Thema 6 Ecologie

Thema 6 Ecologie
1 / 45
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

Cette leçon contient 45 diapositives, avec diapositives de texte et 3 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Thema 6 Ecologie

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Lesopbouw
    Lesopbouw
  1. Terugblik  H.5      2 min
  2. Instructie          10 min  
  3. Aan de slag       25 min
  4. Afsluiting           5 min

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Lesdoelen
  1. Je kunt de voedselrelaties tussen organismen beschrijven.
  2. Je kunt beschrijven dat bij fotosynthese energierijke stoffen worden gevormd uit energiearme stoffen, en hoe bij verbranding die energie weer vrijkomt.























Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Bs 1: Eten en gegeten worden 

Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Eten of gegeten worden

Slide 5 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 6 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Voedselketen 
-Maakt zichtbaar wie wie eet 
-Let op dat je de pijlen de goede kant op tekent! 
-Een voedselketen begint altijd met een plant of alg met bladgroenkorrels 

Slide 7 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Algen

Slide 8 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Voedselweb 
-In het echte leven zijn er meerdere voedselketens door elkaar
-Deze geef je weer in voedselweb 
-Let op de pijlen! 

Slide 9 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 10 - Vidéo

Wat is fotosynthese?
Stofwisseling
-Fotosynthese en verbranding zijn twee processen die samenwerken
-Bij fotosynthese worden energiearme stoffen omgezet in energierijke stoffen 
-Van glucose en mineralen maken planten koolhydraten, eiwitten en vetten 
-Vetten en koolhydraten kunnen worden verbrand om energie te krijgen

Slide 11 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Fotosynthese

Slide 12 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Producenten en consumenten
-Organismen met bladgroenkorrels kunnen energierijke stoffen maken. Je noemt hen producenten. 
-Dieren kunnen niet zelf energierijke stoffen produceren. Zij eten daarom planten of dieren. Dit zijn consumenten. 

Slide 13 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Verschillende consumenten
-Planteneters: eten planten (1e orde) 
-Alleseters: eten planten en dieren (1e orde) 
-Vleeseters: eten dieren (2e orde) 


Slide 14 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Afvaleters en reducenten 
-Afvaleters zijn kleine beestjes die dood materiaal opeten en daardoor verkleinen
-Reducenten zijn bacteriën en schimmels zetten energierijke stoffen om in energiearme stoffen en geven ze af aan de bodem

Slide 15 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Aan de slag

Blz 70 t/m 74

Opdr. 1,2,3,5, 

opdr.6 ( c en d ) en 7

Slide 16 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Paragraaf 2
-Je kunt omschrijven wat piramiden van aantallen en van biomassa weergeven
-Je kunt beschrijven op welke manieren energie uit de voedselketen verdwijnt 

Slide 17 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Piramide van aantallen 
-In een voedselweb of voedselketen is ieder organisme een schakel
-Iedere schakel is een kleinere groep

Slide 18 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Piramide van biomassa
-Alle energierijke stoffen van een organisme is biomassa
-Iedere schakel heeft een hoeveelheid biomassa
-De piramide van biomassa is altijd een piramidevorm 

Slide 19 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Energie in een voedselketen 
-Producenten maken energierijke stoffen door middel van het proces fotosynthese 
-De planteneters krijgen deze stoffen binnen door producenten te eten 

Slide 20 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Energie in voedselketen
-Reducenten gebruiken energie uit gestorven producenten 

Slide 21 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Paragraaf 3: Koolstofkringloop en stikstofkringloop 

-Je kunt de koolstofkringloop beschrijven en aflezen 
-Je kunt de stikstofkringloop beschrijven en aflezen 

Slide 22 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Koolstofkringloop (C)
-Koolstofdioxide wordt opgenomen in planten
-Planten gebruiken koolstof om glucose te maken 
-Een deel van glucose wordt gebruikt, waarbij koolstofdioxie vrijkomt
-Een deel van glucose wordt gemaakt om koolhydraten, eiwitten en vetten te maken

Slide 23 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Stikstofkringloop (N)
-Stikstof zit oa in nitraat (een mineraal) dat opgelost is in water
-Nitraat en glucose wordt samen eiwitten 

Slide 24 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Stikstofkringloop (N)
-Eiwitten gaan naar andere organismen doordat het organisme wordt opgegeten of door uitscheiden van poep
-De eiwitten in uitwerpselen en dode planten en dieren wordt gebruikt als brandstof door reducent
-Hierbij ontstaat ammoniak dat als gas de lucht in gaat of oplost in water
-Opgeloste ammoniak kan weer worden omgezet in nitraat die wordt opgenomen door planten

Slide 25 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Stikstofkringloop (N)
-Stikstof in de lucht kunnen dieren en planten niet opnemen
-Bacteriën kunnen stikstof binden en er oa nitraat van maken
-Bacteriën kunnen een samenwerking aangaan met bv klaver 

Slide 26 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Huiswerk 
Paragraaf 1, 2 en 3 

Slide 27 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Paragraaf 4 
- Je kunt de invloeden op organismen indelen in biotische en abiotische factoren
-Je kunt de niveaus van de ecologie beschrijven
-Je kunt aangeven hoe de grootte van een populatie wordt beïnvloed door biotische en abiotische factoren 

Slide 28 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Invloeden uit de leefomgeving
-Biotische factoren
-A-biotische factoren 

Slide 29 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Niveaus 
-Individu: 1 organisme
-Populatie: meerdere organismen van dezelfde soort 
-Levensgemeenschap: meerdere populatie samen
-Ecosysteem: alle biotische en a-biotische factoren 

Slide 30 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Populatiegrootte
-Populaties verschillen van grootte gedurende de tijd 
-Voedseldieren en roofdieren zijn wel of niet in evenwicht
-Meestal schommelen aantallen rond een evenwicht

Slide 31 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Optimumkromme
-Milieu kan veranderen, bv temperatuur
-In een optimumkromme staat de temperatuur en kans op overleven weergegeven
-Tolerantiegebied is de temperatuur waarin organismen kunnen leven 

Slide 32 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Huiswerk volgende week donderdag 
Paragraaf 4 en 5

Slide 33 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Paragraaf 5: Aanpassingen bij dieren
-Je kunt uitleggen hoe dieren zijn aangepast aan hun leefomgeving 

Slide 34 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Waterdieren 
-Schutkleuren 

Slide 35 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 36 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Landzoogdieren
-Zoolgangers
-Teengangers
-Hoefgangers

Slide 37 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Vogels
-Snaveltypen
      -Zeefsnavel
      -Priemsnavel
      -Haaksnavel
      -Kegelsnavel
      -Pincetsnavel
-Poten van vogels 

Slide 38 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Huiswerk
Paragraaf 4 en 5 

Slide 39 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Paragraaf 6: Aanpassingen bij planten 
- Je kunt uitleggen hoe planten zijn aangepast aan hun leefomgeving 

Slide 40 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Aanpassingen aan droge omgeving
-Weinig huidmondjes
-Dikke waslaag over het blad
-Bladeren met een klein oppervlak 
-Behaarde stengels en bladeren of stekels  
-Opslaan van water 

Slide 41 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Aanpassingen aan een vochtige omgeving
- Waterplanten hebben luchtkanalen 
-Onderwaterplanten hebben geen huidmondjes. Ze nemen stoffen op via de bladeren

Slide 42 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Aanpassingen aan het licht 
-Zonplanten leven in volle zon
-Schaduwplanten leven in de schaduw, bloei in het voorjaar als er nog licht is 
-Hoeveelheid bladgroenkorrels in het blad 
-Klimplanten groeien naar het licht 

Slide 43 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Huiswerk 
Paragraaf 6 aanpassingen van planten
1e opdracht duurzaamheid (paragraaf hoef je niet te maken)

Slide 44 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Huiswerk
-Thema 6: paragraaf 1 en 2af

Slide 45 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions