H2 Dieren eten

• Biologie
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 1

H2 Dieren eten

Bacteriën bestaan uit meerdere cellen.

1. Waar
2. Niet waar

Wat is de functie van de bladgroenkorrels?

1. Ze zorgen voor stevigheid
2. Ze maken energie
3. Ze bewaren DNA
4. Er kan water in.

Een dierlijke cel heeft een celkern.

1. Waar
2. Niet waar

De mens wordt onderverdeeld in welke groep?

1. Bacterieën
2. Schimmels
3. Planten
4. Dieren

Leerdoelen

• Je kunt uitleggen hoe planten aan hun voedsel komen en waarom en hoe dieren dit doen.
  
• Je kent de andere naam voor planteneters, diereneters en alleseters en kunt vijf voorbeelden van elke groep noemen.
  
• Je kunt per groep en per dier uitleggen hoe hun gedrag en hun bouw past bij het soort voedsel dat ze eten.
  

vervolg leerdoelen

• Je kunt zelf op grond van gegevens wat dieren eten zelf een voedselketen en voedselweb maken van die dieren en planten.
  
• Je kunt het verschil tussen producenten en consumenten uitleggen en er voorbeelden van geven.
  

Plantaardige cel

• In bladgroenkorrels zit chlorofyl (bladgroen)

• In bladgroenkorrels vindt fotosynthese plaats: eigen energierijke voeding maken
  

eigen voedsel maken

Wij kunnen in ons lichaam niet ons eigen voedsel maken.

Hiervoor gaan we naar de winkel of halen we ingrediënten van het land.

Ook dieren, bacteriën en schimmels kunnen het niet. Zonder planten zouden er geen voedsel en geen zuurstof zijn!

Bladeren

huidmondjes voor fotosynthese

Benodigdheden voor fotosynthese:

1. Koolstofdioxide (CO₂)

2.Water (H₂O)

Met behulp van:

 1. Zonlicht (rood en blauw licht)

Krijgt een plant binnen via:

1. Huidmondjes
2. Wortels

1. Bladgroenkorrels

Reactievergelijking

               zonlicht 

• Water + koolstofdioxide  --> zuurstof + glucose

• Planten kunnen van glucose weer andere stoffen maken.
  

Welke stof wordt via de huidmondjes opgenomen?

1. Koolstofdioxide
2. Mineralen
3. Water
4. Zuurstof

Welke groep doet aan fotosynthese?

1. Bacteriën
2. Dieren
3. Planten
4. Schimmels

Bij fotosynthese ontstaat er ....

1. koolstofdioxide
2. verbranding
3. zuurstof
4. water

Planteneters

• Planteneters worden herbivoren genoemd.
  
• Planteneters hebben een lang darmkanaal (celwand is van cellulose en moeilijk af te breken -> bacterien)
• Planteneters hebben plooikiezen.
• Hoektanden ontbreken.

Vleeseters

• Vleeseters worden carnivoren genoemd.
• Vleeseters hebben een kort darmkanaal.
  
• Vleeseters hebben knipkiezen.
  
• Hoektanden groot, spits en scherp.
  

Alleseters

• Alleseters worden omnivoren genoemd
• Darmkanaal in  in verhouding tot de lichaamslengte middellang
• Kiezen zijn knobbelkiezen -> 'knippen' en malen
• Hoektanden altijd aanwezig
• Hoektanden even groot als snijtanden.

Dierengebit

Voedselketen

Piramide: overzichtelijk weergeven van voedselweb

Alle producenten bij elkaar, alle consumenten 1e orde bij elkaar, etc.

Begrippen voedselketen

• Producenten: Produceren (maken)eten (planten)

• consumenten 1e orde:

eet wat de producent maakt (planteneter)

• Consument 2e orde: eet de consument van de eerste orde. (vleeseters)

Voedselketen

Voedselweb

(Ecosysteem)

Wat is een andere naam voor diereneters ?

1. Omnivoren
2. Herbivoren
3. Carnivoren

Wat is een andere naam voor dieren die planten eten in een voedselketen ?

1. Consumenten 1e orde
2. Consumenten 2e orde
3. Consumenten 3e orde
4. Reducenten

Wat is een andere naam voor dieren die planteneters eten in een voedselketen ?

1. Consumenten 1e orde
2. Consumenten 2e orde
3. Consumenten 3e orde
4. Reducenten

Leerdoelen

• Je kunt uitleggen hoe planten aan hun voedsel komen en waarom en hoe dieren dit doen.
  
• Je kent de andere naam voor planteneters, diereneters en alleseters en kunt vijf voorbeelden van elke groep noemen.
  
• Je kunt per groep en per dier uitleggen hoe hun gedrag en hun bouw past bij het soort voedsel dat ze eten.
  

vervolg leerdoelen

• Je kunt zelf op grond van gegevens wat dieren eten zelf een voedselketen en voedselweb maken van die dieren en planten.
  
• Je kunt het verschil tussen producenten en consumenten uitleggen en er voorbeelden van geven.
  

Extra materiaal 

Het eerste filmpje gaat over een voedselweb, het tweede gaat wat dieper in op de fotosynthese (niet weten voor de toets).