Huiswerk: af op x maart

Huiswerk af op 14 maart 
1 / 23
suivant
Slide 1: Diapositive
SpellingBasisschoolGroep 7

Cette leçon contient 23 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Huiswerk af op 14 maart 

Slide 1 - Diapositive

Spelling
Aankomende opdrachten horen bij spelling.
Vul elke keer het werkwoord in die jij op de streep zou invullen.
Kijk goed naar de tijd en denk aan: 't kofschip-x

Slide 2 - Diapositive

Knopen (vt - toen)
Ik _________ gisteren de elastiekjes aan elkaar.

Slide 3 - Question ouverte

dromen (vt - toen)
Gisternacht _________ hij over dinosaurussen.

Slide 4 - Question ouverte

fotograferen (vt - toen)
Wij _________ de dieren van de Big 5.

Slide 5 - Question ouverte

planten (vt-toen)
Judith _________ afgelopen zaterdag de plantjes in de aarde.

Slide 6 - Question ouverte

vergroten (vt-toen)
Gisteren _________ ik mijn broek.

Slide 7 - Question ouverte

verwoesten (vt-toen)
Toen _________ de tovenaar het gebouw.

Slide 8 - Question ouverte

besteed (vt-toen)
Hij _________ veel geld aan een nieuwe televisie.

Slide 9 - Question ouverte

kleuren (vt-toen)
Vroeger _________ wij elke dag.

Slide 10 - Question ouverte

word (tt-nu)
Het _________ slecht weer.

Slide 11 - Question ouverte

flossen (tt-nu)
_________ jij elke dag?

Slide 12 - Question ouverte

dragen (tt-nu)
Gerda _________ haar broertje naar huis.

Slide 13 - Question ouverte

vinden (tt-nu)
_________ je in Afrika veel muggen?

Slide 14 - Question ouverte

vinden (tt-nu)
Jij _________ dat idee waarschijnlijk goed.

Slide 15 - Question ouverte

Rekenen
Aankomende opdrachten horen bij rekenen.
Lees de vraag rustig door. Typ alleen het antwoord, niet je berekening.

Slide 16 - Diapositive

Een kersttrui kost 25 euro. Femke krijgt 20 procent korting. Hoeveel euro korting krijgt ze?

Slide 17 - Question ouverte

Bo bakt cupcakes. Om 8 cupcakes te bakken, heeft ze 3 schepjes
suiker nodig. Bo wil 48 cupcakes bakken. Hoeveel schepjes suiker heeft ze nodig?

Slide 18 - Question ouverte

In de kaartenwinkel koopt Selma voor 26 kinderen een kaart. De kaarten
worden verkocht voor €1,50 per stuk. Hoeveel euro moet Selma betalen?

Slide 19 - Question ouverte

In groep 7A zitten 25 kinderen. 4/5 deel van de kinderen drinkt chocolademelk bij
het ontbijt. Hoeveel kinderen zijn dat?

Slide 20 - Question ouverte

Stefan verdeelt een lint van 2,4 meter in 4 precies even lange stukken.
Hoeveel centimeter is ieder stuk?

Slide 21 - Question ouverte

De markt is op een veld van 35 meter bij 40 meter.
Wat is de oppervlakte?

Slide 22 - Question ouverte

Huiswerk
Je bent klaar met het huiswerk van deze week. 
Je kan deze website nu sluiten.

Slide 23 - Diapositive