Hoofdstuk 6 - paragraaf 2

• Economie
• Middelbare school
• vmbo g, t
• Leerjaar 3

Startopdracht les

1. Zet je tas op de grond.

2. Telefoon uit en in je tas. 
3. Jas uit en over je stoel.

4. Pak je pincode boek

5. Lees 5 minuten de tekst in stilte van paragraaf 2

'Wat staat je te wachten'.

Economie 

Economie 

Wat gaan we doen?

1. Voorkennis - Paragraaf 6.1 (gericht op rekenen)
2. Uitleg 6.2 Het gaat om de winst.
   
3. Aan de slag met paragraaf 2 - werk in duo's 
4. blooket Opdracht
5. Afsluiting - spelen van 'beste blooket'.
   

LET OP! differentiatie 

Lesdoelen

1. Ik begrijp de begrippen van paragraaf 2 en kan deze toepassen in methode opdrachten.
2. Ik heb actief in de les meegedaan met oa de klassikale opdrachten.
3. Ik heb tijdens het zelfstandig werken rustig gewerkt; fluisterend pratend.
4. Ik weet wat welke SO's en toetsen ik krijg in periode 3.
5. 
   

TW inzage

Wat ga je doen	Controle antwoorden + vragen stellen
Hoe ga je dit maken? Toets opgehaald dan -> Je schrijft op: - 2 tips - 2 verbeterpunten - wat ga je anders doen? - Wie heb je daarbij nodig?	1. PW uitdelen 2. PW zelfstandig inkijken 3. PWvragen + antwoorden op bord 4. Vragen uit de groep 5. Antwoorden op het bord.
Ben je klaar?	wacht rustig
LET OP!	Stoplicht

PTO periode 3

SO hoofdstuk 6  - 1e  week maart
PW hoofdstuk 6 - 3e week maart
SO hoofdstuk 7  -  3e week april
TOETSWEEK PW  - 

hoofdstuk 7 en 8 - wk25

Samengevat:

2 hoofdstukken te behandelen.

2 SO en 2 PW

Vorige les - Leerdoelen 3.3

Aan het einde van deze les weet je...

... welke leenmotieven je kunt hebben

... wat kredietkosten zijn (maandtermijn, aflossing en rente)

... Welke kredietvormen er zijn (bekijk het filmpje hiervoor)

Rekenen

... hoe je kredietkosten moet berekenen.

Huiswerk

Wat ga je doen	Controle antwoorden + vragen stellen
Hoe ga je dit maken?	Keuze 1 : Klassikaal vragen stellen en nakijken Keuze 2: Zelfstandig nakijken via teams antwoorden
Ben je klaar?	Bekijk alvast paragraaf 3.4
LET OP!	Stoplicht

Aanmelden / Inloggen 

        Lesson up                                                Teams

Hoofdstuk 6 
productie
& de markt

6.1 produceren maar?

6.2 het gaat om de winst?

6.3 Op de markt

6.4 meer of minder winst.

Vorige les - Leerdoelen 6.1

Aan het einde van deze les weet je...

1. Je kunt de vier productiefactoren noemen en er voorbeelden bij geven.
   
2. Je kunt uitleggen wat het verband is tussen de toegevoegde waarde van de productie en de beloning van de productiefactoren.
3. Je kunt uitleggen hoe elk bedrijf in de bedrijfskolom waarde toevoegt.
4. Je kunt uitleggen wat het verschil is tussen arbeidsintensief en kapitaalintensief produceren.
5. Je kunt uitleggen wat afschrijving is en hoe je die berekent.

Sleep de foto's naar de juiste productiefactoren.

Kapitaal

Arbeid

Natuur

Productiefactoren en de beloning

Om te produceren heb je productiefactoren nodig.

Iedere productiefactor heeft zijn eigen beloning.

Combineer de productiefactoren met de beloningen.

Arbeid

Kapitaal

Natuur

Ondernemerschap

Loon

Salaris

Pacht

Winst

pak je rekenmachine erbij

Bereken voor elke bestelbus de jaarlijkse afschrijving.

Hoofdstuk 6 
productie
& de markt

6.1 produceren maar?

6.2 het gaat om de winst?

6.3 Op de markt

6.4 meer of minder winst.

Leerdoelen 6.2

Aan het einde van deze les weet je...

1. Je weet wat de brutowinstopslag is en hoe je daarmee de verkoopprijs kunt berekenen.
2. Je kunt de consumentenprijs berekenen.
3. Je kunt het btw-bedrag in de consumentenprijs berekenen.
4. Je kent het verschil tussen afzet en omzet en kunt de omzet berekenen.
5. Je kent het verschil tussen brutowinst en nettowinst en kunt deze beide berekenen.

vragen naar wat we hier zien

en hoe deze prijs die wij als klanten betalen heten, en of iemand weet hoe deze prijs wordt bepaald.

Leerdoel 1

Je weet wat de brutowinstopslag is en hoe je daarmee de verkoopprijs kunt berekenen.

Begrippen die je moet weten

Inkooprijs                       
De prijs die een winkelier/bedrijf betaald als hij zijn producten inkoopt 

Brutowinstopslag

Het bedrag dat de winkelier bij de inkoopprijs optelt voor winst en de kosten.

brutowinstopslag

formule:

€ brutowinstopslag = brutowinstopslag% X inkoopprijs

Voorbeeld: de computerwinkel wil een brutowinstopslag van 30% op hun computers van €1000.

brutowinstopslag = (.......... : 100) X .......... = ..........

Verkoopprijs

Inkoopprijs
brutowinstopslag
__________________ +
Verkoopprijs

-> Verkoopprijs = de prijs die de verkoper aan je wilt vragen.

Schrijf op en hou achter de woorden ruimte voor een voorbeeld.

Aan de slag

d

Wat ga je doen	paragraaf 2 blz 164 opdr 2 t/m 4
Hoe ga je dit maken? extra uitleg nodig - bekijk de powerpoint in magister/teams	Zelfstandig werk in stilte. Dus niet praten. Vragen? kom naar de uitleg tafel. 1 per keer Verlengde instructie voor sommige eerst.
Ben je klaar? (snelle werkers )	Maak de uitdagende opdrachten; - blooket maken paragraaf 1 + 2
LET OP!	Stoplicht

antwoorden hoofdstuk 6

https://unicoz-my.sharepoint.com/:w:/g/personal/v_kester_unicoz_nl/EUQ0dKW2jPpCmSkViD42898BeMH47o6d_0YOeu80lM0G9w?e=SOBgJv

Leerdoel 2

Je kunt de consumentenprijs berekenen.

Consumentenprijs

Verkoopprijs incl. btw = consumentenprijs

De prijs die de consument betaalt voor een product in de winkel.

Verkoopprijs + btw   = consumentenprijs

100%                 +  21%  =  121% bij "luxe" goederen

100%                  + 9%    =  109% bij "levensmiddelen" 

Consumentenprijs

Verkoopprijs
BTW (9 of 21%)
__________________ +

Consumentenprijs 

-> Consumentenprijs = de prijs die wij als klant als consument in de winkel moeten betalen -> Ook wel verkoopprijs inclusief btw genoemd.

Schrijf op en hou achter de woorden ruimte voor een voorbeeld.

Voorbeeld

100% = 5 euro

65 % = 3,25

----------------

165% = 8,25 euro 

Verkoopprijs exclusief btw = 8,25 euro

100% = 8,25

21 % =  1,73 

---------------------

9,98 euro 

Samengevat - Ezelsbruggetje 

Inkoopprijs

bruto Winstmarge

------------------------- +

Verkoopprijs

BTW (belasting)

-------------------------- +

Consumenten prijs  

Ik 

Wil 

Volle Bekers Cola  

Aan de slag

d

Wat ga je doen	paragraaf 2 blz 164 opdr 5 + 6
Hoe ga je dit maken? extra uitleg nodig - bekijk de powerpoint in magister/teams	Zelfstandig werk in stilte. Dus niet praten. Vragen? kom naar de uitleg tafel. 1 per keer Verlengde instructie voor sommige eerst.
Ben je klaar? (snelle werkers )	Maak de uitdagende opdrachten; - opdracht 7 par 2
LET OP!	Stoplicht

antwoorden hoofdstuk 6

https://unicoz-my.sharepoint.com/:w:/g/personal/v_kester_unicoz_nl/EUQ0dKW2jPpCmSkViD42898BeMH47o6d_0YOeu80lM0G9w?e=SOBgJv

Leerdoel 3

Je kunt het btw-bedrag in de consumentenprijs berekenen.

(inclusief -> exclusief)

(exclusief -> inclusief)

Ezelsbruggetjes  inclusief en exclusief

Inclusief: is met btw 

(het woordje in geeft aan dat het er al in zit.)

Exclusief: is zonder btw 

(je ex hoort niet meer bij je, dus het zit er niet in). 

Ezelsbruggetjes inclusief en exclusief (2)

Prijs exclusief btw + btw = prijs inclusief btw

100%          +         21%        =      121%    

of

100%          +          9%       =     109%         

Ezelsbruggetjes inclusief en exclusief (3)

21% 

van exclusief naar inclusief btw:          Prijs exclusief : 100 x 121

Van inclusief naar exclusief btw:          Prijs inclusief : 121 x 100

9%

van exclusief naar inclusief btw:          Prijs exclusief : 100 x 109

Van inclusief naar exclusief btw:          Prijs inclusief : 109 x 100

Inclusief BTW

Exclusief BTW

Voorbeeld

100% = 5 euro

65 % = 3,25

----------------

165% = 8,25 euro 

Verkoopprijs exclusief btw = 8,25 euro

100% = 8,25

21 % =  1,73 

---------------------

9,98 euro 

Aan de slag

d

Wat ga je doen	paragraaf 2 blz 164 opdr 8
Hoe ga je dit maken? extra uitleg nodig - bekijk de powerpoint in magister/teams	Zelfstandig werk in stilte. Dus niet praten. Vragen? kom naar de uitleg tafel. 1 per keer Verlengde instructie voor sommige eerst.
Ben je klaar? (snelle werkers )	Maak de uitdagende opdrachten; - blooket opdracht
LET OP!	Stoplicht

antwoorden hoofdstuk 6

https://unicoz-my.sharepoint.com/:w:/g/personal/v_kester_unicoz_nl/EUQ0dKW2jPpCmSkViD42898BeMH47o6d_0YOeu80lM0G9w?e=SOBgJv

Leerdoel 4 & 5

Je kent het verschil tussen afzet en omzet en kunt de omzet berekenen.

&

Je kent het verschil tussen brutowinst en nettowinst en kunt deze beide berekenen.
 

Aan de slag

d

Wat ga je doen	paragraaf 2 blz 164 opdr 10 en 11
Hoe ga je dit maken? extra uitleg nodig - bekijk de powerpoint in magister/teams	Zelfstandig werk in stilte. Dus niet praten. Vragen? kom naar de uitleg tafel. 1 per keer Verlengde instructie voor sommige eerst.
Ben je klaar? (snelle werkers )	Maak de uitdagende opdrachten; - blooket opdracht
LET OP!	Stoplicht

antwoorden hoofdstuk 6

https://unicoz-my.sharepoint.com/:w:/g/personal/v_kester_unicoz_nl/EUQ0dKW2jPpCmSkViD42898BeMH47o6d_0YOeu80lM0G9w?e=SOBgJv

rustmoment

Verdeling in de uitleg

1. Korte instructie (bekijk filmpje )  en dan aan de slag (rekenopdrachten paragraaf 1)
   of
2. Meedoen klassikaal en dan aan de slag.
   (Leerlingen die moeite met rekenen zijn verplicht)

Blooket
Doorlopende opdracht:

Wat wilt dat zeggen?

Elke les als je eerder klaar bent werk je aan je Blooket.

Stap 1 - maak een account aan.

Stap 2- maak een set aan met de titel hoofdstuk 6 en 7.

Stap 3 - Paragraaf vragen maken en zelfstandig uitproberen in de les.

De gene die het beste wordt beoordeeld.

Wordt in de volgende les klassikaal
gespeeld.

Afsluiting

Lesdoelen

1. Ik begrijp de begrippen van paragraaf 2 en kan deze toepassen in methode opdrachten.
2. Ik heb actief in de les meegedaan met oa de klassikale opdrachten.
3. Ik heb tijdens het zelfstandig werken rustig gewerkt; fluisterend pratend.
4. Ik weet wat welke SO's en toetsen ik krijg in periode 3.

Hoe vond je de les?

😒🙁😐🙂😃

De volgende les wil ik graag....

Meer uitleg

Meer zelfstandig werken

Meer afwisseling in de les

Meer iets actiefs doen

Meer .. (vul zelf in)

Huiswerk

Neem de spullen die je nodig hebt

+

maak paragraaf 6.2

Eindopdracht les

1. Pak je spullen in.
2. Blijf zitten
3. Wacht rustig tot de bel.
4. Schuif je stoel aan als de bel gaat.