Word order - woordvolgorde

Word order - woordvolgorde
Unit 3 grammar
AllRightMax
klas 2
1 / 13
suivant
Slide 1: Diapositive
EngelsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

Cette leçon contient 13 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Word order - woordvolgorde
Unit 3 grammar
AllRightMax
klas 2

Slide 1 - Diapositive

Leerdoel
Ik kan een Engelse zin vormen in de correcte Engelse woordvolgorde. 

Slide 2 - Diapositive

Wat is de opbouw van een bevestigende Engelse zin?
A
Wie - wat - doet - wanneer - waar
B
Wie - doet - wat - wanneer - waar
C
Wie - doet - wat - waar - wanneer
D
Wat - doet - wie - waar - wanneer

Slide 3 - Quiz

Woordvolgorde
Woordvolgorde is de manier waarop een Engelse zin opgebouwd is uit woorden.

Je houd een bepaalde volgorde aan van verschillende woorden en daar vorm je een correcte Engelse zin mee.

Slide 4 - Diapositive

Opbouw
Opbouw bevestigende Engelse zin:
Wie - doet - wat - waar - wanneer

De tijd (wanneer) zet je alleen vooraan als dat het belangrijkste in de zin is. 
When did you go to school?
Yesterday I went to school.

Slide 5 - Diapositive

Slide 6 - Diapositive

Voorbeelden
(wanneer?) - wie? - doet? - wat/wie? - waar? - wanneer?

I - am walking - to school - today.
Wie - doet? - wat? - wanneer?

They - are - usually - at the gym - on Mondays.
She - bought - a blue dress.

Slide 7 - Diapositive

Zet in de juiste volgorde:
He - to the market - on - always - Sundays - goes
timer
1:00

Slide 8 - Question ouverte

Tijd en plaats in de zin
De tijdsbepaling (wanneer iets gebeurt) mag vooraan of achteraan in de zin.
Je mag de tijd alleen vooraan zetten als dat het belangrijkste in de zin is.
When did you see him? > Yesterday I saw him.

Slide 9 - Diapositive

Tijd en plaats in de zin.
Eerst komt de plaatsbepaling en dan de tijdsbepaling in de zin.
Ezelsbruggetje: patat - toetje (plaats - tijd)
In het alfabet komt de t voor de p ;-)

I saw him at the supermarket last week.
We went to Mexico two years ago.

Slide 10 - Diapositive

Oefenen (zelfstandig)
Do exercise 4, 5 & 6 on p95-96 of your book.


Slide 11 - Diapositive

Ik heb deze drie dingen geleerd in deze les:

Slide 12 - Question ouverte

Ik heb nog een vraag over deze uitleg:

Slide 13 - Question ouverte