1HV H3.4 Ruiken en proeven

H3.4 Ruiken en proeven 
1 / 33
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

Cette leçon contient 33 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

H3.4 Ruiken en proeven 

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Diapositive

Wat is jouw favoriete geur?
Waarom is kunnen ruiken zo belangrijk?

Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Vidéo

Lesprogramma
Uitleg H3.3 over smaak en reuk

Aan de slag met huiswerk



Slide 5 - Diapositive

Zintuigen bij het proeven

Slide 6 - Diapositive

Zintuigen bij het proeven
Reukzintuigen
Smaakzintuigen
Ogen = Zichtzintuigen
Oren = Hoorzintuigen
Tastzintuigen
Warmtezintuigen
Koudezintuigen

Slide 7 - Diapositive

Neus en mond
Om eten te proeven werken je neus en mond samen!

Slide 8 - Diapositive

De Neus
Bestaat uit de volgende onderdelen:
  • Neusholte 
  • Neusslijmvlies (in de neus)
  • In het bovenste neusslijmvlies zitten de reukzintuigcellen
  • Deze cellen vangen geurdeeltjes op met hun receptoren

Slide 9 - Diapositive

Reukzintuig

Slide 10 - Diapositive

H3.3 Ruiken 
Geurdeeltjes (prikkels) in je neus worden opgevangen door zintuigcellen met receptoren. Verschillende receptoren vangen verschillende deeltjes op. De zintuigcellen zetten de prikkels om in een impuls en geven deze via de geurzenuw door aan de hersenen.

Slide 11 - Diapositive

Welke smaken proef je met je tong?
- Zoet
- Zout
- Bitter
- Zuur
- Umami

De smaak van eten is een combinatie van impulsen uit je reukzintuigcellen en smaakzintuigcellen

Slide 12 - Diapositive

Slide 13 - Diapositive

Slide 14 - Diapositive

Quiz H3

Slide 15 - Diapositive

Wat vangen de zintuigcellen in je zintuigen op?
A
Impulsen
B
Zenuwen
C
Prikkels
D
Licht

Slide 16 - Quiz

Zintuigcellen zetten impulsen om in prikkels
A
juist
B
onjuist

Slide 17 - Quiz

Welke zintuig ligt er NIET in je huid?
A
Warmtezintuig
B
Koudezintuig
C
Lichtzintuig
D
Pijnzintuig

Slide 18 - Quiz

De zenuw van de zintuigen naar de hersenen heet de
A
Bewegingszenuwcel
B
Gevoelszenuwcel
C
Schakelcel
D
Zintuigzenuwcel

Slide 19 - Quiz

Welk vlies in je oog voert voedingsstoffen naar je oog?


A
Het hoornvlies
B
Het netvlies
C
Het vaatvlies
D
Het voedingsvlies

Slide 20 - Quiz

Accommoderen van je oog betekent dat er meer licht in je oog komt.
A
waar
B
niet waar

Slide 21 - Quiz

Als je dichtbij kijkt..
A
Is je lens bol en lensbandjes strak
B
Is je lens bol en je lensbandjes los
C
Is je lens plat en je lensbandjes strak
D
Is je lens plat en je lensbandjes los

Slide 22 - Quiz

Slide 23 - Diapositive

Deze persoon staat in het
A
Licht
B
Donker

Slide 24 - Quiz

Oorschelp
Gehoorzenuw
Evenwichts-orgaan
Gehoorgang
Buis van 
Eustachius
Slakkenhuis
Gehoor-beentjes

Slide 25 - Question de remorquage

De bovenste gehoorsgrens van het menselijk gehoor is
A
2000 Hz
B
5000 Hz
C
10 000 Hz
D
20 000 Hz

Slide 26 - Quiz

Wat kun je doen om te voorkomen dat je gehoorschade oploopt?

Slide 27 - Question ouverte

Met welke zintuigcel zie je kleuren?
En waar liggen deze zintuigcellen?
A
Kegeltjes - In het hoornvlies
B
Kegeltjes - In het netvlies
C
Staafjes - In het hoornvlies
D
Staafjes - In het netvlies

Slide 28 - Quiz

Waarom is autorijden gevaarlijker met 1 oog?
A
Je kan maar 1 kant van de weg zien
B
Je beeld is donkerder
C
Mensen raken afgeleid door je coole ooglapje
D
Je kunt minder goed diepte waarnemen

Slide 29 - Quiz

Waar bevinden zich de reukzintuigcellen?
A
bij Q
B
bij R
C
bij P
D
bij S

Slide 30 - Quiz

het reuk zintuig is deel van het...
A
reukslijmvlies
B
neusslijmvlies
C
geurstofslijmvlies
D
smaak/reukslijmvlies

Slide 31 - Quiz

Welk onderdeel van de geurzintuigcel vangt de geurdeeltjes op in je neus?
A
De receptor
B
Het slijmvlies
C
De zenuwcel
D
De smaakpapillen

Slide 32 - Quiz

Waarom ruik je soms een vieze geur na een tijdje niet meer?
A
Je neus is overprikkeld en stopt met werken
B
De zintuigcellen raken beschadigd
C
Je hersenen stoppen met de constante geur waarnemen
D
Je reukzenuw stopt ermee

Slide 33 - Quiz