Sport en voeding

1 / 14
suivant
Slide 1: Vidéo
Lichamelijke opvoedingMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

Cette leçon contient 14 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Vidéo

Aan het eind van deze les weet je als het goed is:

  • meer over wat 'fit' zijn betekent
  • kan je uitleggen wat een calorie is.
  • Ken je de basis principes over aankomen/afvallen

Slide 2 - Diapositive

Welke van deze twee mannen zou jij denken dat het 'fitste' is?
A
De linker
B
De rechter

Slide 3 - Quiz

Welke man zou het vaakst als het 'fitste' worden gekozen wanneer hun beroep ook bekend is?
A
De linker: ICT medewerker bij een grote firma en recreatief hardloper
B
De rechter: Professioneel rugby speler en uitkomend voor zijn land.

Slide 4 - Quiz

Fit en gewicht
Een grote groep mensen legt snel een link tussen 'fit' zijn en gewicht. 
Iemand met een lang en slank figuur wordt sneller bestempeld als 'fit', waarbij iemand die een korter/breder figuur heeft snel wordt gezien als minder 'fit'. 
(Klopt dit met jullie keuze bij de eerste vragen?)

Deze keuze wordt gemaakt zonder verder iets te weten van de levensstijl van de personen. Het kan zo zijn dat de slanke persoon juist extreem ongezond eet en hierdoor allemaal kwalen heeft. En dat de ander juist heel bewust met zijn/haar eten bezig is en de juiste hoeveelheden voedingsstoffen binnen krijgt en een goede conditie heeft.

Slide 5 - Diapositive

Wat betekent 'fit' zijn volgens jou?
timer
1:00

Slide 6 - Question ouverte

Wanneer je optimaal 'fit' bent, welke van de onderstaande fit-heden zou je dan moeten hebben?

-SOCIAAL fit(Je hoort ergens bij/je betekent iets voor een ander)
MENTAAL fit( goed gevoel, scherp zijn)
EET fit (je houdt goed bij wat je eet en probeert hierbij de goede balans te bewaren)
FYSIEK fit( je hebt geen lichamelijke ongemakken tijdens bewegen)
A
SOCIAAL/MENTAAL/EET/FYSIEK fit
B
MENTAAL en FYSIEK fit
C
MENTAAL/EET/FYSIEK fit
D
SOCIAAL/MENTAAL/FYSIEK fit

Slide 7 - Quiz

Wat is fit zijn?
Het woord ‘fit’ kan in verschillende contexten worden gebruikt en krijgt bovendien meerdere betekenissen toegekend. Denk maar eens aan de uitspraken als: ‘Mark is echt een fit persoon’, ‘mijn oma is nog heel fit voor haar leeftijd’, of ‘het bedrijf is financieel fit’. Ook op Instagram gebruiken mensen regelmatig hashtags als fitgirl, fitfood etc. Toch wordt het woord fit meestal gebruikt om aan te geven dat iemand energiek en (nog) gezond is voor (zijn/haar leeftijd). Of zoals de Romeinen het verwoorden: “Mens sana in corpore sano”; Een gezonde geest in een gezond lichaam.



Bron: www.Fit.nl

Slide 8 - Diapositive

Slide 9 - Vidéo

Na het zien van de video.
Wat bedoelen volgens jou nu met de uitdrukking:
"Elk pondje gaat door het mondje"
timer
1:00

Slide 10 - Question ouverte

Eigenlijk komt aankomen en afvallen op het volgende neer: 
Wanneer je meer energie (kcal) verbruikt dan dat je binnenkrijgt, dan val je af.
Andersom: Wanneer je meer energie (kcal) binnen krijgt, dan dat je verbruikt, dan kom je aan. 

Je lichaam zet deze extra energie dan om in vet, zodat je hier later gebruik van zou kunnen maken. (je kan vetcellen dan ook zien als een soort pakhuizen van je lichaam)

Slide 11 - Diapositive

Hoe lang denk je dat je zou moeten wandelen (normaal tempo 6km/u) om alle calorieën van een 'big mac' (510 kcal) weer te verbranden?
A
40 minuten
B
60 minuten
C
80 minuten
D
100 minuten

Slide 12 - Quiz

Hoe lang denk je dat je zou moeten wandelen (normaal tempo 6km/u) om alle calorieën van een 'banaan' (105 kcal) weer te verbranden?
A
10 minuten
B
20 minuten
C
30 minuten
D
40 minuten

Slide 13 - Quiz

Je hebt calorieën nodig om je lichaam te laten draaien. Overal waar 'te' voor staat is niet goed. Te veel eten en te weinig eten dus ook niet. Daarbij is er ook nog een heel veel te vertellen over de verschillende voedingsstoffen en de functies daarvan. Voorlopig zeg ik hierover, eet gevarieerd. 

Slide 14 - Diapositive