Les 5 'leiding geven'

• Facilitair Leidinggevende
• MBO
• Studiejaar 3

Welkom

- 'Leidinggeven lunch'

- Komende 4 periodes

- Periode 1&2 > theorie en voorbereiding

- Periode 3&4 > Examen doen

Les 5

Wat gaan we doen?

Periode 1&2  theorie en oefenen

Periode 3&4 examen afleggen, een week lang in de keuken

Examen:

Begeleidt en stuurt medewerkers aan

(P2- K2- W1, W2 en W3)

Waar hebben we het vorige week over gehad?

'Tell Sell' demonstratie opdracht 

- Maak tweetallen

- Ga op zoek naar een huishoudelijk apparaat of attribuut

- Schrijf een instructie over hoe het apparaat werkt en wat je er mee kunt

- Demonstreer het apparaat/doe voor en leg uit

- Verzin eventueel een pakkende naam (gebruik je fantasie)

- Presenteer dit als duo aan de klas (11 oktober)

Aan de slag!

- Er zijn groepjes gemaakt van 2/3 personen

- Jullie hebben allemaal een attribuut

- Wees creatief, probeer origineel te zijn

- Je mag van alles gebruiken, posters, muziek, filmpjes

- Demonstreer en geef instructies aan de klas

- 60 minuten voorbereidingstijd

H3 Leidinggeven aan een medewerker

Motivatietheorie van Maslov

H3 Leidinggeven aan een medewerker

Motivatietheorie van Herzberg

Onderscheidt twee factoren die een verschillende rol spelen bij motivatie:

Intrinsieke motivatie (satisfiers) > motivatie uit zichzelf

Extrinsieke motivatie (dissatisfiers) > motivatie van buitenaf

H3 Leidinggeven aan een medewerker

Controleren van medewerkers

Controleren = kijken of nagaan of opdrachten en instructies goed zijn uitgevoerd.

Controle op effectiviteit  (zijn de juiste taken uitgevoerd)

Controle op effinciency ( zijn de taken op een juiste wijze uitgevoerd)

H3 Leidinggeven aan een medewerker

Controleren doe je als manager middels kritiek en feedback:

Kritiek = reactie gericht op beoordeling

Feedback = reactie gericht op terugkoppeling

Waarop moet je letten als je kritiek of feedback geeft:

• Wees duidelijk
• Vermijd overdaad aan kritiek
• Schuldvraag vermijden

Vermijd overdaad aan kritiek

Schuldvraag vermijden

Wat vond je van de les?

😒🙁😐🙂😃

Les 5

Maken opdracht 3.24 t/m 3.26

wat zijn de 4 G's voor Feedback?

1. gevoel, gevolgen, gehoor, gewenst gedrag
2. Gedrag, gehoor, gevoel, gemoed
3. gedrag, gevoel, gevolg, gewenst gedrag
4. Gemoed, gevolgen, gehoor, gewenst gedrag

Welke regels voor het geven van feedback kloppen?

1. Vermijd woorden zoals "altijd" en "nooit" en spreek in 'ik-zinnen'
2. Geef alleen feedback op gedrag dat de ander kan veranderen en spreek in 'jij-zinnen'
3. Als iemand niet open staat voor feedback; gebruik de 'sandwich methode'
4. Wees altijd eerlijk en vertel alles wat je denkt en voelt

een minder goede manier van feedback is:

1. taakgerichte feedback
2. persoonsgerichte feedback
3. procesgerichte feedback
4. zelfregulerende feedback

Je collega is vandaag een kwartier te vroeg naar huis gegaan. Jij moest zijn werk afmaken. Je hebt daar in het weekend vaak aan gedacht, want je vond het niet eerlijk.
Wat zeg je tegen jouw collega als je hem weer ziet maandag?

Je werkbegeleider is erg aardig, maar heeft niet veel tijd om jou te begeleiden. Je vindt dit niet fijn, want je hebt het gevoel daardoor vast te lopen.
Wat zeg je tegen je werkbegeleider?

Les 5

In tweetallen opdracht 3.32