Paragraaf 5 (BB)

1 / 16
suivant
Slide 1: Diapositive
EconomieMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 2

Cette leçon contient 16 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Opdracht 35: Hoe heten de ontvangsten van Krijn

Slide 4 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Opdracht 36: Op welke dag heeft Krijn de laagste omzet?
A
Maandag
B
Dinsdag
C
Donderdag
D
Zaterdag

Slide 5 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Opdracht 37: Op welke dag heeft Krijn de hoogste omzet?
A
Woensdag
B
Donderdag
C
Vrijdag
D
Zaterdag

Slide 6 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Opdracht 38: Hoeveel omzet maakt Krijn in week 34 in totaal? Laat berekening zien

Slide 7 - Question ouverte

€350 + €400 + €500 + €450 + €550 + €1.250 = €3.500,-

Dus de omzet is €3.500,-
Opdracht 40: De bakkerij van Rick verkoopt op een dag 30 broodjes van €1,50 per stuk. Hoeveel is de omzet? Laat je berekening zien.

Slide 8 - Question ouverte

30 broodjes × €1,50 = €45,-

Dus €45,-
Opdracht 46: Krijn heeft een omzet van €3.500. De inkoopwaarde is €1.000. Bereken de winst van Krijn. Laat je berekening zien.

Slide 9 - Question ouverte

€3.500 - € 1.000 = €2.500,-

Dus de winst is €2.500,-

Slide 10 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Bedenk zelf nog minimaal drie (3) andere soort bedrijfskosten?

Slide 11 - Question ouverte

Energie (Gas, water, elektriciteit)
Reclamekosten
Bedrijfsauto
Hypotheek

Slide 12 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoe bereken je de winst?

Slide 13 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Een kledingwinkel heeft een omzet van €8.000. De inkoopwaarde is €3.000 en de bedrijfskosten zijn €2.200. Bereken de winst. Laat je berekening zien.

Slide 14 - Question ouverte

€8.000 - €3.000 - €2.000 = €2.800,-
Dus de winst is €2.800,-
Een bakkerij heeft een omzet van €5.000. De inkoopwaarde voor alle ingrediënten zijn €1.900. De andere bedrijfskosten zijn €4.100. Bereken de winst. Laat je berekening zien.

Slide 15 - Question ouverte

€5.500 - €1.900 - €4.100 = €500 verlies

Dus er is €500 verlies

Slide 16 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions