Unidad 4

Unidad 4
1 / 24
suivant
Slide 1: Diapositive

Cette leçon contient 24 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Unidad 4

Slide 1 - Diapositive

Welke zin is onjuist?
A
Juan lleva pantalones cortos
B
Susa lleva un jersey blanco
C
María lleva unas verdes gafas verdes
D
Pepe lleva una camisa negro

Slide 2 - Quiz

welke kleuren ken je al?

Slide 3 - Carte mentale

Je ziet zo een plaatje met kledingstukken. Beschrijf er 3.

Slide 4 - Question ouverte

Slide 5 - Diapositive

schrijf voluit:

595

Slide 6 - Carte mentale

Welk rijtje is juist?
A
voy/vas/va/vamos/váis/van
B
voy/va/vas/vemos/veis/van
C
voy/ves/ve/vemos/veis/ven
D
voy/vas/va/vamos/vais/van

Slide 7 - Quiz

Bekijk de video en schrijf op wat de vrouw uiteindelijk aantrekt (in het Spaans)

Slide 8 - Question ouverte

Slide 9 - Lien

Juan lleva vaqueros grises y un bolso amarillo.
A
Juan draagt een grijze broek en een oranje tas
B
Juan draagt een grijze spijkerbroek en een gele tas
C
Juan draagt een grijze blouse en een gele tas
D
Juan draagt een grijze spijkerbroek en gele rugzag

Slide 10 - Quiz

Welke getallen kloppen alledrie in het Spaans?
A
tres, veinte, six
B
uno, diez, treintaiuno
C
uno, veintecinco, ocho
D
cinco, veinticuatro, dieciséis

Slide 11 - Quiz

Welke getallen kloppen alledrie in het Spaans?
A
dos, cinquenta y nueve, trece
B
doce, ochenta y ocho, dieciséis
C
uno, sietenta y nueve, quatro
D
doze, noventa y seis, dieciseis

Slide 12 - Quiz

De getallen t/m 29 worden uit elkaar geschreven en de getallen na 30 worden aan elkaar geschreven.
A
Verdad
B
Falso

Slide 13 - Quiz

Welke getallen kloppen alledrie in het Spaans?
A
tres, veinte, six
B
uno, diez, treintaitres
C
uno, veintecinco, ocho
D
cincuenta, veinticuatro, dieciséis

Slide 14 - Quiz

Waarover kan deze zin gaan?
la azul es muy pequeña.

Slide 15 - Carte mentale

Vul de juiste vorm van IR in.
Nosotros ... a la escuela en bicicleta.

A
voy
B
vas
C
vamos
D
vais

Slide 16 - Quiz

Juan es
A
gordito
B
delgado
C
rubio

Slide 17 - Quiz

Este cantante
A
moreno
B
rubio
C
rubia
D
pelirrojo

Slide 18 - Quiz

Wanneer zeg je
1 - ¿Cuánto cuesta?
2 - ¿Cuánto cuestan?

Slide 19 - Question ouverte

Vertaal in het Spaans:
El jersey amarillo cuesta mucho

Slide 20 - Question ouverte

schrijf het hele rijtje van preferir op. Wat betekent dit werkwoord?

Slide 21 - Question ouverte

Welke zin is onjuist en waarom?
A
Estos vaqueros bonitos
B
estas camisas azules
C
esta camiseta blanc
D
Este falda cuesta mucho

Slide 22 - Quiz

Welk getal staat hier?
cuarenta millones setecientos ochenta y nueve mil ciento treinta

Slide 23 - Question ouverte

Ik ken Unidad 4 al best wel goed?
😒🙁😐🙂😃

Slide 24 - Sondage