begrijpend lezen les 5: Alineaopbouw

Nederlands
Begrijpend lezen
Les 5
Havo 1
 P2 2022-2023
1 / 14
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

Cette leçon contient 14 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Nederlands
Begrijpend lezen
Les 5
Havo 1
 P2 2022-2023

Slide 1 - Diapositive

In de vorige les heb je geleerd...
... uit welke 3 delen een tekst bestaat.
... op welke manieren je een tekst kan inleiden.
...  op welke manieren je een tekst kan afsluiten.
... waar een alinea uit bestaat

Slide 2 - Diapositive

Aan het einde van deze les...

...heb je geoefend in de opbouw van een alinea.
...heb je geoefend met verwijswoorden.

Slide 3 - Diapositive

Alineaopbouw
Alinea = een stuk tekst die gaat over hetzelfde deelonderwerp
Een alinea bestaat uit een kernzin met toelichting en/of voorbeelden

Zo kun je een alinea herkennen:
  1. Stukje wit achter een zin; de regel is niet volgeschreven
  2. Witregel
  3. Inspringen
  4. Tussenkopje



Slide 4 - Diapositive

timer
1:00
Wat de schrijver de lezer wil laten weten
Een tekst kun je in logische stukken indelen. Een stuk dat bij elkaar hoort, heet een ...
Een beschrijving van 1 woord/ een paar woorden waar de tekst over gaat.
Het onderwerp van een alinea
Overtuigen, amuseren, informeren
globaal, zoekend, precies lezen
Hoofdgedachte
Alinea
Onderwerp
Deelonderwerp
Tekstdoelen
Leesstrategieën

Slide 5 - Question de remorquage

Aan de slag!

Pak je boek Op Niveau erbij.
Lees Blok 4 de tekst 6 op blz. 196 .
Maak de vragen op volgende slides

Slide 6 - Diapositive

1. Wat is het onderwerp van tekst 6?
A
Oorlogsschepen
B
Carthaagse schepen
C
IKEA-systemen
D
in elkaar zetten dmv genummerde onderdelen

Slide 7 - Quiz

2. Uit hoeveel alinea's bestaat tekst 6?
A
4
B
6
C
3
D
5

Slide 8 - Quiz

3. Wat is het tekstdoel van tekst 6?
A
informeren
B
overtuigen
C
opiniëren
D
amuseren

Slide 9 - Quiz

4. Wat is de tekstsoort van tekst 6?
A
beschouwing
B
informerende tekst
C
betogende tekst
D
amuserende tekst

Slide 10 - Quiz

5. Voor welk soort publiek is tekst 6 geschreven?
A
Breed publiek
B
klein, gespecialiseerd publiek
C
Een persoon, een kleine groep personen

Slide 11 - Quiz

Aan het einde van deze les...

...heb je geoefend in de opbouw van een alinea.

Slide 12 - Diapositive

Weer aan de slag!

Pak je boek Op Niveau erbij.
Lees Blok 4 de tekst 5 op blz. 193.
Zoek op de volgende slides de verwijswoorden en de woorden waarnaar ze verwijzen bij elkaar.

Slide 13 - Diapositive

timer
1:00
Scherpe kromme klauwen van zo'n 2 centimeter lang
in ondergrondse burchten
De roofdiertjes (r.13)
de jongen (r. 22)
minstens één stokstaartje (r. 15)
stokstaartjes
Ze (r.1)
Daar (r.5)
die (r.11)
ze (r.14)
die (r. 15)
hen (r. 22)

Slide 14 - Question de remorquage