SVO Deeg

DEEG Bereidingstechniek 1
1 / 23
suivant
Slide 1: Diapositive
KokMBOStudiejaar 1

Cette leçon contient 23 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

DEEG Bereidingstechniek 1

Slide 1 - Diapositive

Welke degen ken je allemaal ?

Slide 2 - Question ouverte

Gistdeeg maken basis

Hoofdingrediënten: Bloem en vocht (melk of water minimaal 60% )
Extra ingrediënten: Smaakstoffen, boter, suiker, rijsmiddel, garnituur
Deeg zetten, diverse technieken,
Deeg rusten
Deeg verwerken
Deeg afbakken
Deeg bewaren

Slide 3 - Diapositive

Vaktaal
Deeg zetten = meng en kneden van de ingrediënten tot homogene massa.
Deeg rusten = voor bepaalde tijd laten rusten voor gluten ontwikkeling.

Wat zijn gluten?

Slide 4 - Diapositive

Gluten
Gluten is een mengsel van eiwitten die van nature voorkomen in bepaalde granen, zoals tarwe (waaronder spelt), rogge en gerst. Deze eiwitten zorgen er bijvoorbeeld voor dat het brooddeeg luchtig wordt.

Slide 5 - Diapositive

Slide 6 - Vidéo

Vaktaal
Deeg verwerken

Vormen

Deeg afbakken

Hitte en stoom (korst)

Deeg bewaren
Koelkast

Slide 7 - Diapositive

Welk afval product van gist hebben we nodig voor een goed deeg?
A
gluten
B
alcohol
C
zuur
D
koolzuurgas

Slide 8 - Quiz

Gist
Wat is gist? 
  1. Gist is een micro-organisme dat suiker omzet in alcohol en koolzuurgas. Dat gas zorgt ervoor dat een brooddeeg gaat rijzen, luchtiger wordt en in volume toeneemt. Tijdens het bakken van het brood vervliegt de alcohol, maar het resultaat is een luchtig brood.

Slide 9 - Diapositive

Hoeveel procent water voeg je toe aan je bloem voor een brood deeg?
A
20
B
60
C
80
D
100

Slide 10 - Quiz

GISTDEEG

  • Doorslaan
  • Ontluchten en gluten worden soepeler
  • Bulkrijs en puntrijs
  • Decoreren

Slide 11 - Diapositive

Hoe weet je dat brood gaar is?

Slide 12 - Question ouverte

                  DEEG         kookdeeg
  • Deeg voor soezen meng je niet, deeg voor soezen 'kook' je gaar in een pan.
  • Je maakt een kookdeeg van:
  • Bloem, melk, water, boter, eieren en zout. 
  • Je roert het deeg gaar door de pan (aanbranden)
  • Deeg aflaten koelen.
  • Deeg in de gewenste vorm spuiten  

Slide 13 - Diapositive

DEEG      Fonceerdeeg
  • Deeg om een  bakvorm te vullen noem je
     fonceerdeeg.
  • Fonceren zorgt voor een stevige bodem 
     voor bijvoorbeeld een quiche. 
  • Bloem, boter, zout en water. 
  • Overal even dik, geen scheuren en geen
     overtollig bloem

Slide 14 - Diapositive

Fonceerdeeg

Slide 15 - Diapositive

Wat betekent Fonceren?
A
bekleden
B
wenkbrauwen ophalen
C
toedekken
D
uitrollen

Slide 16 - Quiz

                 DEEG            korstdeeg
  • Ander woord voor korstdeeg is bladerdeeg.
  • Korstdeeg bestaat uit dunne laagjes deeg
      die van elkaar gescheiden zijn door 
      dunne laagjes vet.
  • De laagjes ontstaan door het uitrollen
      en vouwen (toeren) van een vetstof 
      door het deeg. 

Slide 17 - Diapositive

Slide 18 - Vidéo

Toeren
  • Er zijn drie manieren om korstdeeg te toeren.
  • Franse manier - meeste lagen
  • Hollandse manier - minder lagen
  • Snelkorst manier - nog minder lagen 

Slide 19 - Diapositive

Franse manier

Slide 20 - Diapositive

korstdeeg

Slide 21 - Diapositive

Werk aan je Theorieopdracht

Slide 22 - Diapositive

Slide 23 - Diapositive