Economisch bekeken - H2.4. Geld telt (B)

2.4. Geld telt (B)
1 / 14
suivant
Slide 1: Diapositive
EconomieMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 3

Cette leçon contient 14 diapositives, avec quiz interactif, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

2.4. Geld telt (B)

Slide 1 - Diapositive

SLEEPVRAAG
Studiefinanciering
Huurtoeslag
Kinderbijslag
Zorgtoeslag
Bijstand
Sociaal minimum
Een bijdrage van de overheid in de kosten voor de opvoeding van kinderen tot 18 jaar
Een uitkering voor scholieren en studenten vanaf achttien jaar.
Een bijdrage van de overheid in de huurkosten
Een bijdrage van de overheid om de premie van de zorgverzekering tegen ziektekosten te betalen.
Een uitkering van de overheid voor als je niet genoeg geld hebt om van te leven.

Slide 2 - Question de remorquage

"We kunnen de tv natuurlijk ook op de pof kopen"

Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Vidéo

Aan het eind van deze paragraaf kun je:
  • de verschillende functies van geld uitleggen.
  • uitleggen wat de begrippen ruilmiddel, rekenmiddel en spaarmiddel betekenen.
Wat gaan we leren?

Slide 5 - Diapositive

Functies van geld

Slide 6 - Diapositive

  • Sanne en de klant gebruiken geld
     als ruilmiddel, want Sanne
     ontvangt geld in ruil voor het
     brood.
  • Zelf krijgt ze geld (loon) in ruil
     voor haar arbeid. Ook op deze
     manier heeft geld de functie van
     ruilmiddel.
Geld als ruilmiddel

Slide 7 - Diapositive

  • Sanne is op zoek naar een
     jas. Ze heeft verschillende jassen
     gepast en vergeleken. De jas kost
     195 euro. Ze moet kijken of ze genoeg geld op haar rekening heeft staan. Zo weet ze hoeveel geld ze kan uitgeven
  • Op deze manier gebruikt ze geld als rekenmiddel.
Geld als rekenmiddel

Slide 8 - Diapositive

  • Sanne ontvangt haar loon per
     maand. Ze spaart daarvan iedere
     maand € 50. Ze haalt dit van haar
     bankrekening af en zet het op
     haar spaarrekening
  • Ze gebruikt geld als spaarmiddel.
Geld als spaarmiddel

Slide 9 - Diapositive

  • Contant geld
  • Je bankpas
  • Een creditcard
  • Je telefoon
  • Achteraf betalen
Hoe kan je betalen?

Slide 10 - Diapositive

VRAGEN?

Slide 11 - Diapositive

OPDRACHTEN
  • Maak de opgaven 1 t/m 14 op bladzijde 46 en 47 van
     werkboek 3A!
  • Klaar? Ga dan aan de slag met het huiswerk. Dat zijn
     opgave 15 t/m 28 op bladzijde 47 en 48.
  • Klaar? Dan kun je nakijken en heb je geen huiswerk.






timer
10:00

Slide 12 - Diapositive

Huiswerk voor de volgende les:
  • Maken opgaven 1 t/m 28 van hoofdstuk 2.4
      geld telt op bladzijde 46 t/m 48.

Huiswerk

Slide 13 - Diapositive

Bedankt en fijne dag!

Slide 14 - Diapositive