7.5 Veilig eten (vwo)

1 / 12
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

Cette leçon contient 12 diapositives, avec quiz interactif, diapositives de texte et 1 vidéo.

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

7.5 Veilig eten (afsluiting H7)

Slide 2 - Diapositive

Leerdoelen
  • Je kunt uitleggen hoe je ziek kunt worden door eten.
  • Je kunt uitleggen hoe je bepaalt hoeveel gifstof je mag binnenkrijgen.
  • Je kunt uitleggen hoe je bepaalt of iets gevaarlijk is of niet.


Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Vidéo

Wat in het filmpje niet genoemd, maar is het meest schadelijk voor je gezondheid?
A
Schadelijke stoffen die uit het milieu in je eten komen
B
Een ongezond dieet: veel calorieën en niet volgens de schijf van vijf
C
Ziekteverwekkende bacteriën in het voedsel
D
Conserveermiddelen

Slide 5 - Quiz

Top drie van risico's van voedsel volgens consumenten en volgens wetenschappelijk onderzoek

Slide 6 - Diapositive

1 Bacteriën, schimmels en parasieten
Bacteriën
- voedselinfectie (door bacteriën)
- voedselvergiftiging (door toxinen)

Parasieten zijn bijv. lintwormen of toxoplasma (ziekte toxoplasmose)


Slide 7 - Diapositive

2 Schadelijke stoffen in het milieu
Zware metalen = metalen met een hoge soortelijke massa; meestal giftig (bijv. lood en cadmium)

Dioxine = giftige stoffen die ontstaan door verbranding van stoffen met chloor erin. 

PCB's= giftige stoffen die ontstaan door verbranding van stoffen met chloor erin.

Slide 8 - Diapositive

3 Resten van bestrijdingsmiddelen en medicijnen

Productieketen = de stappen in het hele productieproces van bijv. voedingsmiddelen (van het land tot klant)

Slide 9 - Diapositive

Hoeveel gifstoffen mag je binnen krijgen?
Dosis: uitgedrukt in milligram of micogram (μg)

Uitzoeken hoeveel je binnen kunt krijgen zonder ziek te worden: 







ADI = dagelijkse aanbevolen inname

Slide 10 - Diapositive

Bepalen hoe giftig een stof is. LD-50 berekenen. 

Slide 11 - Diapositive

Wat?
Maken: 7.5 opdr 2 t/m 10
Hoe?
In je (online) boek. Werkbladopdrachten maak je in je schrift. Fluisterend overleggen of muziek luisteren.
Hulp?
Steek je hand op. Als je geen muziek luistert mag je ook overleggen met je buurman/buurvrouw.
Tijd?
15 minuten
Klaar?
Je mag nu aan de slag met huiswerk voor een ander vak!
Opbrengst
Als je klaar bent heb je je huiswerk af! Nu weet je meer over de stof. 

Slide 12 - Diapositive