Taal thema 2 les 10 groep 8

• Nederlands
• Basisschool
• Groep 8

Herhaling week 2

Wat hebben we geleerd?

Wat hebben we geleerd met Taal deze week?

LEESTEKENS

- punten

- vraagtekens

- uitroeptekens

- komma's

- dubbele punten

Onderwerp

1. Zoek de persoonsvorm (hoe vind je die?)
2. Vraag: wie of wat + persoonsvorm
3. Het antwoord op die vraag is het onderwerp

Lijdend- meewerkend voorwerp

Lijdend voorwerp= Wie/wat + onderwerp + gezegde.

Ze belt hem boos op.

 

Meewerkende voorwerp = vraag aan wie + onderwerp + gezegde

Zij geeft hem een step. 

Schrijf- en spreektaal

Wat is het verschil?

De school geeft Mike een waarschuwing.
Wat is het Onderwerp?

1. Mike
2. Een waarachuwing
3. De School
4. Geeft

Mijn huiswerk heb ik niet gemaakt.
Wat is het lijdend voorwerp?

1. Mijn huiswerk
2. heb gemaakt
3. ik
4. heb

Wat is in de volgende zin het onderwerp?
Hij vraagt zijn meester raad.

De juf gaf Jim strafwerk.
Wat is het meewerkend voorwerp?

Marije eet een peer.
Wat is het lijdend voorwerp?

1. peer
2. een peer
3. Marije
4. eet

Wat heeft de advocaat jou verteld?
Wat is het meewerkend voorwerp?

bij voorbaat

1. schrijftaal
2. spreektaal

U en uw gezelschap zijn derhalve welkom.

1. Spreektaal
2. Schrijftaal

Zou Joost even snel wegrijden, ging hij zo floer onderuit en klatsj met z'n snufferd op de stoep.

1. schrijftaal
2. spreektaal

De buurman zei ga daar weg.

Schrijf de zin met leestekens.

Ik zei ga daar nou niet staan.

Schrijf de zin met leestekens.

Straks krijgen jullie een ijsje zei papa.

Schrijf de zin met leestekens.

Wat vonden jullie van zo'n herhalingsles?

Leuk

Geef mij maar gewoon een boek herhalingsles.

Ik weet het nog niet

Stom ik ken de onderdelen al