Extra uitleg grammatica zinsdelen 3

             Welkom
1 / 16
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

Cette leçon contient 16 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

             Welkom

Slide 1 - Diapositive

Wat doen we vandaag?
- Wat hebben we in de vorige extra lessen geleerd?
- Uitleg (herhaling) over het lijdend voorwerp.
- Oefenen
- Oefenen en
- Oefenen....


Slide 2 - Diapositive

Zinsdelen benoemen (vaste volgorde!!)
  1. Persoonsvorm                             (verander de tijd  of aantal of maak een vraagzin)
  2. Verdeel de zin in zinsdelen    (zinsdeelproef)
  3. Onderwerp (wie + pv? of wat + pv?)
  4. Werkwoordelijk gezegde/ naamwoordelijk gezegde  (alle werkwoorden in de zin)
  5. Lijdend voorwerp                        (wie + ond + gezegde? of wat + ond + gezegde?)
  6. Meewerkend voorwerp            (aan wie + alle eerder benoemde zinsdelen? of voor                                                                                          wie + alle  eerder benoemde zinsdelen?)
  7. Bijwoordelijke bepaling            (alle overgebleven zinsdelen)

Let op!! In de les van maandag zat een fout in deze slide! Dit is de juiste!

Slide 3 - Diapositive

Lijdend voorwerp (LV)
  • Het zinsdeel lijdend voorwerp is de persoon die iets overkomt of  het voorwerp dat iets ondergaat.
  • Het lijdend voorwerp zit niet altijd in de zin. 
  • Lijdend voorwerp begint nooit met een voorzetsel!
  • Je vindt het lijdend voorwerp op de volgende manier:

Wie/wat + onderwerp + gezegde?

Slide 4 - Diapositive

We gaan oefenen...
  • Denk aan de juiste volgorde bij zinsontleden!
  • Heb je vragen? Stel ze!!

Slide 5 - Diapositive

Zoek de persoonsvorm (PV)

Razend gooide de leraar een pen door de klas.

Slide 6 - Question ouverte

PV = gooide
Verdeel de zin in goede zinsdelen.

Razend gooide de leraar een pen door de klas.

Slide 7 - Question ouverte

PV = gooide
Zoek het onderwerp

Razend |gooide| de leraar| een pen| door de klas.

Slide 8 - Question ouverte

PV = gooide
OND = de leraar
Zoek het gezegde en geef aan of het een ww.gez of nw.gez is.

Razend |gooide| de leraar| een pen| door de klas.

Slide 9 - Question ouverte

PV = gooide
OND = de leraar
WW.GEZ = gooide
Zoek het lijdend voorwerp (LV).

Razend |gooide| de leraar| een pen| door de klas.

Slide 10 - Question ouverte

Nu helemaal zelf...
  • Denk aan de juiste volgorde en sla geen stapje over

De hoge waterstand heeft grote problemen veroorzaakt

Slide 11 - Diapositive

Nu helemaal zelf...
  • Denk aan de juiste volgorde en sla geen stapje over

De hoge waterstand |heeft| grote problemen| veroorzaakt
PV= heeft
OND= de hoge waterstand
WW.gez = heeft veroorzaakt
LV = grote problemen

Slide 12 - Diapositive

Nu helemaal zelf...
  • Denk aan de juiste volgorde en sla geen stapje over

De boeken van Carry Slee zijn bij kinderen enorm populair

Slide 13 - Diapositive

Nu helemaal zelf...
  • Denk aan de juiste volgorde en sla geen stapje over

De boeken van Carry Slee|zijn| bij kinderen |enorm populair.
PV= zijn
OND = de boeken van Carry Slee
NW. gez = zijn enorm populair

Slide 14 - Diapositive

De laatste...
  • Denk aan de juiste volgorde en sla geen stapje over

De zoon van de bakker heeft eindelijk zijn rijbewijs gehaald!

Slide 15 - Diapositive

De laatste...
  • Denk aan de juiste volgorde en sla geen stapje over

De zoon van de bakker |heeft| eindelijk |zijn rijbewijs| gehaald!
PV= heeft
OND= de zoon van de bakker
WW.gez = heeft gehaald
LV= zijn rijbewijs

Slide 16 - Diapositive