Les 4 werkwoordspelling (persoonsvorm verleden tijd van sterke werkwoorden)

Welkom!
Ga naar je plek, pak je spullen en begin aan de startopdracht.
Startopdracht: lees in je leesboek
- Lesboek Nieuw Nederlands
- Leesboek
- Schrift en pen
timer
15:00
1 / 25
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

Cette leçon contient 25 diapositives, avec diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 70 min

Éléments de cette leçon

Welkom!
Ga naar je plek, pak je spullen en begin aan de startopdracht.
Startopdracht: lees in je leesboek
- Lesboek Nieuw Nederlands
- Leesboek
- Schrift en pen
timer
15:00

Slide 1 - Diapositive

Jeugdjournaal
Bedenk 2 inhoudelijke vragen
(waarop je zelf het antwoord ook weet)

Slide 2 - Diapositive

Wat gaan we doen?
1. Lesdoel en mededelingen
2. Terugblik
3. Sterke en zwakke werkwoorden
4. Aan de slag
5. Huiswerk en evaluatie

Slide 3 - Diapositive

Mededelingen
Zijn er dingen die ik moet weten? 

Slide 4 - Diapositive

Lesdoelen
1. Ik kan de persoonsvorm in de tegenwoordige tijd spellen.
2. Ik weet wat sterke en zwakke werkwoorden zijn.
3. Ik kan de persoonsvorm van zwakke werkwoorden in de verleden tijd spellen.

Slide 5 - Diapositive

Paragraaf 8
Persoonsvorm tegenwoordige tijd
Blz. 232

Slide 6 - Diapositive

Persoonsvorm
Wat is de persoonsvorm?
Het werkwoord dat vooraan komt te staan bij een vraagzin of verandert van tijd bij de tijdproef.

Slide 7 - Diapositive

Paragraaf 9
Zwakke en sterke werkwoorden

Slide 8 - Diapositive

Sterke werkwoorden
Deze veranderen van klank in de verleden tijd.

Slide 9 - Diapositive

Zwakke werkwoorden
Deze veranderen niet van klank in de verleden tijd.

Slide 10 - Diapositive

Paragraaf 10
Blz. 236
Zwakke werkwoorden in de verleden tijd

Slide 11 - Diapositive

Hoe spel je de pv in de vt (zwak)?
1. Plak -de(n) of -te(n) erachter. 
2. Kijk naar de stam (hele werkwoorden -en) om de laatste letter te zien. 
3. Is de laatste letter een medeklinker uit 't ex fokschaap? Dan is het een t
4. Enkelvoud? -te of -de. Meervoud? -ten of -den. 

Slide 12 - Diapositive

Slide 13 - Diapositive

Huiswerk bespreken
Maak: 1 t/m 6 van blz. 236/237

Slide 14 - Diapositive

Lesdoel
Ik kan de persoonsvorm van sterke werkwoorden in de verleden tijd spellen.

Slide 15 - Diapositive

Werkblad

Maak het werkblad in stilte.
Klaar? Lezen in je leesboek.
timer
5:00

Slide 16 - Diapositive

Slide 17 - Diapositive

Paragraaf 11
Blz. 238
Persoonsvorm verleden tijd van sterke werkwoorden

Slide 18 - Diapositive

Hoe schrijf je die?
1. Zo kort mogelijk
2. Alleen voor de uitspraak met je dubbele letters gebruiken
3. Kijk naar het meervoud om te kijken of het een -d of -t is

Slide 19 - Diapositive

Belangrijke regel!
In de tegenwoordige tijd kan een persoonsvorm eindigen op     -dt
In de verleden tijd kan dit nooit!

Slide 20 - Diapositive

Werkblad bespreken
Na de theorie: zie je nu fouten of had je alles al goed?
We bespreken het klassikaal.

Slide 21 - Diapositive

Aan de slag
- Werk in stilte
- Maak: 2 t/m 7 van blz. 238-239
- Vragen? Steek je vinger op.
- Klaar? Werk in Numo of lees uit je leesboek.
timer
15:00

Slide 22 - Diapositive

Huiswerk
2 t/m 7 van blz. 238-239

Slide 23 - Diapositive

Lesdoel
Ik kan de persoonsvorm van sterke werkwoorden in de verleden tijd spellen.

Slide 24 - Diapositive

Evaluatie
Wat heb je geleerd deze les?
Wat ging er goed?
Wat kan beter?

Slide 25 - Diapositive