Thema 4 woordenschat

themawoorden
1 / 13
suivant
Slide 1: Carte mentale
WoordenschatBasisschoolGroep 6

Cette leçon contient 13 diapositives, avec quiz interactifs et diapositive de texte.

Éléments de cette leçon

themawoorden

Slide 1 - Carte mentale

Wat gaan we doen?
Woorden herhalen voor de toets.

Lees in je boek de thema woorden nog een keer door.
Blz 111, 119 en 127

Slide 2 - Diapositive

Moeilijke woorden

Slide 3 - Carte mentale

Welke inventaris is hier in het klaslokaal?

Slide 4 - Question ouverte

Wat betekend het volgende gezegde;
Het niet op iemand begrepen hebben
A
Dat je iemand niet begrijpt.
B
Dat je een hekel hebt aan iemand.
C

Slide 5 - Quiz

Welke edelstenen ken je?

Slide 6 - Question ouverte

rechercheur
commissaris
wijkagent
verdachte
Iemand waarvan wordt gedacht dat hij iets strafbaars heeft gedaan.
Politieagent in een bepaalde wijk.
De baas van de politie.
Iemand die de boeven opspoort.

Slide 7 - Question de remorquage

Waakhond
Een apparaat dat een hard geluid maakt als iemand stiekem binnenkomt.
Een hond die het gebouw beschermd.
Een slot waarmee je de deur extra goed kunt afsluiten.
Appartaat dat op een bepaald tijdstip een geluid of licht aan laat gaan.
Nachtslot
Tijdklok
Inbraakalarm

Slide 8 - Question de remorquage

Waar hebben jullie een afkeer voor?

Slide 9 - Question ouverte

Wat betekend;
Iets op je kerfstok hebben.
A
Een liefde voor iets of iemand hebben.
B
Hij kan ons niks maken.
C
Je weet er veel van.
D
Iets verkeerd gedaan.

Slide 10 - Quiz

Waar is het kind niet verzorgd?
A
B
C
D

Slide 11 - Quiz

Wat is de inhoud?
Wat en hoeveel zit er in?

Slide 12 - Question ouverte

Welke woorden vind ik nog moeilijk?

Slide 13 - Question ouverte