2. oefenopgaven tijdvak 2 voortgangstoets

• geschiedenis (pabo)
• HBO
• Studiejaar 1

Oefenopgaven TIJDVAK 2 - voortgangstoets geschiedenis

1. Het tweede tijdvak draagt de titel ‘tijd van …. en .…’.

Type de juiste begrippen in (zonder woordje 'en').

2. Bekijk het pictogram van het tijdvak.

De afbeelding in de achtergrond (achter het witte icoontje) stelt een ...

1. tekst in Spijkerschrift voor.
2. Griekse tekst voor.
3. Latijnse tekst voor.
4. tekst in Egyptische hiërogliefen voor.

3. Over welke periode gaat dit tijdvak?

1. 500-1000
2. 1000-1500
3. <- 3000 v. Chr.
4. 3000 v. Chr.-500 na Chr.

4. Voor de Nederlandse geschiedenis laten we de tijd van Grieken en Romeinen ook wel later pas starten: in -50 voor Chr. (NB handig als je een tijdbalk op schaal gaat tekenen!).

Waarom is het voor ons gebied best logisch de tijd van Grieken en Romeinen in -50 v Chr. te laten beginnen?

1. de Griekse koning Alexander de Grote verovert dan noordwest-Europa.
2. de Romeinen bereiken dan ons gebied en maken van de Rijn de noordgrens van het Romeinse Rijk.
3. de Germanen sluiten dan na een jarenlange oorlog vrede met de Romeinse keizer.
4. het trechterbekervolk gaat dan over tot het verbouwen van gewassen en fokken van dieren.

5. Hoelang geleden ontstonden de Limes
in ons gebied?

1. ±2701 jaar geleden
2. ±1971 jaar geleden
3. ±2021 jaar geleden
4. ±2071 jaar gelden

6. Bij welke begrip uit de tijdvaknaam hoort deze afbeelding?

1. Grieken
2. Romeinen

7. Welke nieuwe ontwikkeling in de
Griekse stadstaat Athene zie je hier afgebeeld?

1. geschiedschrijving
2. filosofie
3. democratie
4. natuurwetenschap

8. Welke onderwerpen horen bij de Germanen?

1. aquaducten en filosofen
2. burgerrechten en paardrijden
3. democratie en republiek
4. stammen en boerenleven

9. Welk woord hoort NIET in dit rijtje thuis:

Jupiter – christendom –
monotheïsme – Constantijn de Grote

1. Jupiter
2. christendom
3. monotheïsme
4. Constantijn de Grote

10. Welke oorzaak van de ondergang van het Romeinse Rijk toont deze kaart?

1. het afschaffen van de Romeinse vrede
2. de toenemende macht van de christenen
3. binnenvallen van vreemde volken
4. de afschaffing van de slavernij

11. Welke kenmerkend aspect (1x) hoort NIET bij de tijd van Grieken en Romeinen? Sleep deze naar het rode vlak.

NIET

I - De ontwikkeling van wetenschappelijk denken en denken over burgerschap en politiek in Griekse stadstaat.

II -Ontstaan van de westerse wijsbegeerte.

III - De klassieke vormentaal van de Grieks-Romeinse cultuur.

IV - De groei van het Romeinse Rijk waardoor de Grieks-Romeinse cultuur zich in Europa verspreidde.

V - Het ontstaan van de eerste stedelijke gemeenschappen.

VI - De ontwikkeling van het christendom en jodendom als eerste monotheïstische godsdiensten.

VI -De confrontatie tussen de Grieks-Romeinse cultuur en de Germaanse cultuur van Noordwest-Europa.

12. Welk canonvenster hoort bij dit tijdvak? Sleep deze naar het tijdvakicoon.

De Hanze

Willibrord

Romeinse Limes

Karel de Grote

Trijntje

Erasmus

13. Plaats de ontwikkelingen in
de juiste chronologische
volgorde.
Begin bij wat eerst gebeurde.

1-De Grote Volksverhuizingen

2-De stadstaat Rome verovert huidige Italië

3-Athene, een belangrijke Griekse stadstaat

4-De prehistorie eindigt in de Lage Landen

5-In Mesopotamië ontstaan stadstaten

6-Het eerste schrift ontstaat

1. 6, 5, 3, 2, 1, 4
2. 3, 6, 5, 1, 4, 2
3. 5, 6, 3, 2, 4, 1
4. 5, 2, 6, 3, 4, 1

14. Is de uitspraak juist of onjuist?

'Archeologen hebben ook ten Noorden van
de Rijn veel Romeinse vondsten gedaan. '

1. juist
2. onjuist

15. Is de uitspraak juist of onjuist?

'In 394 werd het Christendom de staatsgodsdienst van de Romeinen en werden andere religies verboden.'

1. juist
2. onjuist