Cette leçon contient 24 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
La durée de la leçon est: 20 min
Éléments de cette leçon
Cellen
Slide 1 - Diapositive
Planning
S.O. basisstof 1 t/m 3
Lezen basisstof 4
Uitleg basisstof 4
Aan de slag
Slide 2 - Diapositive
Huiswerk nakijken
basisstof 3: opdracht 1 t/m 4 en 6 t/m 9 en de begrippenlijst
blz 106
Slide 3 - Diapositive
S.O.
Slide 4 - Diapositive
lesdoelen
Je kunt de delen van dierlijke cellen benoemen met hun kenmerken en functies
Je kunt de delen van plantaardige cellen benoemen met hun kenmerken en functies
Slide 5 - Diapositive
Lezen 2.4
Wat: Lees basisstof 2.4 op blz. 110
Hoe: In stilte voor jezelf
Tijd: 10 minuten
Klaar: Maak de begrippenlijst en opdracht 1 t/m 4
Slide 6 - Diapositive
Dierlijke cellen
Celmembraan: dun vliesje dat inhoud cel scheidt van omgeving
Cytoplasma: water met opgeloste stoffen, waarin organellen zweven
Celkern: organel, regelcentrum van cel, bevat DNA
Kernmembraan: vliesje dat kernplasma in celkern houdt
Slide 7 - Diapositive
Plantaardige cel
Vacuole: blaasje met vocht (water en opgeloste stoffen, kleurstoffen)
Plastiden: bladgroenkorrels, kleurstofkorrels en zetmeelkorrels
Celwand: stevig laagje om cel heen, is gemaakt van tussencelstof
Slide 8 - Diapositive
Slide 9 - Diapositive
Vacuole
Dit is een "blaasje" gevuld met vocht.
Samen met de celwand zorgt de vacuole voor stevigheid.
Slide 10 - Diapositive
Plastiden
Bladgroenkorrels: hierdoor zijn planten groen, hier vindt fotosynthese plaats
Kleurstofkorrels: gele, oranje of rode kleur, lokmiddel
Zetmeelkorrels: kleurloos, hier wordt zetmeel opgeslagen
Plastiden kunnen van een type in ander type veranderen
Slide 11 - Diapositive
Sleep het organel naar de juiste afbeelding
Alleen Plantencel
Planten- en dierlijke cel
Celkern
celmembraan
Bladgroenkorrels
Celwand
Cytoplasma
Vacuole
Kernmembraan
Slide 12 - Question de remorquage
Wat is de functie van elk onderdeel van een plantencel? Leerdoel: Je kent de onderdelen van een plantencel met hun functie
Regelt alles wat er gebeurt in de cel
Hierdoor is de cel stevig
Regelt welke stof de cel in en uit gaan
Stevige laag om de cel heen
Stroperige vloeistof, hierin liggen de celkern en de bladgroenkorrels
Geeft de plant zijn groene kleur en maken voedingsstoffen
celmembraan
cytoplasma
Vacuole
celwand
bladgroenkorrels
celkern
Slide 13 - Question de remorquage
Wat heeft een plantencel wel wat een dierlijke cel niet heeft?
A
celkern
B
cytoplasma
C
celmembraan
D
bladgroenkorrels
Slide 14 - Quiz
Hoe heet het vlies om een (dierlijke) cel heen?
A
cytoplasma
B
celmembraan
C
celwand
D
celorganel
Slide 15 - Quiz
Welke plastiden zitten er in het vlies van een rode ui?
A
Bladgroenkorrels
B
Zetmeelkorrels
C
Kleurstofkorrels
D
Geen
Slide 16 - Quiz
Als een tomaat rijpt gebeurt er iets met de kleur, hij gaat namelijk van een groene naar een rode kleur. Een type plastide verandert in een andere type plastide.
Welk type plastide veranderde in welk andere?
A
Van zetmeelkorrel naar kleurstofkorrel
B
Van kleurstofkorrel naar bladgroenkorrel
C
Van bladgroenkorrel naar kleurstofkorrel
D
Van bladgroenkorrel naar zetmeelkorrel
Slide 17 - Quiz
Welk type plastide komt veel voor in de cellen van een aardappel?
A
kleurstofkorrels
B
bladgroenkorrels
C
zetmeelkorrels
D
geen enkele
Slide 18 - Quiz
Zijn in cel A plastiden aanwezig?
A
nee
B
ja, één soort plastiden
C
ja, twee soorten plastiden
D
ja, drie soorten plastiden
Slide 19 - Quiz
Teken een plantaardige cel met de bijbehorende organelen
timer
5:00
Slide 20 - Diapositive
Plantaardige cel
Vacuole: blaasje met vocht (water en opgeloste stoffen, kleurstoffen)
Plastiden: bladgroenkorrels, kleurstofkorrels en zetmeelkorrels
Celwand: stevig laagje om cel heen, is gemaakt van tussencelstof
Slide 21 - Diapositive
Microscopie
Wat: Tekening maken van wangslijmvliescellen
Hoe: Met behulp van de microscoop op instructie van docent