Les 1 P2 Argumenteren

Welkom H4 :)
Ga rustig zitten
Pak je lesboek en schrift
Stop je telefoon in je broekzak/tas
Geef je buurman/buurvrouw eens een complimentje ;-)
1 / 20
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

Cette leçon contient 20 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Welkom H4 :)
Ga rustig zitten
Pak je lesboek en schrift
Stop je telefoon in je broekzak/tas
Geef je buurman/buurvrouw eens een complimentje ;-)

Slide 1 - Diapositive

Planning

Terugkijken op P1
Vooruitkijken naar P2
Uitleg argumenteren
Zelfstandig werken

Slide 2 - Diapositive

Wat hebben we afgelopen periode allemaal gedaan? Welke begrippen ken je nog?

Slide 3 - Carte mentale

Wat hebben we gedaan?
  • Hoofdstuk 'Basis' : herhaling van leesvaardigheid afgelopen jaren
  • Werkwoordspelling
  • Leesvaardigheid: tekstsoorten, betoog, beschouwing, uiteenzetting
  • Poëzie: verschillende begrippen, gedichtenanalyse

Slide 4 - Diapositive

Ik vind dat mevrouw Vervoort meer uitleg had moeten geven
Ja
Nee, minder
Nee, het was goed zo

Slide 5 - Sondage

Ik vind dat we meer zelfstandig hadden moeten werken
Ja
Nee, het was precies goed zo
Nee, we hadden meer klassikaal moeten doen

Slide 6 - Sondage

Ik ging met zelfvertrouwen de toetsweek in
Ja
Nee
Een beetje

Slide 7 - Sondage

Dit vond ik top in periode 1

Slide 8 - Question ouverte

Suggesties/tips voor periode 2

Slide 9 - Question ouverte

Periode 2
Theorie argumenteren
Mondeling betoog/betogende voordracht. Eerst uitleg en voorbereiding, vanaf 23 januari voordrachten. Let op: 15% ED!
H2 lezen paragraaf (1, 3) 4

Heb je last van erge spreekangst? Kom dan een keer naar me toe/stuur een bericht via Teams.

Slide 10 - Diapositive

Toetsen periode 2
  • Vanaf week 4: mondeling betoog (A-cijfer/15% ED)
  • Toetsweek: leestoets (lezen paragraaf 1,3 en 4/argumenteren paragraaf 1 t/m 3)

Slide 11 - Diapositive

Argumenteren (p. 128)
- Feitelijke en waarderende argumenten
- Tegenargumenten en weerlegging (donderdag)

Slide 12 - Diapositive

Waarderende argumenten
Een waarderend argument is subjectief: bevat een mening, een gevoel, een vermoeden of een waardeoordeel.

Je kunt ze moeilijk controleren op juistheid.

Wil je dit argument versterken, dan zul je het moeten onderbouwen.

Slide 13 - Diapositive

Onderbouwing waarderend argument
Ik ga morgen liever naar de Lab1 dan naar Natlab, want Lab1 is een betere bioscoop (Waarderend argument)

De stoelen zijn er zachter, je hebt er popcorn en je hebt veel beenruimte (Onderbouwing, nu sterker)

Slide 14 - Diapositive

Feitelijke argumenten
Feitelijke argumenten kun je controleren op juistheid

Je hoeft het verder weinig te onderbouwen: het ís gewoon zo

Het is waar of niet waar, hierover kun je niet van mening verschillen: daarom is een feitelijk argument vaak sterker.

Slide 15 - Diapositive

Verschil
Ik vind dat we vandaag beter niet naar buiten kunnen gaan, want het is drie graden onder nul. (feitelijk)

Ik vind dat we vandaag beter niet naar buiten kunnen gaan, want het is koud. (waarderend: wanneer iemand het koud heeft is aan een persoon zelf)

Slide 16 - Diapositive

Verschil
  • Ik vind Nederlands saai, want mevrouw Vervoort heeft een heel vervelende stem
  • Onze docent Engels is geen goede docent, want ze spreekt slecht Engels
  • Nederlands is een nuttig vak, volgens een onderzoek van OESO ziet 93% van de jongeren in Nederland het belang van het schoolvak Nederlands
  • Ik ga morgen liever naar Natlab dan naar Lab1, Natlab is namelijk minder ver lopen.

Slide 17 - Diapositive

Dit ga je doen
Pak je boek en je schrift
Ga naar p. 128
Lees kort de theorie
M. opdr 1 & 2
Je mag rustig samenwerken met je buur (fluistertoon)
DIT IS HUISWERK VOOR DONDERDAG U7

Slide 18 - Diapositive

Afsluiting
Ik kan onderscheid maken tussen feitelijke (objectieve) en waarderende (subjectieve) argumenten

Heb je de opdrachten niet af? Huiswerk voor donderdag.

Slide 19 - Diapositive

Afsluiting
Teruggekeken op P1 en vooruitgekeken op P2

Nieuwe leerstof; Ik kan informatie uit een tekst halen en hoofd- en bijzaken onderscheiden met behulp van de 5W + H vragen

Slide 20 - Diapositive