Strijd om vrijheid en gelijkheid 3 versie 2

Vrijheid en gelijkheid deel 3
1 / 34
suivant
Slide 1: Diapositive
Mens & MaatschappijMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

Cette leçon contient 34 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Vrijheid en gelijkheid deel 3

Slide 1 - Diapositive

Waar eindigde de vorige les mee?

Slide 2 - Diapositive

Patriotten / Orangisten
Bataafse revolutie/ Bataafse Republiek
Rijksoverheid (het Rijk)
Burgerlijk recht
(metriek stelsel, dienstplicht, burgerlijke stand)

Slide 3 - Diapositive

Hoe gaat het er nu aan toe?

Slide 4 - Diapositive

Doelen
Je weet wat het verschil is tussen rechten en plichten
je weet welke verschillende overtredingen er zijn
je kan uitleggen hoe rechtspraak in een rechtbank werkt
je begrijpt het verschil tussen drie verschillende soorten recht.

Slide 5 - Diapositive

rechten en plichten?

Slide 6 - Diapositive

rechten en plichten
recht= iets wat je mag
plicht= iets wat je moet

Slide 7 - Diapositive

Recht of plicht?

Stemmen
A
Recht
B
Plicht

Slide 8 - Quiz

Recht of Plicht?
Vrijheid
A
Recht
B
Plicht

Slide 9 - Quiz

Recht of plicht?

Naar school gaan
A
Recht
B
Plicht

Slide 10 - Quiz

Recht of plicht?

Vrije meningsuiting
A
Recht
B
Plicht

Slide 11 - Quiz

Er zijn meer rechten dan plichten.
A
Monarchie
B
Democratie
C
Beide

Slide 12 - Quiz

Wat is het verschil tussen rechten en plichten
A
Rechten en plichten zijn hetzelfde
B
Rechten zijn dingen die je moet, plichten dingen die je mag
C
Rechten hebben we niet in Nederland, plichten wel
D
Rechten zijn dingen die je mag en plichten zijn dingen die je moet

Slide 13 - Quiz

Recht of plicht?

Belasting betalen
A
Recht
B
Plicht

Slide 14 - Quiz

Recht of plicht?

Getuigen voor de rechtbank
A
Recht
B
Plicht

Slide 15 - Quiz

Wat zijn rechten en plichten?
A
Recht= Iets wat je moet Plicht= Iets wat je mag
B
Recht= Waar je recht op hebt Plicht= Wat je moet doen
C
Recht= Iets wat je mag Plicht= Iets wat je moet

Slide 16 - Quiz

sleep de woorden naar het goede plaatje
de rechtbank
de rechter
de advocaat
de regering
de tweede kamer
de minister

Slide 17 - Question de remorquage

Wat is een misdaad? Wat is een overtreding?
Overtreding
Misdaad
Fiets stelen
Verkrachting
Mishandelen

Fraude
Niet betalen voor de trein of bus
Brood stelen
Naakt over straat lopen
Alcohol op straat

Slide 18 - Question de remorquage

stap 1
stap 2
stap 3
stap 4
de rechter
de arrestatie
de gevangenis
de misdaad

Slide 19 - Question de remorquage

Strafbaar feit
Misdaad

Telefoneren tijdens het rijden
Fraude plegen
Diefstal
Vervuilen van het milieu
Geluidsoverlast
Moord

Slide 20 - Question de remorquage

Wat is een rechtspraak?
A
uitspraak
B
het nemen van een beslissing door een rechter in een conflict
C
uitvoeren van de wet

Slide 21 - Quiz

Wat is strafrecht?
A
Rechtspraak voor mensen die strafbare feiten plegen
B
Regels over welke straffen er zijn
C
De rechten van verdachten
D
De regels en wetten waar rechters zich aan moeten houden

Slide 22 - Quiz

Strafrecht is tussen
A
verdachte en officier van justitie/de staat
B
tussen 2 burgers
C
burgers en de overheid

Slide 23 - Quiz

Bestuursrecht is tussen
A
tussen 2 burgers
B
burgers en de overheid
C
verdachte en officier van justitie

Slide 24 - Quiz

Wat is een grondwet?
A
Een boek met de wet over alle grond in Ned.
B
Een wet die zegt welke grond van jou is
C
Een boek met de belangrijkste regels in een land en al je rechten en plichten
D
Een voorleesboek

Slide 25 - Quiz

Wat houdt de term 'Vrouwenquotum' in?
A
Vrouwen moeten evenveel verdienen als mannen in dezelfde functie
B
Er worden steeds meer vrouwen dan mannen geboren in Nederland
C
Dat is een minimum aantal (top-) functies dat door vrouwen binnen een bedrijf of organisatie moet worden bekleed

Slide 26 - Quiz

Mensen houden geen rekening met anderen
Je mag zelf doen wat je wilt
Mensen letten op elkaar en spreken elkaar aan
Sociale controle
individuele vrijheid
Asociaal

Slide 27 - Question de remorquage


De belangrijkste rechten en plichten van burgers staan in de ......
Door die grondwet werd Nederland een staat waar iedereen zich aan de wet moet houden, een ........
rechten die in de grondwet staan
grondwet
rechtsstaat
grondrechten

Slide 28 - Question de remorquage

Emancipatie
Sociale controle
Grondrecht
Participatie

Slide 29 - Question de remorquage

Participatie is:
A
Eerst voor elkaar zorgen dan pas de overheid.
B
Familie zorgt voor elkaar, niet de overheid.
C
Overheid zorgt nooit voor mensen.
D
Overheid zorgt altijd voor mensen.

Slide 30 - Quiz

Wat is een voorbeeld van vandalisme?
A
Te laat komen op je werk.
B
Een winkelruit inslaan.
C
De poep van je hond niet opruimen.
D
Ruzie maken met je ouders.

Slide 31 - Quiz

Wat is de taak van de advocaat?
A
Bewijsmateriaal verzamelen
B
Het onderzoek leiden
C
De straf bepalen
D
De verdachte verdedigen

Slide 32 - Quiz

Sleep de zinnen bij elkaar
De grondwet is de belangrijkste wet in Nederland
De grondwet bepaalt:
wat de rechten en plichten zijn van iedereen
beschermt en respecteert de rechten van alle mensen

Slide 33 - Question de remorquage

doelen
je kan beschrijven hoe de overheid voor vrijheid zorgt
je kan uitleggen hoe burgers voor vrijheid zorgen
je kan uitleggen welke verschillen er zijn tussen mensen in de samenleving
je kan uitleggen wat vrijheid en verantwoordelijkheid met elkaar te maken hebben.

Slide 34 - Diapositive