Week 5 Saucijzenbroodje

• Horeca
• Praktijkonderwijs
• Leerjaar 3

Saucijzen broodje

lesdoelen

• je kan het gehakt verdelen in 2 gelijke bollen.
  
• je kan van een bol een mooi worstje maken, die net zo lang is als je bladerdeeg.
  
• je kan uitleggen wat paneermeel is. 

theorie

korstdeeg=bladerdeeg

deeg dat gaat bladeren tijdens het bakken

Voorbeeld:

kaasbroodje, kaasstengel, tompouce

0

theorie

bladerdeeg --> bloem, water en zout

Daarna boter toevoegen

voorbereiding

we gaan saucijzenbroodjes maken. 

We gaan met de volgende 3 slides, onze spullen verzamelen en de keuken hygiënisch schoon maken. 

Materialen

• kom
• vork
• eetlepel
• kwast

Materialen

• ovenrek
• bakpapier
• snijplank rood
• bord

uitvoeren

je gaat nu de saucijzenbroodjes maken. 

Volg de stappen voor een goed resultaat

Stap 1

Leg het bakpapier op het ovenrek

Leg het bladerdeeg op het bakpapier

Stap 2

Doe in de soepkom het ei

Klop het ei los in de soepkom

Deel het ei met een andere leerling

Stap 3

Doe in je bekken:

- gehakt

- paneermeel

- 1 eetlepel ei

- melk

Stap 4 

Voeg toe:

nootmuskaat, peper en zout

Kneed alles door elkaar

Stap 5

Maak van het gehakt 2 gelijke ballen

Rol worstjes van de ballen

Stap 6

Pak je kwast

Bestrijk de randen van het bladerdeeg met water

Stap 7

Leg het gehaktworstje in het midden van het bladerdeeg

Stap 8

Vouw het bladerdeeg om het gehakt heen

Stap 9

Druk de rand dicht met een vork

Stap 10

Pak je kwast

Bestrijk het saucijzenbroodje met ei

Stap 11

Doe het ovenrek in de oven

Zet een timer op 15 minuten

Stap 12

Haal het ovenrek uit de oven, let op HEET!

Laat de suacijzenbroodjes afkoelen!

afronden

na het koken ga je je spullen schoonmaken en opruimen. 

je zorgt dat ze ruimte weer netjes wordt.

stap 1

Afwassen en afdrogen van het gebruikte materiaal

stap 2

maak je werkblad schoon

stap 3

Maak het fornuis schoon

stap 4

veeg en/of dweil de vloer. 

schoonmaaktaken: 

• wasbakken 1+2
• wasbakken 3+4
• Temperatuur meten
• werkbank controleren
• was vouwen

schoonmaaktaken:

• vloer vegen
  
• vloer schrobben
  
• vloer trekken
  
• kruidenkar
• tafels schoonmaken

Nabespreken

kijk terug op de les. Hoe is het gegaan, wat ging super? 

zijn er ook dingen die je anders zou doen?

antwoord dit op de volgende slides

Hoe smaakte het gerecht?

1. lekker
2. niet lekker
3. een beetje lekker
4. ik heb het niet geproefd

Wat ga je de volgende keer anders doen?

wat heb je geleerd deze les. Noem minimaal 1 ding