TRAJECT LES22 Theater

Welkom M4
Kunst Drama 2021-2022
Dramatische technieken
1 / 18
suivant
Slide 1: Diapositive
DramaMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

Cette leçon contient 18 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Welkom M4
Kunst Drama 2021-2022
Dramatische technieken

Slide 1 - Diapositive

Lesprogramma
Herhaling functies drama
Opdracht functies drama
Uitleg dramatische technieken
Opdracht: analyse dramatische technieken
Oefenen examenvragen



Slide 2 - Diapositive

Leerdoelen
Je weet wat de vier functies zijn die bij theater horen
Je weet wat dramatische technieken zijn
Je weet de basisbegrippen en kunt deze in eigen woorden uitleggen



Slide 3 - Diapositive

Noem een functie van theater.

Slide 4 - Carte mentale

4 functies van theater
1. informeren / leren
2. amuseren
3. overtuigen
4. overhalen

Slide 5 - Diapositive

Dramatische technieken
Dramatische technieken op andere plaatsen het theater zijn:
televisie, internet, op locatie 
- fictionalisering: hoe ware gebeurtenissen worden nagespeeld 
- enscenering: hoe een verhaal/de werkelijkheid in scene wordt gezet 
- verhaalopbouw: de volgorde waarin informatie is geordend
- rolverdeling: benoemen van de personages in dramaproducties

Slide 6 - Diapositive

Fictionalisering
Fictionalisering: hoe ware gebeurtenissen worden nagespeeld
Wat is de werkelijkheid? Hoe wordt dit gespeeld? Speelstijl?


Slide 7 - Diapositive

Fictionalisering
Waargebeurd verhaal over oorlogsheld is vertaald naar een film, en later naar een musical

Hiervoor worden dramatische technieken ingezet om informatie over te brengen

Slide 8 - Diapositive

Enscenering:
"In scène zetten"
Je maakt gebruik van: mise-en-scène en de materiële vormgevingsmiddelen

Slide 9 - Diapositive

Wat is mise-en-scène?
A
Wat er wordt gedaan met belichting tijdens een voorstelling.
B
Hoe acteurs gebruik maken van het speelveld.
C
De scène speelt zich in de mist af.
D
Het is een term die in de wetenschap wordt gebruikt.

Slide 10 - Quiz

Mise-en-scène
Betekent "Plaatsing op toneel".
Dus: waar staan de acteurs ten opzichte van elkaar en het decor/attributen. 

Slide 11 - Diapositive

Zo beschrijf je de 
mise-en-scène:
Beschrijf letterlijk wat je ziet, dus: 
3 spelers liggen op de grond in het midden van het toneel. 1 speler zit erbij gehurkt.
2 spelers vanaf links en 2 spelers vanaf rechts kijken naar de liggende mensen.
1 speler kijkt vanaf achteren naar de liggende mensen en 1 loopt voorlangs.

Je mag wel houdingen beschrijven, maar niet de intentie/uitleg beschrijven.
Dus: "1 speler loopt voorlangs" en niet "1 speler loopt in paniek voorlangs".

Slide 12 - Diapositive

Omschrijf de mise-en-scène in de volgende foto's
Let op letterlijk omschrijven, geen interpretaties (uitleggen) of emoties. 

Slide 13 - Diapositive

Beschrijf de mise-en-scène in deze foto.

Slide 14 - Question ouverte

Beschrijf de mise-en-scène in deze foto.

Slide 15 - Question ouverte

Theater - verhaalopbouw

Om een verhaal écht goed te begrijpen: hoe is het opgebouwd?


Klassieke verhaalopbouw         - heel gestructureerd, 

begin-midden-eind en een logische opbouw. 

Scènische verhaalopbouw       - verhaallijnen door elkaar

Absurdistische vertelwijze       - geen duidelijke verhaallijn


Slide 16 - Diapositive

Rolverdeling
benoemen van de personages in dramaproducties

Slide 17 - Diapositive

Volgende keer

Slide 18 - Diapositive