Conjunctivus

Conjunctivus 
Herkennen
Vertalen In hoofd- en bijzinnen
1 / 33
suivant
Slide 1: Diapositive
LatijnMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

Cette leçon contient 33 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Conjunctivus 
Herkennen
Vertalen In hoofd- en bijzinnen

Slide 1 - Diapositive

Conjunctivus herkennen
Bekijk het werkwoordenschema en beantwoord de volgende vragen:

Slide 2 - Diapositive

Maak van 'voco' (van vocare) een conjunctivus

Slide 3 - Question ouverte

Maak van 'duco' (van ducere) een conjunctivus

Slide 4 - Question ouverte

Maak van 'venio' (van venire) een conjunctivus

Slide 5 - Question ouverte

Maak van 'deleo' (van delere) een conjunctivus

Slide 6 - Question ouverte

Maak van 'vocabam' (van vocare) een conjunctivus

Slide 7 - Question ouverte

Maak van 'audiebam' (van audire) een conjunctivus

Slide 8 - Question ouverte

Maak van 'laudavi' (van laudare) een conjunctivus

Slide 9 - Question ouverte

Maak van 'duxi' (van ducere) een conjunctivus

Slide 10 - Question ouverte

Maak van 'laudaveram' (van laudare) een conjunctivus

Slide 11 - Question ouverte

Maak van 'venitus sum' (van venire) een conjunctivus

Slide 12 - Question ouverte

Maak van 'auditus eram' (van audire) een conjunctivus

Slide 13 - Question ouverte

Conjunctivus in de Hoofdzin
Praesens? 
wens/aansporing/twijfel/mogelijkheid

Slide 14 - Diapositive

Conjunctivus in de Hoofdzin
imperfectum of plusquamperfectum?
irrealis voor het heden resp. verleden
vb. sine amicis tristis essem
felix fuissem, si amicos habuissem

Slide 15 - Diapositive

Conjunctivus in de Hoofdzin
imperfectum of plusquamperfectum?
irrealis voor het heden resp. verleden
vb. sine amicis tristis essem
felix fuissem, si amicos habuissem

Slide 16 - Diapositive

Vertaal:
Quid faciam?

Slide 17 - Question ouverte

Vertaal:
Felix essem, si amicos haberem.

Slide 18 - Question ouverte

Vertaal:
Vincam urbem!

Slide 19 - Question ouverte

Conjunctivus in de bijzin
in betrekkelijke bijzin:
doel of definiërend

Slide 20 - Diapositive

Conjunctivus in de bijzin
causaal – oorzaak
finaal – doel
concessief – tegenstelling
temporeel – tijd
consecutief – gevolg
definitief – definitie

Slide 21 - Diapositive

Conjunctivus in de bijzin
na een voegwoord (bv. ut of cum)
ut + conj. opdat, zodat, dat
cum + conj. toen, omdat, hoewel

Slide 22 - Diapositive

Conjunctivus in de bijzin
verplicht in afhankelijke vraag,
vreeszinnen (+ne) en bijzin in de indirecte reden

Slide 23 - Diapositive

Waarom staat hier een conj.?
Quid sit aut unde subeat interrogas.
A
twijfel
B
na ut
C
afhankelijke vraag
D
bijzin

Slide 24 - Quiz

Waarom staat hier een conj.?
Timeo, ne veniat
A
na een werkwoord van vrezen
B
aansporing
C
irrealis
D
het is causaal

Slide 25 - Quiz

Vertaal: Timeo, ne veniat

Slide 26 - Question ouverte

Te oro, ut eum iuves = Ik smeek je hem te helpen (dat je hem helpt) .
Dit is een conj.
A
causalis
B
finalis
C
consecutivus
D
concessivus

Slide 27 - Quiz

Vertaal: Ianuam claudamus, ne quis nos videre possit.
timer
2:00

Slide 28 - Question ouverte

Vertaal: Quid faciamus?
timer
1:00

Slide 29 - Question ouverte

Vertaal: Adessem vobis, si possem.
timer
2:00

Slide 30 - Question ouverte

Vertaal: Vereor ne Cicero homo superbus sit.
timer
2:00

Slide 31 - Question ouverte

Conjunctivus in
de hoofdzin

Slide 32 - Carte mentale

Conjunctivus in
de bijzin

Slide 33 - Carte mentale