> B5 maandag af
3. Leren hoofdstuk-toets. (over 2 weken!)

Slide 19 - Diapositive

Slide 20 - Lien