Anatomie en fysiologie van het centraal zenuwstelsel

Centrale en perifere zenuwstelsel
1 / 21
suivant
Slide 1: Diapositive
VerzorgendeMBOStudiejaar 2

Cette leçon contient 21 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

Éléments de cette leçon

Centrale en perifere zenuwstelsel

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Diapositive

Lesdoelen 
  • De student kan benoemen wat het verschil is tussen het centraal zenuwstelsel en perifeer zenuwstelsel. 
  • De student kan benoemen welke onderdelen in de hersenen van invloed zijn binnen het centraal zenuwstelsel. 

Slide 3 - Diapositive

Deze les
- Instructie theorie
- Filmpje snijden hersenen
- Quiz
- Huiswerk

Slide 4 - Diapositive

Twee orgaanstelsels coördineren alle andere orgaanstelsels

Zenuwstelsel en hormoonstelsel

Slide 5 - Diapositive

11 orgaanstelsels 

Slide 6 - Diapositive

2 soorten zenuwstelsel

Slide 7 - Diapositive

Grote hersenen

Slide 8 - Diapositive

Hersenstam
De hersenstam regelt alle basale lichaamsfuncties.

Pupilreflex
Dichtknijpen ogen
Slikken/ hoesten

Slide 9 - Diapositive

Tussenhersenen
Thalamus, wel of niet doorgeven informatie

Hypothalamus en hypofyse autonome functies en hormoon afgifte

Epifyse (pijnappel) geeft melatonine

Slide 10 - Diapositive

Zenuwcel= hersencel
Een dendriet is een korte uitloper van de hersencel die zenuwprikkels opvangt en deze naar de hersencel toe geleidt.


Een axon is een lange uitloper van de hersencel die zenuwprikkels van de hersencel af geleidt.

Slide 11 - Diapositive

Kijkopdracht
Bekijk het volgende filmpje en schrijf voor jezelf op

Wat is de grijze stof in de hersenen?

Wat is de witte stof in de hersenen?


Slide 12 - Diapositive

Slide 13 - Vidéo

Grijze stof= ontvangt informatie
Witte stof= geeft informatie af

Slide 14 - Diapositive

Slide 15 - Diapositive

Perifeer zenuwstelsel

Slide 16 - Diapositive

Centraal zenuwstelsel bestaat uit
A
Hersenen en ledematen
B
Ruggenmerg en ledematen
C
Ledematen en ruggenmerg
D
Hersenen en ruggenmerg

Slide 17 - Quiz

Hersencellen noemt men ook wel
A
Haarcellen
B
Zenuwcellen
C
Botcellen
D
Teencellen

Slide 18 - Quiz

Wat doen dendrieten?
A
Ontvangt zenuwprikkels
B
Geleid de prikkels
C
Doen eigenlijk bijzonder weinig
D
Zorgt voor een goede nachtrust

Slide 19 - Quiz

Welk zenuwstelsel bestaat uit hersenen en ruggenmerg?


A
Centraal zenuwstelsel
B
Hormoonzenuwstelsel
C
Hersen zenuwstelsel
D
Perifeer zenuwstelsel

Slide 20 - Quiz

Overbrengen van informatie van de ene zenuwcel naar de ander doen de
A
Megatransmitters
B
Hersendelen
C
Neurotransmitters
D
Ruggenmerg

Slide 21 - Quiz