§ 9 Autotroof en Hetrotroof § 10 De energiestroom in een ecosysteem

Ecologie
§ 9 Autotroof en Hetrotroof
§ 10 De energiestroom in een ecosysteem
1 / 25
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolVoortgezet speciaal onderwijshavoLeerroute HLeerjaar 2,3

Cette leçon contient 25 diapositives, avec diapositives de texte et 3 vidéos.

Éléments de cette leçon

Ecologie
§ 9 Autotroof en Hetrotroof
§ 10 De energiestroom in een ecosysteem

Slide 1 - Diapositive

wat gaan we deze les doen?

Doelen

-Aan het einde van de les kun je uitleggen wat heterotroof en autotroof is en hier voorbeelden van noemen

- Aan het einde van de les kun je de energiestroom in een ecosysteem beschrijven en verklaren

Uitleg

Aan de slag

Slide 2 - Diapositive

autotroof en heterotroof
  • autotroof betekent zelfvoedend, kan uit anorganische moleculen organische moleculen maken

  • heterotroof betekent dat een ander nodig is om organische stof te krijgen, moet dus organische stoffen opnemen

Slide 3 - Diapositive

producent: autotroof (plant)
consumenten : heterotroof (dier)

Slide 4 - Diapositive

Autotroof
Heterotroof

Slide 5 - Diapositive

Slide 6 - Vidéo

Slide 7 - Vidéo

Energiestroom in een ecosysteem

  • De verschillende schakels van een voedselketen noemt men trofische niveaus.
  • Producenten zijn het eerste trofische niveau, consumenten 1e orde het tweede trofische niveau, etc.

  • Als organismen opgegeten worden, worden hun energierijke stoffen doorgegeven aan het volgende trofische niveau.

Slide 8 - Diapositive

Energie gaat verloren

  • Elk organisme verbruikt energie
  • Energie komt vrij als warmte en verlaat het organisme
  •  Elke trofische schakel bevat minder organisme

Slide 9 - Diapositive

Slide 10 - Vidéo

Hoe noem je het deel van de biologie dat relaties tussen organismen en hun milieu onderzoekt?
  • Het deel van de biologie dat de relaties tussen organismen en hun milieu onderzoekt, heet
    ecologie.

Slide 11 - Diapositive

Tot welk niveau van de ecologie behoort een groep individuen van dezelfde soort in een bepaald gebied, die zich onderling voortplant?
  • populatie

Slide 12 - Diapositive

Tot welk niveau van de ecologie behoort een bos?
  • ecosysteem

Slide 13 - Diapositive

Tot welk niveau van de ecologie behoort een hert in een bos?
  • individu

Slide 14 - Diapositive

Tot welk niveau van de ecologie behoren de bosanemonen in een bos?
  • populatie

Slide 15 - Diapositive

Tot welk niveau van de ecologie behoren alle organismen in een ecosysteem?
  • levensgemeenschap

Slide 16 - Diapositive

Tot welk niveau van de ecologie behoort een groep individuen van dezelfde soort in een bepaald gebied, die zich onderling voortplant?
  • populatie

Slide 17 - Diapositive

Tot welk niveau van de ecologie behoort een weiland?
  • Ecosysteem

Slide 18 - Diapositive

Tot welk niveau van de ecologie behoort een vis in een sloot?
  • individu

Slide 19 - Diapositive

Tot welk niveau van de ecologie behoren de schorpioenen in een woestijn?
  • populatie

Slide 20 - Diapositive

Tot welk niveau van de ecologie behoren alle organismen in een ecosysteem?
  • leefgemeenschap

Slide 21 - Diapositive

Hoe heet het geheel van voedselrelaties in een ecosysteem?
  • Het geheel van voedselrelaties in een ecosysteem noem je een
    voedselweb.

Slide 22 - Diapositive

Afhankelijk van de voedselkeuze is een dier een alleseter, planteneter of vleeseter.
Welke van deze groepen dieren behoort of behoren tot de consumenten in de kringloop van stoffen?

  • Ze behoren tot de alleseters, vleeseters en planteneters

Slide 23 - Diapositive

In de afbeelding zie je een eekhoorn bij een nest met jonge vogels.
Behoren eekhoorns tot de alleseters, tot de planteneters of tot de vleeseters?


  • alleseters

Slide 24 - Diapositive

Huiswerk voor
Opdrachten maken 30 t/m 32
en de Diagnostische toets

Slide 25 - Diapositive