Periode 5 - Les 7

Periode 5 - Les 7
Diabetes mellitus
1 / 33
suivant
Slide 1: Diapositive
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 2

Cette leçon contient 33 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Periode 5 - Les 7
Diabetes mellitus

Slide 1 - Diapositive

Diabetes mellitus

Slide 2 - Carte mentale

Honingzoete doorstroming











De naam is te danken aan één van de belangrijkste verschijnselen bij diabetes, namelijk de zoete urine. Dit komt door een te hoge concentratie van glucose in het bloed en daardoor ook in de urine.

Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Diapositive

Diabetes mellitus
  • Suikerziekte
  • Te veel glucose in het bloed
  • Geen of tekort aan insuline in het bloed
  • Chronische ziekte

Slide 5 - Diapositive

DM type I
  • Eten en drinken > koolhydraten > glucose
  • Bloed > lichaamscellen > brandstof
  • Insuline
  • Eilandjes van Langerhans in de alvleesklier (betacellen)
  • DM type I > hoge concentratie glucose in bloed > nieren > glucose en water > mictie en dorst
 




Slide 6 - Diapositive

DM type I 'in beeld'

Slide 7 - Diapositive

Meest voorkomende klachten
  • Veel plassen;
  • Droge mond;
  • Veel drinken;
  • Wazig zien;
  • Vermagering;
  • Moeheid;
  • Soms huiduitslag, jeuk en slecht genezende wondjes.

Slide 8 - Diapositive

Op welke manier kun je het glucosegehalte in het bloed meten?

Slide 9 - Question ouverte

Wanneer ga je bloedsuiker meten?

Slide 10 - Carte mentale

Bij een nuchter bloedsuikergehalte tussen 6,1 en 6,9 mmol ...
A
heb je DM type I
B
heb je DM type II
C
zit je in een voorstadium van diabetes
D
mankeer je niks

Slide 11 - Quiz

Normaalwaarden glucosegehalte in het bloed
Onder de 6,1 mmol = normaal (nuchter)

[Tussen de 6,1 en 6,9 mmol = voorstadium van diabetes. 
 7 mmol en hoger = diabetes.] !Bij twee keer nuchter!

Onder de 7,8 mmol = normaal (niet nuchter)



Slide 12 - Diapositive

DM type I en type II

Slide 13 - Diapositive

... regelt de bloedsuikerspiegel.
A
Glucose
B
Insuline

Slide 14 - Quiz

Oorzaken DM II
Niet bekend, maar een verhoogde kans voor diabetes type 2 als: 
- het in de familie zit 
- je te zwaar bent (obesitas)
- je weinig beweegt. 


Lang niet iedereen kan voorkomen dat hij diabetes type 2 krijgt. Er zijn ook mensen die altijd gezond leven en toch diabetes type 2 krijgen.

Slide 15 - Diapositive

Oorzaken DM I
Diabetes type 1 begint met aanleg voor diabetes type 1, ook zonder diabetes in de familie. 
Vervolgens raken de cellen die insuline aanmaken uit evenwicht, waardoor het afweersysteem de cellen aanvalt die insuline maken.

Slide 16 - Diapositive

Wat zijn verschillen tussen DM type I en type II?

Slide 17 - Question ouverte

Verschillen - antwoord
Type I:
Vaak op jonge leeftijd ontdekt
Auto-immuunziekte > afweer tegen bètacellen
Lichaam maakt geen insuline aan

Type II:
Vaak 40+
Onvoldoende werken bètacellen (onvoldoende aanmaak insuline)
Komt vaak door de levensstijl

Slide 18 - Diapositive

Diagnose
  • Wat denken jullie?

  • Bepalen nuchtere glucosewaarde
  • Een glucose dagcurve, thuis of in de instelling
  • Bloedafname: hemoglobine (versuikerd hemoglobine) > gemiddelde waarde van 3 waarden.



Slide 19 - Diapositive

Behandeling DM I
  • Wat denken jullie?
  • Bij diabetes type 1 moet je een paar keer per dag insuline injecteren. Ook moet je een paar keer per dag de bloedsuiker meten, om te weten hoeveel insuline er op dat moment nodig is. 
  • Insulinepen
  • Insulinepomp > via een naaldje in je buik constant een beetje insuline en rond een maaltijd extra dosering. 


Slide 20 - Diapositive

Behandeling DM II
  • Wat denken jullie?
  • Voedings- en bewegingsadviezen
  • Gezond eten > DM en cholesterol
  • Medicijnen
  • Insuline




Slide 21 - Diapositive

Een hypo kan ontstaan doordat je te weinig eet, te veel actieve insuline in je lichaam hebt of te lang een lichamelijke inspanning levert zonder genoeg koolhydraten binnen te krijgen.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 22 - Quiz

Bij een hyperglycemie is er een probleem met de glucosehuishouding. Er is een gebrek aan insuline of de aanwezige insuline kan niet effectief werken, waardoor de glucose zich gaat ophopen in het bloed en er een hoge bloedsuikerwaarde ontstaat.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 23 - Quiz

Slide 24 - Diapositive

Hypo en hyperglycaemie

Slide 25 - Diapositive

Wat doe je bij een hyperglycaemie en wat bij een hypoglycaemie?

Slide 26 - Question ouverte

Slide 27 - Diapositive

Welke complicaties ken je bij DM?

Slide 28 - Carte mentale

Complicaties
  • Hart en vaatziekten
  • Hypertensie (aantasting bloedvaten)
  • Diabetische voet > wonden die moeilijk genezen
  • Neuropathie > aantasting zenuwen (tintelingen, op watten lopen)
  • Retinopathie > beschadiging netvlies (oogklachten)
  • Diabetes nefropathie > verslechtering nierfunctie
  • Cerebrale complicaties > hersenaandoeningen (hartinfarct)
  • Psychische en sociale problematiek.

Slide 29 - Diapositive

Slide 30 - Diapositive

Vragen?

Slide 31 - Diapositive

Volgende week
Proeftoets
Zien jullie het zitten?

Slide 32 - Diapositive

Slide 33 - Diapositive