H4.3 Lezen Start (GL, KL, BL)

Leesdoelen
&
leesstrategieën
1 / 15
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvmbo gLeerjaar 1

Cette leçon contient 15 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Leesdoelen
&
leesstrategieën

Slide 1 - Diapositive

Leesdoel
De schrijver van een tekst heeft altijd een doel. 
Twee van deze doelen komen het meest voor, namelijk:
- amuseren
- informeren

Slide 2 - Diapositive

informeren
A
recensie
B
moppenpagina
C
reclametekst
D
krantenbericht

Slide 3 - Quiz

Je leert in deze paragraaf ook het tekstdoel 'activeren'

= De schrijver wil de lezer iets laten doen: de lezer moet in actie komen.

Slide 4 - Diapositive

Amuserende tekst
Amuseren
de lezer vermaken met 
een grappige tekst. 
Denk aan: strips, gedichten

Slide 5 - Diapositive

Informerende tekst: de schrijver wil informatie geven 
Bijvoorbeeld: krantenartikel 

Slide 6 - Diapositive

Informeren
Amuseren

Slide 7 - Diapositive

Wanneer wil de schrijver volgens jou
‘amuseren’? Je mag ook een tekst noemen die hierbij past.

Slide 8 - Question ouverte

Wanneer wil een schrijver
‘informeren’? Je mag ook een informatieve tekst noemen

Slide 9 - Question ouverte

Weetje....
Soms heeft een schrijver méér doelen met zijn tekst. Eén doel is altijd het belangrijkst. Dat doel noteer je als in een opdracht of een toets gevraagd wordt wat het tekstdoel is.

Slide 10 - Diapositive

Instructie
=  een uitleg in stappen hoe je iets moet doen.

Een soort informatieve tekst.

Slide 11 - Diapositive

Dat waren twee leesdoelen.
Als we lezen, maken we gebruik van leesstrategieën



Als we lezen, doen we dat volgens een plan. een strategie. Een leesboek lees je anders dan wanneer je een woord opzoekt in een woordenboek. 

Slide 12 - Diapositive

Leesstrategieën 
manier van lezen
wat je doet
verkennend
titel, deeltitels, plaatjes en onderschriften bekijken, inleiding en slot lezen 
nauwkeurig
alles lezen, bijvoorbeeld bij een leesboek
zoekend
als je zoekt naar iets specifieks, bijv in een woordenboek
studerend
lezen om de informatie te onthouden, bijv in een leerboek

Slide 13 - Diapositive

Aan de slag
Maken: H4.3 

Kader: opdracht 2 t/m 9
Basis: opdracht 1 t/m 4, 6 t/m 10



timer
1:00

Slide 14 - Diapositive

Hoe ging het vandaag?

Slide 15 - Question ouverte