Cette leçon contient 13 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
La durée de la leçon est: 50 min
Éléments de cette leçon
Werken met lineaire grafieken en formules
Slide 1 - Diapositive
Cet élément n'a pas d'instructions
Doel van de les
Aan het einde van de les kun je werken met lineaire grafieken en formules en kun je de grafiek herkennen en zelf de formule opstellen op kader niveau.
Slide 2 - Diapositive
Leg de leerlingen uit wat ze aan het einde van de les moeten kunnen en wat het niveau is.
Wat weet je al over lineaire grafieken en formules?
Slide 3 - Carte mentale
Cet élément n'a pas d'instructions
Wat zijn lineaire grafieken?
Een lineaire grafiek is een rechte lijn die ontstaat door punten met elkaar te verbinden. De lijn gaat omhoog of omlaag en is altijd recht.
Slide 4 - Diapositive
Laat voorbeelden zien van lineaire grafieken en vraag aan de leerlingen welke eigenschappen ze zien.
Hoe stel je een formule op?
Een formule van een lineaire grafiek ziet eruit als y = ax + b. Hierbij is a de richtingscoëfficiënt en b het snijpunt met de y-as.
Slide 5 - Diapositive
Laat een voorbeeld zien van een lineaire grafiek en vraag aan de leerlingen hoe ze de formule zouden opstellen.
Hoe gebruik je een formule?
Door een waarde in te vullen voor x in de formule, kun je de bijbehorende y-waarde berekenen. Hierdoor kun je de grafiek tekenen.
Slide 6 - Diapositive
Geef de leerlingen oefeningen waarbij ze de formule moeten gebruiken om de grafiek te tekenen.
Hoe herken je een lineaire grafiek?
Een lineaire grafiek herken je aan de rechte lijn die omhoog of omlaag gaat. Daarnaast kun je aan de formule zien of het een lineaire grafiek is.
Slide 7 - Diapositive
Geef de leerlingen oefeningen waarbij ze moeten aangeven of een grafiek lineair is of niet.
Hoe teken je een lineaire grafiek?
Om een lineaire grafiek te tekenen, kun je de formule gebruiken om de punten te berekenen en deze met elkaar te verbinden.
Slide 8 - Diapositive
Laat de leerlingen zelf een lineaire grafiek tekenen en gebruik hierbij de formule.
Wat is de richtingscoëfficiënt?
De richtingscoëfficiënt geeft aan hoeveel de grafiek omhoog of omlaag gaat per eenheid naar rechts. Dit wordt ook wel de helling genoemd.
Slide 9 - Diapositive
Laat de leerlingen oefeningen maken waarbij ze de richtingscoëfficiënt moeten berekenen.
Wat is het snijpunt met de y-as?
Het snijpunt met de y-as is het punt waar de grafiek de y-as snijdt. Dit punt heeft altijd de x-waarde 0.
Slide 10 - Diapositive
Laat de leerlingen oefeningen maken waarbij ze het snijpunt met de y-as moeten berekenen.
Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.
Slide 11 - Question ouverte
De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.
Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.
Slide 12 - Question ouverte
De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.
Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.
Slide 13 - Question ouverte
De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.