3TL 3.1 Organismen in hun omgeving les 2

1 / 23
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

Cette leçon contient 23 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Hfst 3 Planten en dieren
3.1 Organismen in hun omgeving les 2
3.2 Planten
3.3 Energierijke stoffen
3.4 Voedselrelaties
3.5 Kringlopen


Slide 2 - Diapositive

Is hier een biotische factor?

Slide 3 - Diapositive

Noem verschillende abiotische en biotische factoren?

Slide 4 - Diapositive

Abiotische en biotische factoren

Slide 5 - Diapositive

biotisch
abiotisch
factoren

Slide 6 - Carte mentale

Leerdoelen

  • Je kunt met voorbeelden uitleggen hoe dieren zijn aangepast aan een koude of hete omgeving.
  • Je kunt uitleggen hoe het gebit van dieren is aangepast aan hun voedsel.
  • Je kunt uitleggen hoe de snavels zijn aangepast aan hun voedsel en hoe de poten zijn aangepast aan hun leefwijze. 

Slide 7 - Diapositive

Programma
  • Welkom - startklaar: lessonup.app en inloggen

  • Korte herhaling plantenrijk
  • Uitleg 1.1 les 2
  • Opdracht flitskaartjes
  • Aan de slag/huiswerk
  • Klassikale afsluiting

Slide 8 - Diapositive

Aanpassingen
  • Ieder organisme past bij het ecosysteem waarin hij leeft.

  • Planten en dieren zijn daarom ook aangepast aan het ecosysteem waar ze leven.

  • Een aanpassing is een eigenschap van een organisme, waardoor hij goed kan overleven in zijn ecosysteem.

Slide 9 - Diapositive

Hoe zijn dieren aangepast aan het leven in een warme of koude omgeving?

Slide 10 - Question ouverte

Overleg in duo's
Hoe kunnen dieren aangepast zijn aan het leven in een 
warme of koude omgeving?
timer
2:00

Slide 11 - Diapositive

Slide 12 - Vidéo

Aanpassingen van dieren aan kou en hitte:
  • Warmbloeding (vogels en zoogdieren)
  • Wintervacht of dikke vacht
  • Dikke vetlaag (zeehonden, walvissen)
  • Grote/kleine oren
  • Lange/korte poten

Slide 13 - Diapositive

Isolatie bij warmbloedige dieren
Vogels kunnen hun veren opzetten. Tussen de veren zit een laag stilstaande lucht, dit houdt de warmte vast.

Zoogdieren krijgen in de winter een wintervacht.

Slide 14 - Diapositive

Overleven in een koude omgeving
Kijk naar de afbeelding hiernaast. Wat is de belangrijkste aanpassing voor de walrus?

Slide 15 - Diapositive

Hoe zijn dieren aangepast aan hun leefwijze?
  • Planteneters hebben plooikiezen

  • Met de richels in de kiezen kunnen ze plantenmateriaal goed fijnmalen.

Slide 16 - Diapositive

Hoe zijn dieren aangepast aan hun leefwijze?
  • Vleeseters hebben knipkiezen.

  • Vleeseters hebben ook grote hoektanden om hun prooi te doden.

Slide 17 - Diapositive

Verschillende soorten snavels

Slide 18 - Diapositive

Verschillende soorten poten

Slide 19 - Diapositive

Verschillende soorten poten

Slide 20 - Diapositive

Hoe zijn vogels aangepast aan hun leefwijze?
  • Vorm van de snavel 
  • Poten van vogels

Slide 21 - Diapositive


Huiswerk
Lezen: blz. 147 t/m 151
Maken: opdracht 1 t/m 11





Slide 22 - Diapositive

Leerdoelen

  • Je kunt beschrijven welke biotische en abiotische factoren invloed op organismen hebben. 
  • Je kunt beschrijven wat een ecosysteem is.
  • Je kunt met voorbeelden uitleggen hoe planten zijn aangepast aan hun ecosysteem.
  • Je kunt met voorbeelden uitleggen hoe dieren zijn aangepast aan een koude of hete omgeving.
  • Je kunt uitleggen hoe het gebit van dieren is aangepast aan hun voedsel.
  • Je kunt uitleggen hoe de snavels zijn aangepast aan hun voedsel en hoe de poten zijn aangepast aan hun leefwijze. 

Slide 23 - Diapositive