Basisstof 1.4 & 1.5

• Biologie
• Middelbare school
• vmbo b
• Leerjaar 3

Startklaar

• Op je plek zitten 
• Telefoon in het Zakkie 
  
• Jas over de stoel, oortjes in de tas, tas op de grond
• Schoolspullen op tafel: Chromebook, JdW-map, etui 

Bij de start van iedere les verwelkomt de docent de leerlingen bij de ingang van de deur, noemt leerlingen bij naam, maakt oogcontact en besteedt aandacht aan het welbevinden van leerlingen. De docent geeft het goede voorbeeld en spreekt hoge verwachtingen uit voor het verloop van de les door succescriteria op gewenst gedrag, schooltaal en effectief leren te benoemen. De leerlingen zitten startklaar en zijn bijvoorbeeld ingelogd in LessonUp en hebben hun JdW-map op tafel.

Leerdoelen vorige lessen

1. Je kunt uitleggen wat een organisme is.
   
2. Je kunt negen levenskenmerken van organismen noemen.
   
3. Je kunt onderscheiden of iets levend, dood of levenloos is.
   
4. Je kunt de organisatieniveaus binnen een organisme benoemen en beschrijven.
   
5. Je kunt tien orgaanstelsels van een mens noemen.
   

Hoeveel van de 3 leerdoelen heb je behaald?

Alle vier

drie

twee

een

geen

Basisstof 1.3 Cellen van planten en Dieren

Je lichaam bestaat uit ongeveer honderd biljoen cellen wanneer het volgroeid is. Ook andere organismen, zoals planten, kunnen uit heel veel cellen bestaan.

Plan van vandaag

1. Uitleg Basisstof 3
2.  Maken van de opdrachten van Basisstof 3
   
3. Afsluiting

      Leerdoelen

1.3.1 Je kunt delen benoemen van dierlijke en plantaardige cellen met hun kenmerken en functies.

3. Leerdoelgericht werken

De docent geeft het onderwerp, RTTI geformuleerde leerdoelen en de lesopbouw aan. De docent weet de leerdoelen goed te laten aansluiten bij de voorkennis en het (taal)niveau van de leerlingen. Gedurende de les wordt continu een terugkoppeling naar de leerdoelen gemaakt om de mate van beheersing te controleren.

Dierlijke cellen

Cytoplasma is een stroperige vloeistof van water met veel opgeloste stoffen. 

Om het cytoplasma ligt een dun vlies: het celmembraan.

 In het cytoplasma ligt de celkern. De celkern regelt alles wat er in een cel gebeurt.

Wat doet een celkern?

1. Alles regelen in de cel
2. Niks
3. Kleur geven
4. Stevigheid geven

Plantaardige cellen

Cytoplasma

celmembraan

celkern

plantencellen hebben nog meer onderdelen: een vacuole en korrels . Ook hebben ze een celwand.

Vacuolen zijn blaasjes die gevuld zijn met vocht (water met opgeloste stoffen)

 

Wat is de vacuole?

1. Ruimte in de cel
2. Onderdeel van een dierlijke cel
3. Een blaasje met vocht in een plantencel
4. Hetzelfde als een celwand

Korrels

n het cytoplasma van plantencellen kunnen korrels voorkomen. Er zijn drie soorten korrels:

• bladgroenkorrels

• kleurstofkorrels

• zetmeelkorrels

Bladgroenkorrels komen voor in de groene delen van planten, vooral in de bladeren.

 In bladgroenkorrels vindt fotosynthese plaats. Door fotosynthese ontstaat glucose. 

Een plant gebruikt glucose als energiebron en als grondstof om de stoffen te maken waaruit de plant bestaat.

Omzetten van korrels

Wat doen bladgroenkorrels in een plantencel?

Aan de slag!

Maak tot en met opdracht met een + ervoor!

Startklaar

• Op je plek zitten 
• Telefoon in het Zakkie 
  
• Jas over de stoel, oortjes in de tas, tas op de grond
• Schoolspullen op tafel: Chromebook, JdW-map, etui 

Bij de start van iedere les verwelkomt de docent de leerlingen bij de ingang van de deur, noemt leerlingen bij naam, maakt oogcontact en besteedt aandacht aan het welbevinden van leerlingen. De docent geeft het goede voorbeeld en spreekt hoge verwachtingen uit voor het verloop van de les door succescriteria op gewenst gedrag, schooltaal en effectief leren te benoemen. De leerlingen zitten startklaar en zijn bijvoorbeeld ingelogd in LessonUp en hebben hun JdW-map op tafel.

Plan van vandaag

1. Herhaling Cellen planten en dieren
2. Uitleg Basisstof 5 (groei en ontwikkeling van de mens)
3.  Maken van de opdrachten van Basisstof 5
   
4. Afsluiting

      Leerdoelen

1.5.1 Je kent twee soorten groei en ontwikkeling bij een mens.

1.5.2 Je kunt de levensfasen van de mens noemen met de gemiddelde leeftijden.

3. Leerdoelgericht werken

De docent geeft het onderwerp, RTTI geformuleerde leerdoelen en de lesopbouw aan. De docent weet de leerdoelen goed te laten aansluiten bij de voorkennis en het (taal)niveau van de leerlingen. Gedurende de les wordt continu een terugkoppeling naar de leerdoelen gemaakt om de mate van beheersing te controleren.

Wat doet een celkern?

1. Alles regelen in de cel
2. Niks
3. Kleur geven
4. Stevigheid geven

Wat is de vacuole?

1. Ruimte in de cel
2. Onderdeel van een dierlijke cel
3. Een blaasje met vocht in een plantencel
4. Hetzelfde als een celwand

Wat doen bladgroenkorrels in een plantencel?

Heeft een dierlijke cel een celwand?

1. Nee alleen plantencellen hebben dat
2. Ja dierlijke cellen hebben een celwand

1.5Groei en ontwikkeling bij een mens

1.5.1 Je kent twee soorten groei en ontwikkeling bij een mens.

1.5.2 Je kunt de levensfasen van de mens noemen met de gemiddelde leeftijden.

De levensfasen van de mens

• baby

• peuter

• kleuter

• schoolkind

• puber

• adolescent

• volwassene

• oudere

Lichamelijke groei en ontwikkeling

 Een baby wordt niet alleen groter, maar leert ook staan en lopen. Dat zijn voorbeelden van lichamelijke groei en ontwikkeling.

Geestelijke groei en ontwikkeling

•  Een schoolkind leert al rekenen en lezen. 
• Een adolescent leert zelfstandig te denken. 
• Een volwassene leert de belastingaangifte te doen. 
• Een oudere leert omgaan met nieuwe media. 
• De geestelijke groei en ontwikkeling begint dus vanaf de geboorte en eindigt pas als mensen doodgaan.

Aan de slag!

Maak opdracht 1 t/m 6 van basisstof 5

Startklaar

• Op je plek zitten 
• Telefoon in het Zakkie 
  
• Jas over de stoel, oortjes in de tas, tas op de grond
• Schoolspullen op tafel: Chromebook, JdW-map, etui 

Bij de start van iedere les verwelkomt de docent de leerlingen bij de ingang van de deur, noemt leerlingen bij naam, maakt oogcontact en besteedt aandacht aan het welbevinden van leerlingen. De docent geeft het goede voorbeeld en spreekt hoge verwachtingen uit voor het verloop van de les door succescriteria op gewenst gedrag, schooltaal en effectief leren te benoemen. De leerlingen zitten startklaar en zijn bijvoorbeeld ingelogd in LessonUp en hebben hun JdW-map op tafel.

Wat doet een celkern?

1. Alles regelen in de cel
2. Niks
3. Kleur geven
4. Stevigheid geven

Wat is de vacuole?

1. Ruimte in de cel
2. Onderdeel van een dierlijke cel
3. Een blaasje met vocht in een plantencel
4. Hetzelfde als een celwand

Wat doen bladgroenkorrels in een plantencel?

Heeft een dierlijke cel een celwand?

1. Nee alleen plantencellen hebben dat
2. Ja dierlijke cellen hebben een celwand

      Leerdoelen

1.3.1 Je kunt werken met een loep en een microscoop.

1.3.2 Je kunt een preparaat maken

3. Leerdoelgericht werken

De docent geeft het onderwerp, RTTI geformuleerde leerdoelen en de lesopbouw aan. De docent weet de leerdoelen goed te laten aansluiten bij de voorkennis en het (taal)niveau van de leerlingen. Gedurende de les wordt continu een terugkoppeling naar de leerdoelen gemaakt om de mate van beheersing te controleren.

Cellen bekijken met een microscoop

Preparaten

Met een microscoop bekijk je een preparaat. Een preparaat bestaat uit twee glaasjes: het grotere voorwerpglas en het kleinere dekglas

bvj.secure.malmberg.nl