Examentraining De bloedsomloop

Examentraining De bloedsomloop
1 / 46
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 4

Cette leçon contient 46 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Examentraining De bloedsomloop

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Diapositive

Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Diapositive

Bloedcellen worden gemaakt in het RODE beenmerg

Slide 5 - Diapositive

Rode bloedcellen
Rode bloedcellen hebben geen celkern. 
  
De rode bloedcellen bevatten de rode kleurstof hemoglobine.
Hemoglobine kan zuurstof  vervoeren. Rode bloedcellen hebben geen celkern.

Slide 6 - Diapositive

Functie bloedplaatjes:
zijn delen van cellen
Bloedplaatjes zijn eigenlijk geen cellen. 
Het zijn uitelkaar gevallen cellen. 

Bloedplaatjes zorgen voor de stolling van bloed bij bijvoorbeeld
wondjes. 

Slide 7 - Diapositive

Slide 8 - Diapositive

oefenen
Maken oefening 1 t/m 3 op blz 3 en 4

Slide 9 - Diapositive

Mensen met een verhoogde kans op een hartinfarct krijgen het advies om dagelijks een kleine hoeveelheid acetosal in te nemen. Deze stof gaat het ontstaan van stolsels in de bloedvaten tegen.

Acetosal beïnvloedt de bloedstolling.

Welke bloeddeeltjes hebben als taak om het bloed te laten stollen?
A
Bloedblaatjes
B
Rode bloedcellen
C
Witte bloedcellen

Slide 10 - Quiz

Om bloed te mogen doneren, moet de hoeveelheid hemoglobine van de donor hoog genoeg zijn. Bij een te lage hoeveelheid hemoglobine wordt de bloedafname met drie maanden uitgesteld.

In welk bloeddeeltje bevindt zich hemoglobine? En wat is de functie van hemoglobine?

Slide 11 - Question ouverte

Slide 12 - Diapositive

Slide 13 - Diapositive

Slide 14 - Diapositive

Slide 15 - Diapositive

Slide 16 - Diapositive

Slide 17 - Diapositive

Slide 18 - Diapositive

Slide 19 - Diapositive

Slide 20 - Diapositive

Een hartinfarct ontstaat door verstopping van een bloedvat dat zuurstofrijk bloed naar de hartspier vervoert.
In de afbeelding geeft de letter P zo'n bloedvat aan.

Hoe heet bloedvat P?
A
Aorta
B
Kransader
C
Kransslagader
D
Longslagader

Slide 21 - Quiz

Examenvraag
Als je je flink stoot, kan er een blauwe plek ontstaan. Bloedvaten onder de huid gaan kapot en het bloed komt tussen de cellen van het weefsel terecht (zie de afbeelding). Dit bloed zie je door de huid heen als een blauwe plek.

Er zijn drie typen bloedvaten.

  • Hoe heet het type bloedvat dat je in de afbeelding ziet?
  • Leg uit waaraan je in de afbeelding kunt zien dat het dit type bloedvat is.

Slide 22 - Diapositive

oefenen
maken opdracht 4 en 5 op blz 4

Slide 23 - Diapositive

Slide 24 - Diapositive

Slide 25 - Diapositive

Slide 26 - Diapositive

Slide 27 - Diapositive

Slide 28 - Diapositive

Slide 29 - Diapositive

oefenen
Maken opdracht 6 t/m 8 op blz 5 en 6

Slide 30 - Diapositive

Examenvraag
Yasmina heeft een wondje in haar mond. Via dit wondje zijn bacteriën in haar bloed terechtgekomen. Deze bacteriën veroorzaken een infectie in de linkerhartklep van Yasmina. Zo’n infectie wordt endocarditis genoemd.

Door de infectie sluit de linkerhartklep van Yasmina minder goed. De doorstroming van het bloed in haar hart is daardoor veranderd.

Leg uit hoe de doorstroming verandert als de linkerhartklep niet goed sluit.

Slide 31 - Diapositive

Slide 32 - Diapositive

Slide 33 - Diapositive

Hoge bloeddruk
Het bloed 'drukt' tegen de wanden van de bloedvaten. 
Dit noem je bloeddruk.

Lage bloeddruk:
Meestal geen probleem: soms wat duizelig of hoofdpijn

Hoge bloeddruk:
Vaak wel een probleem: kan wanden van slagaders beschadigen

Bovendruk: lager dan 160 is normaal.
Onderdruk: lager dan 95 is normaal.

Slide 34 - Diapositive

Slide 35 - Diapositive

Slide 36 - Diapositive

oorzaken hart en vaatziekten
veel voorkomende oorzaken van hartinfarct en hartritmestoornissen

- stress
- overgewicht
- roken
- te grote inspanning
- erfelijke aanleg

Slide 37 - Diapositive

Veel en vet eten vergroot de kans op een hartinfarct.

Noem twee andere factoren die de kans op een hartinfarct vergroten.

Slide 38 - Question ouverte

Slide 39 - Diapositive

Slide 40 - Diapositive

Slide 41 - Diapositive

Slide 42 - Diapositive

Slide 43 - Diapositive

Slide 44 - Diapositive

Slide 45 - Diapositive

Examenvraag
In de afbeelding zie je weefsel met bloedvaten uit een arm. Tussen de cellen van het weefsel bevindt zich weefselvloeistof. De stroomrichting is met pijlen aangegeven en drie plaatsen zijn met een letter aangegeven.

Een klein deel van de weefselvloeistof wordt niet door bloedvaten afgevoerd, maar door een ander vat. Dit vat is in de afbeelding aangegeven met de letter R.

De naam van R is: 

Slide 46 - Diapositive