LV + woordgeslacht 1M - 11-3-2021

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo k, g, t, mavo
• Leerjaar 1,2

Wie ben ik?

Truike Maertens

Vertel kort iets over jezelf! 

talent

woonplaats

hobby's

familie

sport

karakter

leeftijd                                                                     

Leerdoelen vandaag

• weten hoe je een lijdend voorwerp in een zin moet vinden
• een lijdend voorwerp in een zin kunnen vinden
• weten hoe je het woordgeslacht (m, v, o) kan opzoeken
• deze/die en dit/dat juist kunnen gebruiken bij de- en het-woorden in zinnen

Je weet al

• hoe je de persoonsvorm (en wwg) kunt vinden (tijdproef/vraagproef)
• hoe je de zin moet verdelen in zinsdelen
• hoe je het onderwerp kunt vinden (wie/wat + persoonsvorm)

Hoe vind je nu het LV?

Wie/wat + persoonsvorm + onderwerp = LV

Voorbeeld:

Ik     pak    een boek

O      PV

Wie/wat  pak ik? = een boek

                                            LV

Mijn vader

leest

de krant.

Onderwerp

Persoonsvorm

Lijdend Voorwerp

Maak een zin met:
O + PV

Maak een zin met:
O + PV + LV

Klopt dit?

In een zin zit altijd een lijdend voorwerp. 

1. nee
2. ja

Klopt dit?

Een lijdend voorwerp begint nooit met een voorzetsel (op, in, aan, met, voor, ...)

1. nee
2. ja

Klopt dit?
Er staat altijd maar 1 LV in een enkelvoudige zin.

1. nee
2. ja

• er is maar 1 LV per enkelvoudige zin
• LV begint nooit met een voorzetsel!

Wie/wat + pv (wwg) + onderwerp = LV

De postbode | gaf | het pakketje | aan de buren.


Wat is het lijdend voorwerp?

1. gaf
2. de postbode
3. het pakketje
4. aan de buren

Laura | heeft | haar huiswerk | toch | gemaakt.


Wat is het lijdend voorwerp?

1. Laura
2. haar huiswerk
3. toch
4. heeft gemaakt

Hebben | jullie buren | ook | een dure vakantie | geboekt | via die site?

Wat is het lijdend voorwerp?

1. jullie buren
2. via die site
3. een dure vakantie
4. hebben geboekt

Oefenen

Maak de opdrachten over LV (hoofdstuk 4)  af in Noordhoff 

OF: 

https://www.cambiumned.nl/oefeningen/oefening-1-lijdend-voorwerp/#

https://www.cambiumned.nl/oefeningen/oefening-2-lijdend-voorwerp/

https://maken.wikiwijs.nl/117671#!page-4003380

Woordgeslacht

• Zelfstandige naamwoorden: fiets, boom, huis, ...
• Mannelijk (de), vrouwelijk (de) of onzijdig (het)
• Mannelijk of vrouwelijk heeft meestal niets te maken met de betekenis van het woord!

Opzoeken in het woordenboek

1.  Pak je woordenboek erbij of ga naar woorden.org
2.  Blader naar het goede woord of zoek het woord via de zoekbalk
3.  Kijk naar de letter die achter het woord staat: dat is het woordgeslacht

 de --> m = mannelijk

 de --> v  = vrouwelijk

 het --> o  = onzijdig

Verwijswoorden

Als je het woordgeslacht weet, kun je het juiste verwijswoord kiezen!

Mannelijk   = de                    deze / die    

Vrouwelijk  = de                    deze / die

Onzijdig      = het                  dit / dat

Voorbeelden:

1.  Meisje (o)                              Het meisje dat daar loopt, is mijn beste vriendin.

2. Pen (v)                                   De pen die ik laatst zocht, heb ik teruggevonden.

3. Laptop (m)                           Deze laptop is stuk.

Wat is het woordgeslacht?

kop.te.le.foon (de; m; meervoud: koptelefoons) 

1. twee door een verende hoofdband verbonden telefoons

1. Mannelijk
2. Vrouwelijk
3. Onzijdig

Kies het goede verwijswoord!

... klasgenootje heeft gespijbeld.

1. Deze
2. Dit

Het jongetje .... zijn knuffel kwijt was, kon niet slapen.

1. dat
2. dit
3. die
4. deze

Kies het goede verwijswoord!

De oplader ... ik laatst kocht, is stuk.

1. die
2. dat

Welke zin is correct?

1. We gingen een film kijken die zij niet leuk vond.
2. We gingen een film kijken dat zij niet leuk vond.

Aan de slag!

H.4 Taalverzorging: Mannelijk, vrouwelijk of onzijdig

Steek je hand op via Teams of stel je vraag in de chat.

15 minuten

Klaar? Lezen maar!

Na deze oefening weet je hoe je het woordgeslacht kunt opzoeken.

Op je laptop

Leerdoelen gehaald?

• ik weet hoe ik een lijdend voorwerp in een zin moet vinden
• ik kan een lijdend voorwerp in een zin vinden
• ik weet hoe ik het woordgeslacht (m, v, o) kan opzoeken
• ik kan deze/die en dit/dat juist gebruiken bij de- en het-woorden in zinnen

HUISWERK

Alle opdrachten Taalverzorging LV + Taalverzorging mannelijk-vrouwelijk-onzijdig (H. 4) moeten klaar zijn tegen volgende les! (zie Magister)