3.1 deel 2 + practicum

Welkom
Ga zitten volgens de plattegrond.
Pak je boek, pen en schrift.
1 / 27
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

Cette leçon contient 27 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Welkom
Ga zitten volgens de plattegrond.
Pak je boek, pen en schrift.

Slide 1 - Diapositive

Planning
Terugblik begrippen vorige les.
Tijd om huiswerk na te kijken 
en te maken.


Slide 2 - Diapositive

Begrippen vorige les
Abiotische factoren
Biotische factoren
Ecosysteem
Schrijf op wat deze woorden betekenen.
timer
5:00

Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Vidéo

Afspraken voor zelfstandig werken.
Werken met een rustig stemvolume.
Maak de LessonUp en de huiswerk opdrachten.
Klaar? Begin met een begrippenlijst.

Wil je uitleg? Vraag daar gerust om.

Slide 5 - Diapositive

Slide 6 - Diapositive

Hoe planten zijn aangepast aan hun ecosysteem.


Voorjaars-
bloeiers
Klimplanten
Wortel-rozetten
Woestijn-planten

Slide 7 - Diapositive

Noteer bij elke plant waarom die zo is aangepast. (opdracht 9)
timer
3:00

Slide 8 - Diapositive

Je kan uitleggen hoe dieren zijn aangepast aan een koude of hete omgeving 
Warmbloedige dieren
Koudbloedige dieren
Warmbloedig: constante lichaamstemperatuur.
Vacht met haren of een verenkleed voor isolatie
Koudbloedig: lichaamstemperatuur afhankelijk van omgeving
Maak opdr. 12

Slide 9 - Diapositive

Noteer bij elke plant waarom die zo is aangepast. (opdracht 9)
timer
3:00

Slide 10 - Diapositive

Je kan uitleggen hoe het gebit van dieren is aangepast aan voedsel.
Maak opdr. 20
Knipkies
Gebit is aangepast aan de soort voeding.
Planteneters malen hun eten.
Vleeseters knippen hun eten.

Slide 11 - Diapositive

Noteer bij elke plant waarom die zo is aangepast. (opdracht 9)
timer
3:00

Slide 12 - Diapositive

Je kan uitleggen hoe de snavels van vogels zijn aangepast aan hun voedsel.
Haaksnavel:
Vleeseter, prooi aan stukken scheuren. 
Zeefsnavel: eenden en ganzen, zeeft kleine deeltjes uit het water.
Pincetsnavel: insecteneter, kan kleine insecten uit holtes pikken.
Kegelsnavel: zaadeters, kunnen stevige zaden open breken.
Maak opdr. 22

Slide 13 - Diapositive

Noteer bij elke plant waarom die zo is aangepast. (opdracht 9)
timer
3:00

Slide 14 - Diapositive

Je kan uitleggen hoe vogels zijn aangepast aan hun leefwijze.
Grijppoten: roofvogels, voor het grijpen van prooien.
Zwempoten: watervogels, voor het zwemmen in water.
Steltpoten: weidevogels, makkelijk door ondiep water en hoog gras lopen.
Klimpoten: spechten, makkelijk om langs een boom omhoog te klimmen.

Slide 15 - Diapositive

Huiswerk
Maak opdrachten 10, 14, 16, 17, 18, 21, 23, 24
Ben je klaar, kijk het na.
10  minuten in stilte werken!
timer
10:00

Slide 16 - Diapositive

Kiezen vergelijken
Bekijk verschillende kiezen.
Wat valt je op?
Welke is van een planteneter, een alleseter en een vleeseter?

Slide 17 - Diapositive

Deze plant groeit voordat de bomen bladeren krijgen. Zo krijgen ze voldoende licht.

A
Klimplant
B
Voorjaarsbloeier
C
Planten met wortelrozet

Slide 18 - Quiz

Deze plant klimt m.b.v. hechtwortels langs andere planten omhoog, naar het licht. De planten hebben deze aanpassingen om omhoog te klimmen, om zo voldoende zonlicht te krijgen voor de fotosynthese.

A
Klimop
B
Voorjaarsbloeier
C
Planten met wortelrozetten

Slide 19 - Quiz

Woestijnplanten gaan waterverlies tegen door:
A
Dunne grote bladeren zonder waslaag
B
Dikke kleine bladeren met waslaag

Slide 20 - Quiz

Planten in het tropisch regenwoud hebben:
A
veel huidmondjes om het vocht kwijt te raken
B
weinig huidmondjes om het vocht kwijt te raken

Slide 21 - Quiz

Dieren in warme streken hebben:
A
Kleine oren, om hun warmte kwijt te raken
B
Grote oren, om hun warmte kwijt te raken

Slide 22 - Quiz

Een planteneter heeft
A
Knipkiezen en hoektanden
B
Plooikiezen en snijtanden

Slide 23 - Quiz

Een haaksnavel is voor het eten van..
A
planten
B
zaden
C
vlees
D
insecten

Slide 24 - Quiz

Steltpoten hebben
A
Wad en weidevogels
B
Vogels die langs de stam lopen
C
Roogvogels
D
Watervogels

Slide 25 - Quiz

Welk soort snavel zie je op de afbeelding?
A
Haaksnavel
B
Zeefsnavel
C
Kegelsnavel
D
Pincentsnavel

Slide 26 - Quiz

Wat eet deze vogel met een kegelsnavel?
A
Insecten
B
Zaden
C
Vlees
D
Plantjes en diertjes uit het water

Slide 27 - Quiz