Taalles herhaling

Themawoorden
1 / 17
suivant
Slide 1: Diapositive
TaalBasisschoolGroep 6

Cette leçon contient 17 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Themawoorden

Slide 1 - Diapositive

Jullie hebben net hard geoefend met de themawoorden. 
Nu gaan we kijken hoeveel woorden jullie hebben onthouden. 
Dit doen we door middel van een quiz.

Slide 2 - Diapositive

Wat moet je doen? 
1. pak je laptop en ga naar internet. 
2. Toets in de zoekbalk: lessonup.com
3. Ga naar de studentpin en vul de code op de volgende dia in. 

Slide 3 - Diapositive

Welk beroep heeft deze persoon?
A
Fysiotherapeut
B
Meester
C
Wijkagent
D
detective

Slide 4 - Quiz

Wat betekend
iets op je kerfstok hebben.
A
Iets verkeerd gedaan hebben.
B
Iets van tevoren plannen.
C
Iets duidelijk proberen te maken.
D
Iets geks gedaan hebben.

Slide 5 - Quiz

Wat betekend haarfijn
A
Heel kort
B
Heel lang
C
Heel precies
D
Heel stom

Slide 6 - Quiz

De inventaris
van een school

Slide 7 - Carte mentale

Wat betekend een afkeer hebben voor iets?
A
Grote hekel hebben aan iets.
B
Je kunt iets niet.
C
Je hebt er over gehoord.
D
Je hebt er over gelezen.

Slide 8 - Quiz

We hebben een hekel aan onze tante.
Welke uitdrukking past hierbij?
A
Aan iemands lippen hangen.
B
Geen hoge pet van iemand op hebben.
C
Het niet op iemand begrepen hebben.
D
Iemand iets op de mouw spelden.

Slide 9 - Quiz

Wat is een voorbeeld van
verbale communicatie
A
Gesprek voeren
B
Gebaren naar iemand
C
Boos kijken
D
Playbacken

Slide 10 - Quiz

Noem een plek waar
het stikdonker is

Slide 11 - Carte mentale

Ik vind deze quiz betrekkelijk moeilijk.
Wat betekend betrekkelijk?
A
Eerlijk gezegd
B
Helemaal niet zo
C
Vergeleken met iets anders
D
Afwisselend wel en niet

Slide 12 - Quiz

Wat betekend beschikken over?
A
Alles doen met
B
Gebruikmaken van
C
Kennis hebben over
D
Snel leren door

Slide 13 - Quiz

Mijn hond zoekt een andere hond om mee te spelen.
Wat zoekt mijn hond?
A
Een hert
B
Een soortgenoot
C
Een wolf
D
Een roedel

Slide 14 - Quiz

Welk begrip past er bij:
de strijd tussen mensen of dieren om de beste plek
A
Concurrentie
B
Roedel
C
Territorium
D
Afbakenen

Slide 15 - Quiz

Welke dieren leven in
een roedel

Slide 16 - Carte mentale

Hoe vind je deze taalles?
😒🙁😐🙂😃

Slide 17 - Sondage