Kegeltjes: waarnemen grijstinten, wit en grijstinten
Staafjes: waarnemen kleuren
C
Kegeltjes: waarnemen kleuren en wit
Staafjes: waarnemen kleuren. grijs en zwart
D
Kegeltjes: waarnemen kleuren
Staafjes: waarnemen zwart, wit en grijstinten
Slide 11 - Quiz
Met welk nummer is de blinde vlek aangegeven?
A
10
B
11
C
12
D
5
Slide 12 - Quiz
Wat is de blinde vlek?
A
De plek in het oog waar de meeste kegeltjes zitten
B
De plek in het oog waar de meeste staafjes zitten
C
De plek waar de oogzenuw naar de hersenen gaat
D
Alles wat je niet kan zien in het universum
Slide 13 - Quiz
Hoe noemen we een invloed waarvoor een zintuig gevoelig is?
A
impuls
B
zenuw
C
prikkel
Slide 14 - Quiz
De zwakste prikkel die een impuls veroorzaakt heet de ...
A
Adequate prikkel
B
Gewenning
C
Drempelwaarde
D
Zintuig
Slide 15 - Quiz
Als een voetballer een bal tegen zijn oog aankrijgt ontstaan er impulsen in je ogen. Je kan dan "sterretjes" zien. Is de druk van de bal voor je ogen een adequate of niet-adequate prikkel?
A
Adequate prikkel
B
Niet-adequate prikkel
Slide 16 - Quiz
Wat is een adequate prikkel
A
De prikkel waar een zintuig gevoelig voor is
B
De kleinste prikkel die een zintuig kan waarnemen
C
Een prikkel waar het zintuig ongevoelig voor is
D
Een signaal dat via de zenuwen naar de hersenen gaat
Slide 17 - Quiz
Je werkt in de bakkerij, na een tijdje ruik je het gebakken brood niet meer. De drempelwaarde ging ...
A
omhoog
B
omlaag
Slide 18 - Quiz
Een zintuig met een hoge drempelwaarde zal eerder reageren op een prikkel dan een zintuig met een lage drempelwaarde
A
Juist
B
Onjuist
Slide 19 - Quiz
Je hebt de hele dag sokken aan. Toch voel je dit niet. Hoe komt het dat je dat niet waarneemt?
A
Gewenning
B
Motivatie
C
Hoe snel je hersenen een waarneming verwerken
Slide 20 - Quiz
Thema 11
basisstof 6: Het oor
Slide 21 - Diapositive
Slide 22 - Vidéo
Gehoorzintuig
In de oren
Reageert op geluiden/trillingen.
De zintuigcellen (haartjes) in het slakkenhuis sturen impulsen naar de hersenen, waardoor je kunt horen.
Adequate prikkel = Geluid/trilling
Slide 23 - Diapositive
Slakkenhuis
Hier zitten de zintuigcellen in om te waarnemen
Het lijkt op een slak
Slide 24 - Diapositive
Slide 25 - Diapositive
Lederhuid
Opperhuid
Slide 26 - Question de remorquage
Reukzintuig
In de neus
Reageert op geuren
De zintuigcellen (haartjes) in de neus sturen impulsen naar de hersenen, waardoor je kunt ruiken.
Adequate prikkel = Geuren
Slide 27 - Diapositive
Smaakzintuig
In de tong
Reageert op smaken
De zintuigcellen de smaakknopjes (groeven) in de tong sturen impulsen naar de hersenen, waardoor je kunt ruiken.
Adequate prikkel = smaken
Slide 28 - Diapositive
Er bevinden zich vijf verschillende typen smaakzintuigcellen op de tong.
Welke vijf smaken kunnen wij onderscheiden?
zoet - zuur - zout - bitter - umami
Slide 29 - Diapositive
Kennisvragen
Slide 30 - Diapositive
In het slakkenhuis in het oor ontstaan impulsen
A
Juist
B
Onjuist
Slide 31 - Quiz
Het oor heeft als taak prikkels op te vangen. Wat is de prikkel voor het oor?
A
licht
B
impuls
C
geluid
D
tikken
Slide 32 - Quiz
Het oor heeft als taak prikkels op te vangen. Wat is de adequate prikkel voor het oor?
A
Geur
B
Druk
C
Licht
D
Geluid
Slide 33 - Quiz
Zet het onderdeel van je oor bij het juiste nummer:
3
4
10
2
7
11
oorschelp
trommelvlies
slakkenhuis
gehoorbeentjes
gehoorzenuw
gehoorgang
Slide 34 - Question de remorquage
Welk onderdeel aan de binnenkant van je oor geeft de trillingen door aan het slakkenhuis?